Ik weet het ook in de reformatorische kerken wordt de oproep gedaan om ons te haasten en te spoeden om ons levens wil. Hoewel de reformatorische kerken mij lief zijn vraag ik mij wel eens af of de oproep ‘haast u en spoed u om des leven wil’ wel juist is en op de Bijbel gegrond. Er wordt in de Bijbel wel opgeroepen ‘haast u’, maar dat wordt altijd in een gebed gedaan tot God gericht, en dan wordt er gevraagd of God zich haasten wil naar de mens zoals bijvoorbeeld deze Psalmen: 79:8 Gedenk ons de vorige misdaden niet; ‘haast U’, laat Uw barmhartigheden ons voorkomen; want wij zijn zeer dun geworden. Ps 71:12 O God, wees niet verre van mij; mijn God! ‘haast U’ tot mijn hulp.elbert schreef:Al is het honderd keer een eenzijdig Goddelijk werk (dat geloof ik net zo goed), toch worden we in de prediking opgeroepen om ons te haasten om ons levens wil. En de Heere wil dat we deze oproep ernstig nemen, want Hij werkt door middel van het Woord: zowel de ernst van de straf als de belofte van de heerlijkheid worden ons voorgesteld. Wanneer het Woord ons raakt, dan brengt het ons in beweging en dan blijven we niet zitten waar we zitten (of beter: dan blijven we niet liggen waar we liggen, want de mens is van nature geestelijk dood).
Met de aandrang tot geloven is niets mis, met de uitwerking soms wel. Dan kun je inderdaad een gearriveerd christendom krijgen waar alles er mee door kan: waar de wandel niet in de hemelen is. Maar de mens wordt opgeroepen om te vluchten uit de stad Verderf en te gaan tot het hemelse Jeruzalem (zie Bunyan's Christenreis). Wie zo op weg gaat zal in dit leven niet gearriveerd raken (hij is immers een vreemdeling en bijwoner hier), maar wordt ondertussen wel verzekerd van het eeuwige leven.
God werkt inderdaad door middel van het Woord, maar dan in het verlaten van de slechtigheden (wet) en te leven Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands (Spr 9:6). Die ‘slechtigheden’ zijn de overtredeingen van de wet zoals Spr 1:22 Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten? En dat ‘leeft’ is een bevel, inhoudende ene belofte van te zullen leven zoals Spr 3:25 zegt: Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt. En dat verstandelijke is: waardoor men tot het rechte verstand en de ware wijsheid geraakt, en dien de verstandigen betreden. 1Kon 8:36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.
Dus als het Woord ons raakt is niet om ons te haasten maar om ons te houden aan de wet waarin de rijke belofte wordt belooft te delen in de erfenis. Ik bedoel natuurlijk niet met de wet te houden zoals de Farizeeën het wettisch deden, maar voorafgaande aan het kennen en ondervinden van Christus door genade en geloof.
Naar mijn mening is het niet Bijbels om aan te dringen op geloven maar om te houden en dat laat Bunyan in zijn Christenreis zien, want al zijn arbeid was tenslotte ijdel en ging hij door genade in.