N.a.v. een artikel in de Wekker, dat zo begon:
Spreken ging haast niet meer. Zijn lichaam was ernstig verzwakt door de ziekte die hem getroffen had. Al eerder had hij zijn vrouw en één van zijn kinderen verloren, en zo oud was hij nog niet. De dominee had hem al vaak bezocht, maar wist niet meer wat hij moest zeggen. Zullen we bidden ... vroeg hij, aarzelend. Zacht, maar wel overtuigd klonk het antwoord: ... ook danken, dominee!
Het zal niet iedereen gegeven zijn om op deze wijze te kunnen spreken. Ze zijn me altijd bijgebleven, deze woorden van mijn oom, zoals zijn dominee ze doorgaf bij de begrafenis. Kostbare woorden.
Altijd danken?
Zou ik dat in zulke omstandigheden kunnen zeggen? Zou u dat kunnen? Ze doen denken aan wat we vinden bij Habakuk: Al zou de vijgeboom niet bloeien, al zou er geen vrucht aan de wijnstok zijn, nochtans zal ik juichen in de HERE ... Aan de Filippenzen schrijft Paulus: Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wanneer we ze onzorgvuldig hanteren, kunnen deze woorden gemakkelijk schuldgevoelens tot gevolg hebben. "Je zou dankbaar moeten zijn, je bent er immers nog!” "Je mist je man of vrouw, maar je hebt toch je kinderen?” Of: "Je hebt ze niet, dan heb je de zorgen ook niet.”
Je leven ging anders, misschien zo onbegrijpelijk anders dan je ooit had kunnen denken. Je ziekte of handicap is naar, maar het kan altijd erger. "Je zou het wat positiever moeten bekijken ...”. Het kan in min of meer bedekte termen tegen je gezegd worden, je kunt het ook jezelf voorhouden, of denken dat het moet wanneer je in God gelooft. Habakuk en Paulus bedoelen echter niet dat we meer naar het goede been dan naar het slechte moeten kijken. Ze bedoelen niet dat we onze kracht moeten zoeken in het goede dat er toch ook nog is. Ze wijzen een weg die verder omhoog voert!
Tot zover...
Toen ik op ZOEKEN klikte en het woord DANKEN intypte, vond ik maar één oud topic hierover, dat bovendien al na 1 bladzijde gesloten was.
Neemt danken dan een minder belangrijke plaats in, in ieder's leven, dan bidden?