Hier is hij dan...
Dus de vraag is of ik uit wil leggen waarom ik denk dat de zesde leerstelling niet klopt?
Ik probeer het...
PS ik gebruik de gangbare terminologie, sorry voor de mensen die het daardoor misschien enigszins wazig vinden.
Eerst de leerstelling:
Kersten schreef:6. Dat de verantwoordelijkheid van elk mens wortelt in de schepping. Geschapen naar Gods beeld, eist God van de gevallen mens Zijn beeld terug. En die verantwoordelijkheid is groter naarmate God met hem bemoeienissen maakt. In het bijzonder wordt de verantwoordelijkheid groter door de ernstige aanbieding van Christus en de verbondsweldaden in het Evangelie, als blijkt uit vele plaatsen, als Ez. 33:11; 2 Kor. 5:20; Matth. 23:37; Luk. 10:13-15; Joh. 3:36, 5:40; Openb. 22:17 enz.
PS geen van deze teksten behandelt de vraag, waar de verantwoordelijkheid van de mens precies ligt.Deze leerstelling impliceert echter, dat de mens nog steeds primair geoordeeld wordt op het al dan niet houden van de wet, terwijl o.a. uit onderstaande tekst blijkt, dat de gelovige primair geoordeeld wordt naar het evangelie, niet naar de wet.
Paulus schreef:Rom. 4:4 Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld.
5 Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.
En daaruit zou je misschien de consequentie moeten trekken, dat ook zij die verloren gaan primair veroordeeld worden op het NIET geloven in de Zoon van God. Als je de lijn van deze tekst:
Paulus schreef: Rom. 2:12 Want zovelen, als er zonder wet* gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en zovelen, als er onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden
*wet = hier wet van Mozes, wet der werkendoortrekt, zou je kunnen stellen: iedereen die onder het evangelie (wet des geloofs) leeft (wet des geloofs staat m.i. hoger dan de wet der werken), wordt primair beoordeeld op de vraag, of hij al dan niet in de Zoon van God gelooft heeft. Romeinen 3 (dus het volgende hoofdstuk!) geeft daar een goede grond voor:
Paulus schreef: 27 Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.
28 Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet.
De 6e leerstelling gaat hier m.i. tegen in, door te stellen dat de verantwoordelijkheid groter wordt, als de mens het evangelie hoort. Dit veronderstelt dus, dat er OOK nog verantwoordelijkheid in de schepping ligt (lees hem na en oordeel zelf).
Maar de verantwoordelijkheid ligt voor iedereen, die onder het evangelie leeft, ALLEEN in het al dan niet geloven (meen ik te mogen concluderen).
Deze formulering (van de leerstelling, dus) komt voort uit het feit, dat volgens de gergem het verbond alleen met de uitverkorenen gesloten wordt. Dan kun je namelijk nooit stellen, dat iedereen tot geloof KAN komen, dus is het ook onzinnig om te zeggen, dat dat het criterium is, waarop men geoordeeld wordt. Dat is denk ik de reden, dat de gergem zegt dat de basisverantwoordelijkheid nog steeds in de schepping ligt.
Zo, volgens mij was dat het. Ik ben benieuwd naar je reactie, kootje...
Together, we can. But we won't.
Goodbye.