Ikke21 schreef:Sorry maar ik vind ik een hele rare discussie en ik krijg bij Heiden nogal een raar gevoel. Wil hij nu bewust tegen God schoppen of weet hij er echt niks van en wil hier wat van leren, wil je dat even duidelijk maken heiden, want eerder ga ik hier echt niet op in, sorry.
nou ik niet hoor.
ik herken die vraag van Heiden wel. Als je niet precies doorhebt wie God is of als je dat probeert te peilen, dan is het heel raar dat God ons bijna opdraag om hem te prijzen. Als Hitler dat doet dan krijgen we ook een erg ongelukkig gevoel. NEbukadnezar kreeg voor zo''n zelfde actie een grasdieet.
En als je dan ook nog zegt dat de mens geschapen is naar Gods beeld, waar haalt God dan het '' lef'' vandaan om zich te laten aanbidden door zijn soortgenoten?
Mag ik stukje uit mijn scriptie citeren? Geen antwoord is toestemmen:
In genesis 1:27 (9:6, 1 kor 11:7)kunnen we lezen dat de mens geschapen is naar Gods beeld. En het was de bedoeling van God dat de mens in volmaaktheid (job 32:8) zou leven en over de schepping zou heersen (ps 115:6). Geen enkel ander schepsel kreeg deze bestemming,a leen de mens. Maar de mens is zondaar geworden en is daardoor zijn bestemming kwijt geraakt. HEt beeld van God is daardoro verbroken, maar gelukkig niet helemaal verdwenen. God haat de zonde, maar heeft de zondaar lief. Daarom heeft Hijzijn Zoon gegeven om voor onze zonden te betalen, om ons tot onze bestemming terugte brengen. De band met God is daardoor weer geheeld, maar de gevolgen voor het leven van elke dag zijn daardoor niet verdwneen. God geeft ons izijn Heilige Geest om met de herstelwerkzaamheden te beginnen, om Gods beeld in ons te herscheppen.
Psychische moeiten komen voort uit het feit dat wij zondaar zijn en zelfs in zonde geboren worden. Dit is belangrijk om voor ogen te houden in het werk met clienten in de hulpverlening en met jongeren in de gemeente. Een mens is uit zichzelf niet op zoek naar God, terwijl God wel het antwoord is op alle problemen. Als je de geboden van God volgt, zal het je wel gaan. (deut 6:3, 18, 10:13, jes 48:17, Jer 7:23, efeze 6:3)
Een andere beschrijving van de mens sluit aan bij het beelddrager van God zijn. De mens heeft als Koning een grote verantwoordleijkheid gekregen om te zorgen voor alles wat op aarde leeft, groeit en bloeit. God heeft in zijn schepping zijn orde en regelmaat gelegd en het is onze taak om die orde te handhaven op gezag van God. Dit betektn dat wij duidelijk moeten zijn over gezag, regels, en orde binnen de samenleving, de gemeente en de gezinnen. Wij moeten als koningen vrede en gerechtigheid najagen. De mens is als profeert de vertegenwoordiger van God bij de mensen om hen het woord van God wat Hij ons bekend gemaakt heeft door te vertellen aan anderen. En als priester mag de mens God danken, loven en prijzen (ps100) omdat Christus door zijn dood en opstanding de weg naar de troon van God weer heeft vrijgemaakt.
God ziet ons als gelijkwaardig. Daarom mogen we Hem loven en prijzen. Aanbidden klinkt erg, maar dat past vooral bij het gebruik van een van zijn namen: koning en overwinnaar: die kan je aanbidden.