Schelpje haalt een preek naar boven van predikant Meeuse, waarin deze het volgende zegt:
De Goede Herder stelde Zijn leven niet voor alle mensen, maar alleen voor Zijn schapen (Joh. 10:11). De grote Hogepriester bad niet voor de wereld, maar voor de gegevenen van de Vader (Joh. 17:9). Ook voor hen die nog tot het geloof zouden worden gebracht (Joh. 17:20).
De Bijbel zegt echter:Joh 10:11 Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen.
Joh 17:8 Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hen gegeven, en zij hebben ze aangenomen, en zij hebben daadwerkelijk erkend dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd dat U Mij gezonden hebt.
9 Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij gegeven hebt, want zij zijn van U.
De gegevenen van de Vader waren dus mensen die geloofden en zijn Woord aannamen en daadwerkelijk erkenden dat Jezus van God was gezonden.
Waarom wordt dit systematisch weggelaten?
Waarom wordt er voortdurend de nadruk gelegd op de vermeende exclusiviteit van een paar ''uitverkorenen'', zonder erbij te vermelden dat het gaat om mensen die geloofden, aannamen en gehoorzaamden, waardoor zij de belofte van de Heilige Geest ontvingen?