rechters 3, 12-30 vind ik zelf erg grappig:
Ehud, de zoon van Gera uit de stam Benjamin, een linkshandige. Deze Ehud ging namens de Israëlieten schatting afdragen aan koning Eglon.
Benjamin betekent: zoon van mijn rechterhand.
En verder:
trok Ehud met zijn linkerhand het zwaard van zijn rechterheup en stak het in Eglons buik. 22 De kling verdween tussen de vetkwabben, die zich daarna ook om het gevest sloten, want Ehud trok het zwaard niet terug maar liep snel de kamer uit, 23 de galerij op, nadat hij de deuren van het vertrek van binnenuit vergrendeld had. 24 Hij was nog niet weg, of de dienaren van de koning kwamen de zaal weer binnen. Ze merkten dat de deuren van het bovenvertrek waren vergrendeld en zeiden tegen elkaar: ‘Hij heeft zich zeker weer afgezonderd om zijn behoefte te doen.’ 25 Ze wachtten een hele tijd, maar de deuren van het vertrek werden niet geopend.
Toch een geniaal verhaal. Wel een beetje Eddy Murphy!