Reactie op Klaas:
Ik kan er inderdaad wel inkomen, als je zegt dat je zegt dat nieuwe voorstellen om de bijbel te interpreteren met te weinig inlevingsvermogen afgewuifd worden. Ik zal heel eerlijk zeggen dat ik zelf artikelen op
Eén in waarheid en op
Gereformeerd blijven ook wel eens met dat gevoel gelezen heb. En onder inlevingsvermogen versta ik in dit geval dan: niet ingaan op het waarom van die andere visie, de gegevens waardoor die ander tot die visie komt. Je blijft dan als lezer toch wel met bepaalde vragen achter.
Je zegt dat ik wetenschappelijke problemen negeer. Nu zou ik daaraan toe willen voegen, dat ik een bepaalde kant belicht. In één bijdrage aan een discussie vertel ik niet alles wat er te vertellen is.
Als ik mijn eigen positie hierin omschrijf, dan moet ik zeggen dat die wetenschap best wel een heel vakgebied is, waar je in moet komen. Dat speelt voor mij ook een rol. En daarbij begin ik met een nogal cynische houding, zoals je hebt opgemerkt. Ik bestudeer de wetenschappelijke gegevens, en zoek daarin een weg. Voor mij speelt dus volop de vraag: welke wetenschappelijke gegevens zijn betrouwbaar, en welke niet? (Keiharde gegevens zoals 'daar ligt een steen' en 'daar zit die hoeveelheid C14 in' natuurlijk wel, maar hoe interpreteer je dat?)
De wijze zoals Voetius de bijbel beschouwde zou ik inderdaad niet voor mijn rekening willen nemen. Volgens mij had hij een veel te mechanistisch inspiratiebegrip.
Als jong kind kwam ik er al achter dat er geslachtsregisters in de bijbel staan. En daarmee kan je dan natuurlijk aan het rekenen gaan, en zo kom je op bepaalde getallen uit. Ik heb dat zelf als tienjarig kind al gedaan. Dat was een nieuwsgierigheid die toen al in mij zat. Ik weet nog wel hoe ik toen bezig was: de bijbelse gegevens op een rijtje zetten, en uitrekenen, en met de berekende gegevens een complete tijdbalk maken die ik dan op mijn slaapkamer ophing. De uitkomst van het jaartal van de schepping verschilde wel eens, afhankelijk waar ik begon te rekenen. Zo nam ik dan aan, dat Abraham in 2000 v. Chr. leefde, en vandaaruit verder rekenend kwam ik dan uit op een scheppingsjaartal van 3860 v. Chr. (Ik heb ook wel eens andere uitkomsten gehad, maar het ontliep elkaar niet zo heel veel.)
Ik dacht toen nog heel simpel: zo staat het in de bijbel, en waarom zou je dan tot andere getallen moeten komen? (Ik had namelijk allang wel opgevangen dat er orthodoxe christenen waren, die zeiden dat die geslachtsregisters niet geschikt zijn om de exacte ouderdom van de aarde te berekenen.) Dat begrip kwam toen ik op 17-jarige leeftijd een boek van W.J. Ouweneel zat te lezen, waarin stond dat de woorden die in de grondtekst gebruikt worden voor vader en zoon, niet direct dezelfde betekenis hoeven te hebben zoals dat bij ons heeft: slechts één generatiewissel. Maar dat daar meer tussenin kan zitten, en dat we de formule 'A verwekte B' beter kunnen lezen als: A verwekte (een voorvader van) B. Dat zal waarschijnlijk ergens terug te vinden zijn in
De ark in de branding.
Maar er zijn ook vandaag de dag christenen die het letterlijk zo zeggen: de aarde is ongeveer 6000 jaar oud. In een kerkverband als de Gereformeerde Gemeenten heb ik het zelfs zo van de kansel horen zeggen! (Door meer dan één predikant! Ik zou de namen zo kunnen noemen.)
In dat geval kies ik toch een wat ander uitgangspunt. Je zult mij niet horen zeggen: de aarde is ± 6000 jaar oud, op grond van de bijbel. In de Studiebijbel Oude Testament van CvB, het deel over Genesis en Exodus, staat dat geleerden de zondvloed op ongeveer 10.000 v. Chr. schatten. (Zie excurs 1 op blz. 964 onder conclusie.) Ik kan daar prima mee uit de voeten. Dat is inderdaad wel wat anders, dan ongeveer 2300 v. Chr. waar je op uit zou komen als je de zondvloed met de bijbel zou berekenen. Ik kan mij nog goed herinneren dat mijn geschiedenisleraar dat getal noemde toen ik in de brugklas zat, en dat dat toch onmogelijk waar kon zijn dat in zo korte tijd de beschavingen tot zo'n hoogte konden opbloeien als in de tijd van Abraham. Toen die leraar dat genoemde, herinnerde ik mij dat getal van de berekeningen die ik als tienjarig kind maakte, dus ik wist exact waar hij het over had. Hij sprak voor mij absoluut geen Frans, om het zo eens te zeggen.
Historici laten de tijd van de egyptische cultuur beginnen zo rond 3000 v. Chr., en dat is gebaseerd op geschreven bronnen. Dan zit je dus al in de knel met een zondvloed van 2300 v. Chr. Maar ook m.b.t. de overlevering van de tekst merk je al, dat die hierin niet eenduidig is, want met de Septuaginta kom je al op een heel ander jaartal voor de zondvloed uit, zo'n 3000 v. Chr. op zijn minst. Ik kan een jaartal van ongeveer 3000 v. Chr. dus prima aanvaarden als begin van de oud-egyptische tijd.
De vraag komt vervolgens voor mij op in hoeverre niet-geschreven bronnen betrouwbaar zijn. Er worden in de wetenschap meer methoden gebruikt. De C14-methode is er zo een. In hoeverre weet je dan wat dat precies zegt, als je een bepaalde hoeveelheid radioactieve atomen in een oud overblijfsel aantreft? In eerste instantie voel ik dan een behoefte aan het nemen van afstand, en niet zomaar alles te geloven wat geleerden beweren. Ik voel me immers helemaal niet zo zeker dat al hun vooraannames kloppen. Ik moet voor mijzelf daarin dan nog mijn weg vinden. Vandaar dus mijn relativering, waarover je het had.
De ouderdom van de aarde is in de geschiedenis op diverse wijzen berekend. Zo berekende
Halley in 1715 de ouderdom van de aarde m.b.v. het zoutgehalte in de oceaan. Hij ging dan uit van een beginstadium van water zonder zout, en nam daarbij de hoeveelheid zout die rivieren toevoeren aan de oceaan. Hij kwam uit op zo'n 90 miljoen jaren. (Een heel ander getal dan waar men in de evolutietheorie vanuit gaat!) En
Kelvin deed in 1900 berekeningen met het warmteverlies van de aarde als uitgangspunt, waarbij hij een volledig gesmolten toestand als beginpunt nam, en kwam uit op 25 tot 100 miljoen jaren. Je ziet dus dat ouderdomsbepalingen aan de hand van natuurkundige/scheikundige gegevens erg afhankelijk is van vooraannames. Aangezien ik nog niet zo erg thuis ben in die wereld, vind ik het het veiligste om die methoden met kritische distantie te benaderen.
Dat is niet mijn enig argument voor mijn kritische houding. Er speelt meer. Ook het gegeven dat de mens zo enorm afhankelijk is in zijn denken speelt voor mij mee. Je ziet dat in de geschiedenis: wat de een denkt, wordt bepaald door wat anderen voor hem dachten, en ook allerlei contemporaine omgevingsfactoren. Dat gegeven maakt ook dat ik behoefte voel om in eerste instantie een bepaalde afstand in acht te houden tot wat wetenschappers beweren. Het moet eerst maar eens blijken in hoeverre dat precies betrouwbaar is. Gegevens is één, de interpretatie daarvan is nog wat anders.
Wel is het zo, dat ik graag eerlijk met de gegevens omgaan die er zijn. Vinden wij gegevens die bij ons vragen oproepen m.b.t. de bijbel? Dat zij dan zo. Dan mogen die gegevens niet ontkend of verzwegen worden. Struisvogelpolitiek is uit den boze. Ook ben ik geen voorstander van een al te tendentieus omgaan met gegevens. Je ziet dat helaas nogal eens als er een sterke geloofsovertuiging in het spel is. Niet alleen bij christenen (creationisten), maar net zo goed bij evolutionisten. De gegevens komen dan onder een loodzware hypotheek van de ijzeren wil tot een bepaalde interpretatie te staan. Dat mag dus niet! We moeten wel eerlijk blijven. Ook in dat opzicht ben ik graag nuchter: gewoon ontspannen de feiten onder ogen zien, en eventueel eerst maar eens wachten met interpretaties.