Berichtdoor marin » 21 dec 2011 21:58
God laat het kwaad beslist niet toe!
Wat Hij wel doet is, het kwaad laten rijpen. In het begin lijkt alle kwaad zo onschuldig. Het is dan soms heel moeilijk om het kwaad te onderkennen, te onderscheiden. Laat het kwaad zich maar ontwikkelen. Geef het kwaad de tijd en het zal openbaar worden dat het kwaad is, dat het intens kwaad is en dat het geen bestaansrecht heeft.
Het kwaad krijgt de tijd zich ten volle te ontwikkelen, opdat het in zijn totaliteit en afgrijselijkheid zichtbaar wordt. Dan zal het vernietigd worden, geheel en al, rechtvaardig en naar billijkheid.
Wat is het kennen van goed en kwaad.
Dat wijst naar het proefondervindelijk kennen tussen goed en kwaad. En dat vergt voor ons mensen een heel leven, een leeftijd om ons daarin te bekwamen. Want het kwaad kan zich voordoen als goed, en het goed kan ons als kwaad toe schijnen. Het kwaad is altijd complex, veelal ondoorzichtig, omgeven door een glans (schijn) van waarheid.
Dat wij mensen totaal bedorven zijn, wil er algemeen niet goed in. Daartoe ontdekt en overtuigt de heilige Geest de zondaars aan wie Hij het waarachtige geloof schenkt, waardoor algehele vrijspraak en vergeving van het begane kwaad. In Christus maakt God ons mensen weer goed, in de diepste betekenis van het woord, d.w.z. recht. Recht van aard, en vaardig in het recht. De heilige Geest laat ons zondaars zien hoe mismaakt, jammerlijk, blind en naakt of wij wel zijn. Openbaring 3:17 Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb in geen ding gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind , en naakt.
Dan billijken wij God in Zijn recht en kennen Hem de eer van Zijn recht toe, Hij rechtvaardig, en wij strafwaardig. Maar hier is Hij het zelf die voor ons de weg in Zijn Enige Zoon tot behoud en volkomen verlossing heeft bereid. En dat biedt Hij ons aan in de belofte van het Evangelie. En wij, daartoe ontvankelijk en begerig gemaakt, ontvangen handen (het ware geloof) om dat aan te nemen. Dan zien en ontvangen wij in Christus het enige goede, het heilige en rechtvaardige, en maken wij de vrijwillige keus: Dat wil, dat zal ik doen, ik zoek de zegen, bij U alleen!
Hier voltrekt zich het wonder van vernieuwing, van overgang uit de dood in het leven, uit het kwade in het goede. Oneindig goed, volkomen gaaf, rein, heilig, onbesmet zien wij onszelf in Christus door het geloof. Alsof wij in Hem geen zonde ooit hadden gedaan, bekleed met Zijn gerechtigheid.
Dan wordt Hij ons alles.
En ook daarna worden wij pas goed gewaar wie we zijn, zoals Paulus getuigt: Romeinen 7:18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.
Daar staat echter Iemand tegenover, nl. Christus. En wie in Hem is, is een nieuw schepsel. Hij is de verpersoonlijking van God, het volkomen goede. Hij is bezig een goede en rechtvaardige wereld te bereiden.
Zijn rijk is een vrederijk en Hij is de Vredevorst.
Jes 8: 20: Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. King James: Dit komt, omdat er in hen geen licht is.