Ontstaan van steenkool (deel I)Ontstaan van steenkool in het carboontijdperk. Circa 300 miljoen jaren geleden is dat tijdperk begonnen en 80 miljoen jaren heeft dit tijdperk geduurd.
Nederland lag destijds waar Suriname zich nu bevindt.
De aarde is altijd in beweging en door bodemdaling kwamen bomen en planten onder water te staan.
Er kwamen deklagen over heen en door de tijd, druk en warmte ontstaat achtereenvolgens:
- Hoogveen cq laagveen (hoogveen ontstaat boven de zeespiegel in vennen, laagveen wordt gevormd onder de zeespiegel in grondwater); vervolgens
- Turf
- Bruinkool
- Steenkool
- Antraciet
- Grafiet
Is er sprake van een druk van 40.000atmosfeer en 1000 graden hitte dan is het eindresultaat
- Diamant
Link:
http://www.mijnbouwwim.nl/Kleur en ontstaan van bruinkool en vervolgens steenkoolWat betreft de kleur van bruinkool: de vraag is niet zo moeilijk. Wanneer zich een dik plantenpakket kan ontwikkelen (vrijwel altijd in moerassige gebieden met voldoende grondwater of regenwater), dan groeien de nieuwe planten bovenop de oude. De oude planten sterven af en vormen een humus pakket waarin het grond- of regenwater blijft zitten (werking van een spons). Doordat de afgestorven planten onder water komen, kan er geen (of zeer weinig) verrotting plaatsvinden. De plantenresten blijven dus bewaard, terwijl zich daarboven steeds hoger nieuwe planten ontwikkelen.
Door het gewicht van de bovenliggende lagen worden de onderste pakketten steeds verder samengeperst. Zo ontstaat veen. Omdat het chlorofyl (bladgroen) tijdens dit proces, verkleuren de planten naar bruin. Puur veen ziet dan ook gewoonlijk bruin (als er veel slib tussen zit kan het grijs of zelfs zwartig worden). In dit veen zijn de planten nog zeer goed afzonderlijk te herkennen (en gewoonlijk ook te determineren).
Gaat de aangroei van planten lang door, dan kan zo een zeer dik pak veen ontstaan, soms tientallen meters dik. (Als veen ontgonnen wordt, spreken we in Nederland van 'turf'. Het gewicht van de bovenliggende veen- en plantenlagen is echter niet voldoende om het veen in bruinkool te veranderen. Dat gebeurt wanneer zich nieuwe sedimentpakketten op het veen afzetten (bijvoorbeeld wanneer het moerasgebied wegzakt in een slenk, of wanneer een moerassig kustgebied door een zeespiegelstijging overstroomt) Sedimentpakketten van zo een tien meter of meer zijn zo zwaar dat een echt inkolingsproces begint, waarbij water uit het pakket wordt geperst, en waarbij de organische bestanddelen beginnen te ontleden. Gasvormige koolwaterstoffen gaan dan ontsnappen (bekend van moerasgas, methaan), en ook vloeibare bestanddelen worden met het water uitgeperst. Het resultaat is dat het bruine veen verandert in (meestal) bruine bruinkool. Dat is - door het verlies aan vocht - veel harder geworden. Door het inkolingsproces gaan ook de specifieke kenmerken van de planten verloren. Je ziet nog wel duidelijk dat het gaat om plantaardig materiaal, maar gewoonlijk kun je met het blote oog geen soorten meer determineren.
Wordt het pakket nog veel dieper begraven, dan gaat het inkolingsproces verder. De organische verbindingen van het plantaardige materiaal worden daarbij langzaam afgebroken. Er ontstaan gassen die voornamelijk bestaan uit koolstof en waterstof, zoals methaan en ethaan (die hetzij ontwijken naar het aardoppervlak, hetzij opstijgen tot ze een ondoordringbare laag tegenkomen en daar - in de poriën van het onder de impermeabele gesteenten liggende lagen bewaard blijven als aardgas). Ook ontstaan er gasvormige verbindingen tussen koolstof en zuurstof (koolmonoxide en kooldioxide) die net als de andere gassen naar het aardoppervlak ontsnappen of als 'verontreinigingen in het aardgas terechtkomen.
Wanneer de verbindingen tussen koolstof en waterstof (met soms ook wat zuurstof) groter zijn, dan ontstaan vloeibare verbindingen die in de vorm van aardolie of natuurlijk asfalt (bitumen) ontsnappen of ook weer in een oliereservoir kunnen worden opgesloten.
Door dit inkolingsproces verdwijnen vrijwel alle zuurstof en waterstof. Omdat planten vrijwel geheel bestaan uit zuurstof, waterstof en koolstof, blijft op den duur vrijwel alleen koolstof achter: steenkool. Omdat koolstof zwart ziet, ziet steenkool ook zwart.
Dat is - kort samengevat - de reden van het kleurverschil tussen bruinkool en steenkool.