Psalm 118

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

Gebruikersavatar
Boekenlezer
Generaal
Generaal
Berichten: 6378
Lid geworden op: 10 jan 2004 21:00
Locatie: Nel centro di Olanda

Psalm 118

Berichtdoor Boekenlezer » 02 apr 2008 09:11

Psalm 118 wordt wel de paaspsalm genoemd.
Dat hoorde ik afgelopen zondag, en dat vond ik wel een interessante opmerking.
Nou heb ik die psalm gisteren eens doorgelezen. Naar mijn eerste indruk was het vooral het lied van iemand, die uit de moeiten geholpen is door JHWH, wat die moeiten dan ook precies geweest zullen zijn (iets met vijanden of zo).
Maar de setting van Pasen kan ik tot nog toe nog niet zo eenvoudig plaatsen. Behalve dan dat je op een gegeven moment een paar verzen tegenkomt - vs. 22-23 - die nogal lastig te plaatsen zijn als je de psalm vanuit de situatie van de dichter probeert te lezen. Dat er naar die verzen in het NT verwezen wordt, wist ik wel. Blijkbaar betreft het een thema die trouwens nog wel breder in het OT aan de orde komt, gezien de tekstverwijzingen. (Jes 8:14; 28:16. Matt 21:42. Mark 12:10. Luk 20:17. Hand 4:11. Rom 9:33. Efez 2:20. 1 Petr 2:4, 7)
Tijd om dit verder uit te zoeken heb ik helaas nog niet gehad.

Verder was Pasen (Pesach) natuurlijk een joods feest, bedenk ik nu.

Kan iemand er meer over vertellen?
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. (Efeziërs 6:11)

Gebruikersavatar
em_ma
Kapitein
Kapitein
Berichten: 919
Lid geworden op: 10 feb 2008 13:06
Locatie: provincie utrecht
Contacteer:

Berichtdoor em_ma » 02 apr 2008 09:36

Heb jij de verklaring van Matthew Henry?
Die heb ik er op nageslagen en vind ik zelf wel heel duidelijk, ook de parallel die hij trekt van David naar Christus (vers 22, 23).
Dat heeft alles te maken met Pasen!
Psalm 27 : 11a
HEERE, leer mij Uw weg

Gebruikersavatar
elbert
Moderator
Berichten: 8770
Lid geworden op: 26 mei 2004 13:00

Berichtdoor elbert » 02 apr 2008 10:15

Psalm 118 is een psalm die Jezus met Zijn discipelen gezongen heeft voordat Hij naar Gethsemane vertrok:

Matth. 26:30 En toen zij de lofzang gezongen hadden, vertrokken zij naar de Olijfberg.

De lofzang waarnaar verwezen wordt, zijn de psalmen 113-118, ook wel het Halleel genoemd, die gewoonlijk bij het Pascha gezongen werden.

De link van Psalm 118 met Pasen zit volgens mij vooral in de verzen 22-24, waar staat:

22 De steen die de bouwers verworpen hadden,
is tot een hoeksteen geworden.
23 Dit is door de HEERE geschied,
het is een wonder in onze ogen.
24 Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft,
laten wij deze dag ons verheugen en verblijd zijn.


De Heere Jezus heeft hier Zelf meermalen naar verwezen en dit op Zichzelf betrokken (Matt. 21:42; Mark. 12:10; Luk. 20:17), maar dan vooral met de nadruk op het oordeel dat over Israel zou komen. Hij is dan ook een steen des aanstoots waarover de overpriesters en de schriftgeleerden zouden struikelen (zie ook Jes. 8:14 en Jes. 28:16 en de apostel Paulus in Rom. 9:33).
De apostel Petrus betrekt dit psalmvers op Jezus in Hand. 4 en legt daarbij bovendien de link met Pasen:

Hand. 4:10 laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, Die u gekruisigd hebt, maar Die God uit de doden opgewekt heeft, dat door Hem deze man hier gezond voor u staat.
11 Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is.


Vooral de combinatie dat het door de Heere geschied is (Ps. 118:23) en dat God Jezus uit de doden heeft opgewekt (Hand. 4:10) legt de link van deze psalm met Pasen. Pasen is het bewijs dat Jezus de hoeksteen geworden is (Rom. 1:4). Tegelijkertijd is Hij ook de steen des aanstoots voor degenen die niet in Hem geloven.
Tenslotte is Hij ook de Hoeksteen, het vaste fundament, waarop de Gemeente gebouwd wordt (Ef. 2:20).

Al deze elementen komen samen in 1 Petr. 2:

4 Want als u naar Hem toe komt als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar,
5 dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke slachtoffers te brengen, die voor God aangenaam zijn door Jezus Christus.
6 Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
7 Voor u dan, die gelooft, is Hij kostbaar; maar voor de ongehoorzamen geldt: De steen die de bouwers verworpen hebben, die is geworden tot hoeksteen, een steen waaraan men zich stoot en een rots waarover men struikelt;
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)

Gebruikersavatar
elbert
Moderator
Berichten: 8770
Lid geworden op: 26 mei 2004 13:00

Berichtdoor elbert » 02 apr 2008 10:37

em_ma schreef:Heb jij de verklaring van Matthew Henry?
Die heb ik er op nageslagen en vind ik zelf wel heel duidelijk, ook de parallel die hij trekt van David naar Christus (vers 22, 23).
Dat heeft alles te maken met Pasen!

Calvijn legt ook die link: net zoals David op een onopvallende manier gezalfd werd tot koning en verworpen werd door Saul, zo was Christus onopvallend (gedaante noch heerlijkheid, zoals Jes. 53 zegt) en werd Hij verworpen door de hele wereld. Toch werd Zijn Koninkrijk door God bevestigd.

Overigens zitten er nog veel meer aspecten aan deze psalm, lees ik nu (bijv. vers 26 wordt woordelijk geciteerd bij de intocht van Jezus in Jeruzalem), dus valt er nog wel meer over te zeggen, denk ik.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)

Gebruikersavatar
Marnix
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 24428
Lid geworden op: 03 dec 2002 23:50

Berichtdoor Marnix » 02 apr 2008 12:00

elbert schreef:Psalm 118 is een psalm die Jezus met Zijn discipelen gezongen heeft voordat Hij naar Gethsemane vertrok:

Matth. 26:30 En toen zij de lofzang gezongen hadden, vertrokken zij naar de Olijfberg.

De lofzang waarnaar verwezen wordt, zijn de psalmen 113-118, ook wel het Halleel genoemd, die gewoonlijk bij het Pascha gezongen werden.

De link van Psalm 118 met Pasen zit volgens mij vooral in de verzen 22-24, waar staat:

22 De steen die de bouwers verworpen hadden,
is tot een hoeksteen geworden.
23 Dit is door de HEERE geschied,
het is een wonder in onze ogen.
24 Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft,
laten wij deze dag ons verheugen en verblijd zijn.


De Heere Jezus heeft hier Zelf meermalen naar verwezen en dit op Zichzelf betrokken (Matt. 21:42; Mark. 12:10; Luk. 20:17), maar dan vooral met de nadruk op het oordeel dat over Israel zou komen. Hij is dan ook een steen des aanstoots waarover de overpriesters en de schriftgeleerden zouden struikelen (zie ook Jes. 8:14 en Jes. 28:16 en de apostel Paulus in Rom. 9:33).
De apostel Petrus betrekt dit psalmvers op Jezus in Hand. 4 en legt daarbij bovendien de link met Pasen:

Hand. 4:10 laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, Die u gekruisigd hebt, maar Die God uit de doden opgewekt heeft, dat door Hem deze man hier gezond voor u staat.
11 Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is.


Vooral de combinatie dat het door de Heere geschied is (Ps. 118:23) en dat God Jezus uit de doden heeft opgewekt (Hand. 4:10) legt de link van deze psalm met Pasen. Pasen is het bewijs dat Jezus de hoeksteen geworden is (Rom. 1:4). Tegelijkertijd is Hij ook de steen des aanstoots voor degenen die niet in Hem geloven.
Tenslotte is Hij ook de Hoeksteen, het vaste fundament, waarop de Gemeente gebouwd wordt (Ef. 2:20).

Al deze elementen komen samen in 1 Petr. 2:

4 Want als u naar Hem toe komt als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar,
5 dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke slachtoffers te brengen, die voor God aangenaam zijn door Jezus Christus.
6 Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
7 Voor u dan, die gelooft, is Hij kostbaar; maar voor de ongehoorzamen geldt: De steen die de bouwers verworpen hebben, die is geworden tot hoeksteen, een steen waaraan men zich stoot en een rots waarover men struikelt;


Hm ja. Tegelijkertijd moet het ook heel moeilijk zijn geweest door Jezus, Hij wist dat hij het laatste Paaslam was, dat het Pascha op Hem vooruit wees. Waar de Israelieten zich gered mochten weten door het bloed aan de deurpost en het lam dat werd geslacht, moest Jezus zelf zijn bloed geven, was Hij zelf het lam. Hij die door God verlaten zou worden en moest sterven zong dus teksten als:

5 In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER!’
En de HEER antwoordde, hij gaf mij ruimte.

10 Alle volken hadden mij ingesloten
– ik weerstond ze met de naam van de HEER –
11 ze sloten mij van alle kanten in
– ik weerstond ze met de naam van de HEER –
12 ze sloten mij in als een zwerm bijen
maar doofden snel als een vuur van dorens
– ik weerstond ze met de naam van de HEER.

17 Ik zal niet sterven, maar leven
en de daden van de HEER verhalen:
18 de HEER heeft mij gestraft,
maar mij niet prijsgegeven aan de dood.

Psalm 116 is wat dat betreft ook gevoelig.

Aan de andere kant, het moet heel erg van twee kanten gewerkt hebben, Psalm 118 kent ook hele mooie verzen. Sowieso omdat Jezus over de dood heen kon kijken. Daarnaast ook:

8 Beter te schuilen bij de HEER
dan te vertrouwen op mensen.
9 Beter te schuilen bij de HEER
dan te vertrouwen op mannen met macht.

3 Jullie sloegen mij en ik viel,
maar de HEER heeft geholpen.
14 De HEER is mijn sterkte, mijn lied,
hij gaf mij de overwinning.

20 Dit is de poort die leidt naar de HEER,
hier gaan de rechtvaardigen binnen.
21 Ik wil u loven omdat u antwoordde
en mij de overwinning gaf.
“We need leaders not in love with money but in love with justice. Not in love with publicity but in love with humanity.
― Dr. Martin Luther King, Jr.”

Gebruikersavatar
elbert
Moderator
Berichten: 8770
Lid geworden op: 26 mei 2004 13:00

Berichtdoor elbert » 02 apr 2008 12:18

Marnix schreef:Hm ja. Tegelijkertijd moet het ook heel moeilijk zijn geweest door Jezus, Hij wist dat hij het laatste Paaslam was, dat het Pascha op Hem vooruit wees. Waar de Israelieten zich gered mochten weten door het bloed aan de deurpost en het lam dat werd geslacht, moest Jezus zelf zijn bloed geven, was Hij zelf het lam.

Inderdaad. Daarom spreekt Jezus aan het kruis ook verschillende verzen uit Psalm 22 en Psalm 69 uit. Alles waar het Oude Testament over spreekt, komt bij het kruis samen.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)

Gebruikersavatar
Divrei Shmuel
Sergeant
Sergeant
Berichten: 377
Lid geworden op: 11 nov 2004 06:33

Berichtdoor Divrei Shmuel » 03 apr 2008 09:38

Alles voorgenoemd is waar. Maar ook de intocht vlak voor pessach, warbij Jesjoe'a werd binnengehaald door velen onder het wuiven der palmtakken van der verzen uit 118 worden uitgeroepen: Hosjanna, hosjanna (HASJEM geeft redding). Gezegend is Hij die komt in de Naam van HASJEM. (even uit m'n hoofd hoor, zit op werk).
Psalm 118 word ook op het loofhuttenfeest gebeden. Op loofhuttenfeest wordt er ook gewuifd met palmtak, mirte, beekwilg gebundeld en etrog (soort citrus).

Sam
Sjim'oe d'var-HASJEM gojim! - Hoor het woord van de Eeuwige, gij volken! (Jer.31:10)

Gebruikersavatar
Boekenlezer
Generaal
Generaal
Berichten: 6378
Lid geworden op: 10 jan 2004 21:00
Locatie: Nel centro di Olanda

Berichtdoor Boekenlezer » 07 apr 2008 21:20

Het is zover, ik heb de Hebreeuwse tekst van Psalm 118 doorgenomen. Daarom wou ik nu wat gaan schrijven over wat ik daarbij zoal tegen gekomen ben.
Vandaag de eerste helft van de verkenning van de tekst.
Bij die verkenning geef ik zaken door die ik zelf in de tekst zie staan. Ik heb nog geen commentaren geraadpleegd.



Verkenning van de tekst - I
Een opvallend kenmerk van Psalm 118 is, dat er nogal wat herhaling in voorkomt. Dan moeten we denken aan zinnen die herhaald worden, maar ook zinsdelen, of woorden.
Het begint meteen al met vers 1:
    Loof JHWH, want Hij is goed, zijn goedertierenheid duurt in eeuwigheid (הוֹדוּ לַיהוה כִּי-טוֹב כִּי לְעוֹלָם חַסְדּוֹ).
Dat vers komt exact overeen met het slotvers, vers 29. Zo krijgen deze verzen het karakter van een raamwerk om de psalm.

In de verzen 2 t/m 4 zien we de tweede helft van vers 1 herhaald worden: zijn goedertierenheid duurt in eeuwigheid (כִּי לְעוֹלָם חַסְדּוֹ), die formule die zo kenmerkend is voor Psalm 136 (Ned. vertalingen). Het betreft in die gevallen een oproep, om die zinsnede uit te spreken. Respectievelijk aan Israël, het huis van Aäron, en aan allen die JHWH vrezen.
    De oproepen, staan in het zg. imperfectum, of prefixconjugatie. (יֹאמַר en יֹאמְרוּ) Hier wordt deze 'tijdsvorm' gebruikt om modaliteit uit te drukken. Dat, wat wij in het Nederlands omschrijven met woorden als: kunnen, mogen, moeten, willen. Zie hierover J.P. Lettinga, Grammatica van het Bijbels Hebreeuws, §77 c5, blz. 165.
Dan gaat de psalm vanaf vers 5 meer in op de aanleiding voor datgene wat we in de voorgaande verzen vinden.
In de verzen 6 t/m 9 wordt de bescherming van JHWH geplaatst tegenover het vertrouwen op mensen.
Vers 6 valt daarin op door zijn mooie opbouw. De genoemde tegenstelling komt namelijk ook tot uiting in de literaire vorm van dat vers. Er staat:
    יהוה לִי לֹא אִירָא מַה-יַּעֲשֶׂה לִי אָדָם
    [JHWH li lo ira - mah-aeaseh li adam]
    JHWH is bij mij, ik zal niet vrezen - wat zal een mens mij doen?

Het eerste woord van het vers is de naam van God, JHWH. Daar achter staat: לִי [li]. Dat heb ik vertaald met: bij mij. Daarachter vinden we een werkwoordsvorm, met in dit geval een ontkenning ervoor: לֹא אִירָא, ik zal niet vrezen.
De tweede helft van dat vers heeft dezelfde opbouw, maar dan in omgekeerde volgorde. Eerst een werkwoordsvorm, met een vraagwoordje ervoor: מַה-יַּעֲשֶׂה, wat zal ... mij doen? Vervolgens zien we dan לִי [li] staan, wat hier te vertalen is met: (aan) mij. En tenslotte zien we het woord אָדָם staan, te vertalen met: mens.
JHWH staat aan het begin van de zin, en de mens aan het einde. Wat er na JHWH staat, komt overeen met wat er voor mens staat.
Het begin van vers 6 - יהוה לִי, JHWH is bij mij - is tevens het begin van vers 7.
De verzen 8 en 9 zijn bijna hetzelfde. Slechts het object van onterecht vertrouwen verschilt.
Wat de verzen 6 t/m 9 zeggen, zien we feitelijk ook staan in Romeinen 8:31: Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn?.

In de verzen 10 t/m 12 zijn ook weer zoveel overeenkomsten te ontdekken, dat we die als groep kunnen nemen. Het gebruik van het werkwoord סבב omsingelen, omringen in ieder vers valt op. In vers 11 staat het twee keer. Zo komt dat werkwoord hier dus vier maal voor.
Het einde van die drie verzen komt overeen: het is in de naam van JHWH, dat ik ze neergehouwen/weerstaan heb. (בְּשֵׁם יְהוָה, כִּי אֲמִילַם) We zien verschil in vertaling tussen enerzijds de SV/NBG'51, en anderzijds de WV'95/NBV, resp. verhouwen/neerhouwen en afweren/weerstaan. In het Handwoordenboek van Gesenius valt te lezen dat de vertaling van dit woord (hifil) onzeker is.


Tot zover voor vanavond. Later hopelijk meer.
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. (Efeziërs 6:11)

Gebruikersavatar
Boekenlezer
Generaal
Generaal
Berichten: 6378
Lid geworden op: 10 jan 2004 21:00
Locatie: Nel centro di Olanda

Berichtdoor Boekenlezer » 09 apr 2008 21:12

Dan vanavond het tweede deel van de verkenning van de tekst van Psalm 118


Verkenning van de tekst - II
Bij vers 13 stuiten we op een moeilijkheid. Dat is al te zien in de vertalingen: die verschillen sterk. De SV en de NBG'51 maken een overeenkomstige vertalingskeuze, terwijl de WV'95 en de NBV duidelijk een andere keuze maken.
Hoe de doorgegeven Masoretische tekst te vertalen is, is op zichzelf het probleem niet. (דַּחֹה דְחִיתַנִי לִנְפֹּל וַיהוָה עֲזָרָנִי) Maar wie goed leest zal opmerken dat hier wat vreemds staat. De Masoretische tekst wordt gevolgd door de SV en de NBG'51, zodat dit ook te zien is voor mensen die geen Hebreeuws lezen.
  • In de eerste plaats is het natuurlijk nogal vreemd als JHWH in de tweede persoon door de auteur aangesproken wordt, en als hij in dezelfde zin nog over JHWH in de derde persoon spreekt.
  • Bovendien zien we een tegenstelling tussen het eerste en het tweede zinsdeel. Dat zit niet alleen in de conjunctie, het nevenschikkend voegwoord (ו), wat hier met maar vertaald is. Dat is ook te zien in de werkwoorden: stoten (דחה) en helpen (עזר).
  • Als we dit vers vergelijken met de verzen 10 t/m 12, dan zien we dat daar de tegenstelling JHWH <-> mensen aan de orde is, net zoals dat ook al in de verzen 6 t/m 9 aan de orde was. Het zou passend zijn als vers 13 daarop doorgaat.

Als ik het bovenstaande overweeg kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dan dat hier iets aan de tekst rammelt. U hebt mij gestoten (דְחִיתַנִי) kan eigenlijk niet juist zijn. De Biblia Hebraica Stuttgartensia vermeldt dan ook een andere lezing in het tekstkritisch apparaat: ik werd gestoten (נִדְחֵיתִי). Die past duidelijk beter in de context, en daar kies ik dan ook voor. De vertalingskeuze van de WV'95 komt hier het dichtste bij. Daar is gekozen voor een derde persoon meervoud. Dat komt inhoudelijk eigenlijk op hetzelfde neer, en het sluit geweldig goed aan bij de voorgaande verzen.

Vanaf nu domineert het loven van God - wat overduidelijk het doel is van deze psalm getuige de 'omlijsting' (vers 1 en 29) - zeer sterk in deze psalm.
Het laatste deel van vers 15 komt helemaal overeen met dat van vers 16: De rechterhand van JHWH doet krachtige daden (יְמִין יְהוָה עֹשָׂה חָיִל). Betreft dit een citaat?

De vertaling "Ik ben niet gedood" (WV'95) in vers 17 heeft mijn keuze niet. In dat geval lijkt mij een perfectum (מַתִּי) in de Hebreeuwse tekst vereist. (Zie hierover J.P. Lettinga, Grammatica van het Bijbels Hebreeuws, §77 b-c, blz. 162-166.) De vertaling met een toekomstige tijd zie ik als de juiste.
We zijn inmiddels overigens wel in het interessantste deel van de psalm aangekomen. Dit vers, en de verzen die nu volgen, zijn echt verzen om over na te denken en te onderzoeken.
Vers 18: Jah heeft mij wel zwaar getuchtigd, maar niet aan de dood overgegeven.* (יַסֹּר יִסְּרַנִּי יָּהּ וְלַמָּוֶת לֹא נְתָנָנִי) De psalmdichter spreekt van tuchtiging. Hij wordt niet aan de dood overgegeven. Van Christus weten we dat hij wèl moest sterven.
Bij de verzen 19 en 20 is het interessant om nader te gaan onderzoeken wat de poorten van de gerechtigheid zijn, de poort waardoor de rechtvaardigen ingaan. Jesaja 26:2 spreekt daar ook van. En vergeet de poorten van het nieuwe Jeruzalem niet, die worden genoemd in Openbaring 21 en 22:14.
De verzen 21 t/m 24 horen naar mijn idee bij elkaar. Dat waar de auteur in vers 21 over spreekt, heeft volgens mij volop te maken met waar het in vers 22 en verder over gaat.
Vers 22, over de steen die door de bouwlieden afgekeurd is (אֶבֶן מָאֲסוּ הַבּוֹנִים), is een bekend vers. De Bijbel komt er vaker op terug, zie Jesaja 8:14, Jesaja 28:16 in het Oude Testament, en Mattheüs 21:42, Markus 12:10, Lukas 20:17, Handelingen 4:11, Romeinen 9:33, Efeziërs 2:20 en 1 Petrus 2:4 en 7 in het Nieuwe Testament.

Aan de Hebreeuwse tekst van vers 25, die ten grondslag ligt aan Ach JHWH, geef toch heil (of: redding) (אָנָּא יְהוָה הוֹשִׁיעָה נָּא), daaruit is de term Hosanna voorgekomen.
Gezegend is hij, die komt in de naam van JHWH (בָּרוּךְ הַבָּא בְּשֵׁם יְהוָה), wat we lezen in vers 26, komen we ook vaker tegen in het Nieuwe Testament. Zie Mattheüs 21:9, Mattheüs 23:39, Markus 11:9-10, Lukas 13:35, Lukas 19:38, Johannes 12:13. Blijkbaar speelde Psalm 118 nogal een rol in het messiaanse bewustzijn van Israël! Men was er bekend mee.

Hier laat ik het even bij. Ik pretendeer niet alles uitputtend behandeld te hebben, integendeel. Er is vast nog veel meer te zeggen. Maar voor de eerste verkenning van de tekst van deze psalm laat ik het hier even bij.


Voetnoot:
* Voor HEERE/HERE/HEER wordt hier inderdaad niet JHWH gebruikt, maar de verkorte vorm Jah (יָּהּ). Die zagen we voor het eerst in vers 5.
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. (Efeziërs 6:11)

Gebruikersavatar
Boekenlezer
Generaal
Generaal
Berichten: 6378
Lid geworden op: 10 jan 2004 21:00
Locatie: Nel centro di Olanda

Berichtdoor Boekenlezer » 10 apr 2008 20:41

em_ma schreef:Heb jij de verklaring van Matthew Henry?
Die heb ik er op nageslagen en vind ik zelf wel heel duidelijk, ook de parallel die hij trekt van David naar Christus (vers 22, 23).
Dat heeft alles te maken met Pasen!

Eh nee, die heb ik niet. Maar die zal vast wel ergens op internet te vinden zijn.
Ik heb overigens wel de commentaren van Calvijn op een CD-ROM. Die moet ik altijd nog eens installeren.

Wat betreft commentaren heb ik niet zoveel over Psalm 118. Alleen de WBC deel 21, van L.C. Allen. Die heb ik wel eens een beetje gelezen, maar die komt me nogal flets over. Als ik de psalm zelf bestudeer, bekruipt mij een gevoel van: er valt nog zoveel méér over te zeggen!
Het is mij wel duidelijk geworden tijdens het maken van de verkenning van de tekst (zie boven) dat Psalm 118 een heel interessante psalm is, waar heel wat over te zeggen valt. Genoeg wat ik hooguit alleen nog maar even genoemd heb, maar wat nog veel verder uit te diepen valt.

___________________________________________________

Dit is trouwens ook wel een leuke:
De kortste Psalm is Ps. 117, de langste Psalm is Ps. 119. Daar tussenin staat Psalm 118. En het wonderlijke is dat er 594 hoofdstukken voor Ps.118 staan en 594 hoofdstukken erna. Als je nu al die hoofdstukken bij elkaar optelt {594 + 594} kom je op 1188 hoofdstukken. Als je nu tussen de twee achten een dubbele punt plaats {118:8} dan staat er Psalm 118 vers 8, en weet u wat daar staat? “Het is beter bij de Here te schuilen dan op mensen te vertrouwen” {Ps.118 vers 8}. De centrale tekst in de Bijbel.

Die heb ik van hier. Hij komt vaker voor op internet, zoals bijv. hier.
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. (Efeziërs 6:11)


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 10 gasten