Dat er een drempel wordt opgeworpen zodat niet iedereen zomaar predikant kan worden lijkt me goed. Als je enigzins de hand wilt houden in de leer die gepreekt wordt binnen een kerkverband zal dat moeten.
Die drempel zit hem allereerst in het feit dat je een studie moet volgen om predikant te worden. Als van de 15-20 predikanten daarvan maar een enkeling vervolgens wordt toegelaten vraag ik me af wat er mis is. Want dat er dan wat mis is lijkt me wel duidelijk. Die predikanten staan blijkbaar achter de leer, want anders gaan ze geen reformatorische theologische opleiding volgen. Hoe kan het dan dat er zo weinig mensen door de "screening" heen komen? Zijn die anderen dan allemaal dwaalleraren, mensen die een verkeerde leer aanhangen?
Je vraagt of anderen er verstand van hebben. Mijn vraag aan jou is: Weet jij waarom zoveel kandidaten worden afgewezen, om welke redenen? Omdat de leer omreformatorisch is? Of zouden er veel meer dingen meespelen?
Wat mij opvalt: de zaak wordt steeds benaderd alsof de curatoren iemand af kunnen houden om predikant te worden. Ik ben er van overtuigd, als het Gods wil is dat iemand predikant zal worden in de GG, dan zal hij dat echt wel worden. Maar dan op Gods tijd.
En ik durf te stellen dat God kan willen dat iemand predikant wordt... dat iemand die gave en roeping heeft... maar dat mensen tegen Gods wil in kunnen gaan. En ik vraag me sterk af of dat niet gebeurd als er zoveel mensen worden afgewezen. Daarom ben ik benieuwd naar de redenen waarom ze worden afgewezen.. en de redenen waarom zo'n groot gedeelte wordt afgewezen terwijl ze toch hebben gekozen voor een reformatorische theologische opleiding... en daar dus heel veel in onderwezen zijn.
Ik zou wel eens met zo iemand die afgewezen is willen praten.
De verdere punten geven al wat antwoord op mijn vragen.
Over die 2 vragen. Het is voorgekomen dat in het verleden iemand de 2 vragen voorgelegd kreeg, schitterend daarover vertelde, waardoor het curatorium het idee kreeg dat deze persoon toegelaten moest worden. Echter was er één van de predikanten die wat vreemde gevoelend had, dus kreeg hij van de overige aanwezigen de mogelijkheid een extra vraag te stellen. "Heeft u hetgeen u zojuist verteld beleefd, of heeft u het gelezen?" zo vroeg de predikant. Het antwoord was beschamend. De persoon had alles gelezen.
Goede zaak. Toch hou ik vragen. Waarom vertelde deze beste man niet de waarheid? Waarom vertelde hij zo schitterend? Zou dat misschien ook kunnen zijn omdat ze graag schitterende verhalen willen horen, omdat je een heel mooi verhaal moet hebben en anders word je gewoon niet toegelaten?
Worden er eisen gesteld? Ja er worden eisen gesteld. Iemand moet een persoonlijke bekering hebben, én een persoonlijke roeping tot predikant hebben.
Maar moet men een speicifieke datum en gebeurtenis van bekering kunnen noemen? Moet je in een droom, een visioen of op wat voor wonderlijke wijze dan ook, geroepen zijn door God? Zou het curatorium genoegen nemen met als antwoorden op deze vragen:
Ik wilde altijd al predikant worden en ik geloof dat God dat verlangen in mijn hart heeft gelegd en mij er ook kwaliteiten voor heeft gegeven. Ik ben met het geloof opgegroeid en het geloof is steeds meer voor me gaan leven.
Zou je met zo'n antwoord worden aangenomen?