reform schreef:elbert schreef:reform schreef:In de bijbel staat duidelijk dat we ons moeten bekeren (Bekeert u). Dat is een actieve daad die van ons verwacht wordt. Ik snap niet waarom deze oproep in de bijbel zou staan als God alleen ons zou kunnen bekeren. Ik bedoel daarmee dat het onze keuze is om in hem te geloven.
Deze oproep staat in de Bijbel, omdat God Zelf werkt wat Hij eist. God gebruikt de dwaasheid van de prediking om ons zalig te maken(1 Kor. 1:21). God roept op tot bekering, dat is juist. Maar hoe komen we tot bekering? Door onze eigen keus? Als dat zo is, hoe zijn we dan tot die keuze gekomen? Vanuit onszelf of door de Heilige Geest? Door de Heilige Geest toch?
Ik neem aan dat bekeert u op iedereen slaat. Als God zelf werkt wat hij eist, dan zou iedereen bekeert worden.
Dat bekeert u komt inderdaad tot iedereen, dus niemand heeft een excuus. Maar God werkt wel degelijk zelf wat Hij (terecht van ons) eist, alleen niet in iedereen. Dat is Zijn vrijmacht, want Hij is niemand verplicht om dat wat Hij eist ook te werken in ons, zondige mensen (die verplichting geldt immers voor ons, niet voor God). Dus als Hij het werkt is het genade. Dus als we de goede keus maken is het God, Die het ons in het hart geeft (er is dus echt geen sprake van afwachten, want als we dat doen, kiezen we ook, maar dan voor de dood).
reform schreef: Dat we zondaren (doelmissers) zijn, betekent niet dat we niet kunnen kiezen om in God te geloven. Dat we zondaren zijn, wil ook niet zeggen dat we geen gelukzoekers zijn. Ik wil in ieder geval niet naar de hel hoor. Als zondaren zitten we in de verkeerde trein. We moeten overstappen (bekeren) om in de goede trein te komen.
Wij mensen zijn inderdaad gelukzoekers. Alleen zoeken we het geluk sinds de val van Adam en Eva altijd op de verkeerde plek, d.w.z. niet bij God, tenzij God met Zijn geluk tot ons komt. Onze wil is nl. na de zondeval niet meer vrij, maar geknecht door de zonde. Dus dat overstappen doet God en niet wij.
reform schreef:Als je nog niet gelovig ben, dan heb je volgens mij ook nog niet de Heilige geest (staat ergens in johannes).
Dat zijn we met elkaar eens, maar dat is hier ook niet aan de orde dacht ik. Want we kunnen niet geloven zonder de Heilige Geest. Hij geeft het ons.
reform schreef:elbert schreef:reform schreef:Nu lijkt het of het van ons alleen afhangt, maar dat is niet zo. God heeft de allereerste stap gezet door zijn Zoon naar de aarde te sturen om voor zonde aan het kruis te sterven. Ook kan God, terwijl we het niet willen aannemen ons bekeren, dat zag je bij Paulus. Als wij geloven dan worden we wedergeboren en dat is het werk van God. Hij zal ons niet alleen laten om zijn wil te doen, hoe moeilijk die worsteling ook is.
Laat ik het zo zeggen: als we wedergeboren zijn dan gaan we geloven (i.p.v. andersom). Of anders gezegd: als we geloven, dan zijn we blijkbaar wedergeboren. Het hangt niet van onze keuze af of we wedergeboren zijn, maar het hangt van onze wedergeboorte af of we de juiste keuze maken. Het klinkt allemaal nogal als dogmatisch geneuzel, dat weet ik, maar het is volgens mij wel een juistere manier om de Bijbel na te spreken.
Ik denk dat we eerst moeten geloven voordat we wedergeboren kunnen worden. Als we worden wedergeboren dan zal de Heilige Geest in ons werken om Zijn wil te doen. Pfoe wat moeilijk is dit zeg....
Als we eerst zouden moeten geloven voor we wedergeboren kunnen worden, dan zou het er donker voor ons uitzien. Want doden kunnen niet geloven en werken, alleen levenden. Wedergeboorte is immers dat we van dood levend worden? Zie bijv. ook Ez. 37, waar een voorbeeld gegeven wordt van de wedergeboorte van Israel als volk. God laat de dorre doodsbeenderen weer leven, geeft de Geest in hen en ze zullen weer tot een volk worden. Zo gaat het bij de persoonlijke wedergeboorte ook. Dorre doodsbeenderen geloven niet, maar als ze eenmaal tot leven zijn gekomen en er Geest in is gekomen, kan het niet anders of de mens die tot leven is gebracht gaat geloven en zich bekeren.
Ef. 2:1 En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden;
2 In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid;
3 Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen;
4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,
5 Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden),
6 En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;
7 Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
8 Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;