Berichtdoor gravo » 17 jan 2020 23:56
Als je op het gereformeerde erf over het verbond begint, is een discussie nooit ver weg. En dan heb ik het niet over christenen die verschillende bedelingen onderscheiden en de beloften voor Israël sterk onderscheiden van de beloften voor de volken, de evangelische christenen dus die gereformeerden op dit punt vaak hartgrondig bestrijden, maar dan heb ik het over mensen die allen de klassieke gereformeerde theologie navolgen. Kennelijk is er altijd al spanning geweest rond het thema 'verbond' in de gereformeerde theologie. Er is onderscheid te maken tussen theologen die het verbond als thema in de omgang van God en mens sterker en minder sterk benadrukken.
Het komt er dus op neer dat je over het verbond altijd een mening moet hebben op dit erf. Een neutraal standpunt is moeilijk, laat staan een eenduidig en voor iedereen aannemelijk standpunt. De verschillende inzichten hebben ook geleid tot verschillende concepten. Twee verbonden (werkverbond en genadeverbond) of drie verbonden (werkverbond, verbond der verlossing en genadeverbond). Kortom, voor je het weet word je bedolven onder een gigantische stapel artikelen, uitspraken, boeken, kerkblaadjes, preken en andere lectuur uit de oude doos, dat allemaal als nieuwe, pas ontdekte waar wordt aangeprezen.
Ik zal maar volstaan met hoe ik het zelf zie.
Ik ben er sterk voorstander van om de verhouding tussen God en mens eenduidig en universeel te houden. Niet voor niets benadrukt de Bijbel dat er maar één God is en niet voor niets is er maar één menselijk geslacht, gesymboliseerd en samengevat in Adam.
Vervolgens zijn er, als je alle franje er vanaf haalt, ook maar twee werkelijkheden. Dat is ofwel een harmonieuze relatie tussen Schepper en schepsel (de paradijs-situatie), dan wel een verstoorde relatie tussen God en mens.
Dat God en mens op elkaar aangewezen zijn, naar elkaar toetrekken en zelfs op elkaar lijken, komt in het scheppingsverhaal al duidelijk naar voren. God wil mensen maken, Hij schiep hen naar Zijn beeld en Adam (de mens) wandelde met God. Dit lijken mij de kernzaken als je het over een verbond wilt gaan hebben. God en mens houden sowieso verband met elkaar.
Voor mij is het onderscheid tussen Israël en de volken op dit punt niet essentieel. Het volk Israël is niet meer, anders of unieker mens voor Gods aangezicht, dan de andere volken mens zijn voor Gods aangezicht. God heeft met het scheppen van de mens, een menselijk geslacht geschapen (vandaar de oproep om zich te vermenigvuldigen). En dat behelst alle mensen. Uit Israël en de volkeren.
Naar mijn idee zegt de gereformeerde theologie het goed, wanneer zij spreekt over twee verbonden, het werkverbond en het genadeverbond.
Het eerste verbond is eenvoudigweg de onderlinge belofte van God en mens om elkaar als Schepper en schepsel te eerbiedigen, te respecteren, te eren en zo de relatie in stand te houden. Het werkverbond beoogt de schepping die "zeer goed" is, te bewaren en te onderhouden. Wie zich aan de wederzijdse rechten en plichten van dit werkverbond houdt, zorgt ervoor dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de paradijselijke werkelijkheid van God en mens. Ze staan niet tegenover elkaar, er heerst geen kwade macht, de dood, de pijn en de sterfelijkheid zijn afwezig. Het werkverbond is het verbond dat de eeuwige heerlijkheid bewaakt.
Wij kennen de Bijbel: het is precies dit werkverbond dat eenzijdig door de mens verbroken wordt. Jaloezie, twijfel, ongehoorzaamheid verderft de relatie tussen God en mens, de dood steekt de kop op, de mens wordt uit het paradijs verdreven. Het kwaad, de moeite, de pijn en de sterfelijkheid doen hun intrede. Het werkverbond is verbroken. En dat geldt voor alle mensen, voor het hele menselijke geslacht. God was trouw, maar de mens ontrouw. Hij is zondaar geworden. Wij zijn in Adam allen zondaar geworden. En wij missen de heerlijkheid van God.
God vernietigt het paradijs echter niet. Hij laat het bestaan, maar het is een lege hof bewaakt door engelen met vurige zwaarden.
Dat is een aanwijzing voor wat er daarna volgt. De vrije mens, door God geschapen naar Zijn beeld, kon de vrijheid niet aan, maar God geeft de schepping niet op. Van zijn kant blijft de trouw wel bestaan. Hij wil de relatie niet opgeven. God is liefde. De scheiding die zich heeft voltrokken is wat God aangaat niet definitief. Wat wij niet kunnen, kan God wel. Volharden in de liefde.
Hij wil de mens zover krijgen dat Hij met een nieuwe afspraak, met nieuwe wederzijdse beloften, met een nieuw verbond de relatie, het paradijs, de harmonie en de eeuwige heerlijkheid weer kan herstellen. De gereformeerde theologie gebruikt het woord her-schepping. Zeer terecht. Want het verlossingsplan van God heeft alles te maken met Gods oorspronkelijke doel: de schepping van de mens. God is tegen de eenzaamheid en voor de gemeenschap.
Nu de mens verdorven en verloren is, sluit God een ander verbond met het menselijk geslacht, het genadeverbond. Om de gemeenschap te herstellen.
De kern daarvan is niet meer dat de mens door gehoorzaamheid en door rechten en plichten te vervullen de eeuwige heerlijkheid bewaart en onderhoudt. Die afspraak is definitief stuk gelopen.
Nee, de kern daarvan is dat de mens zich volledig overgeeft aan God, wetend dat hij geen gelijkwaardige verbondspartner meer is. De verhoudingen zijn volstrekt anders geworden. Er is er maar één trouw en standvastig gebleven en dat is God. De andere partij, het menselijk geslacht, wij dus, zijn niet meer bij machte om een been bij te trekken, om nog met mooie beloften te komen, om nog net te doen alsof we toch met veel ijver en goede werken nog op voet van gelijkheid kunnen komen. Nee, het menselijk geslacht is nu volledig aangewezen op wat God wil en kan. We moeten wachten wat Hij met ons voor heeft. We hebben de touwtjes niet meer in handen. We moeten het van genade hebben. Vandaar: genadeverbond.
De aard van het genadeverbond is dus niet dat we er recht op hebben. God vraagt ook niet meer naar onze credits, certificaten, bewijzen van goed gedrag, diploma's, getuigschriften en dergelijke. Nee, God vraagt alleen aan ons of wij geloven dat Hij het goed kan maken. Het is het naakte geloof. Het is de vraag van God aan ons of we het aandurven om alles aan Hem over te laten. Of we willen tekenen bij het kruisje. Om arm, naakt en blind te geloven in de enig mogelijke weg ter verlossing.
Vertrouwen en geloof. Meer wordt niet gevraagd om een verbondspartner te zijn in het nieuwe verbond.
Inhoudelijk wordt in de tijd duidelijk waar dit om gaat. Via Israël wordt de Messias aangekondigd. In Jezus Christus is Hij ook daadwerkelijk gekomen, als Middelaar tussen God en mens. Door Zijn werk (niet het onze!) worden de zonden weggedragen. De Zoon Gods was ook het Lam Gods. Door Zijn striemen is er genezing. Door Zijn dood is de oude mens, zeg maar de mens die we zijn in Adam, gestorven en door Zijn opstandig is een nieuwe mens tot leven gewekt. De herschepping. De wedergeboorte.
De inhoud van het genadeverbond is nu dat we dit alles volledig en zonder schroom, twijfel of achterdocht omarmen. Dat is genoeg.
Wie gelooft in Gods Zoon heeft het eeuwige leven.
Dit genadeverbond is een verbond dat aan het gehele menselijke geslacht wordt aangeboden. let wel, het wordt niet met het hele menselijke geslacht gesloten. Want voor een verbond zijn twee partijen nodig, die een wederzijdse toestemming moet geven. De eisen aan weerszijden zijn:
1. God verplicht Zich om alles te doen wat nodig is om ons zalig te maken. Hij zorgt ervoor dat de paradijstuin weer geopend wordt, dat we zonder zonden weer tot die heerlijkheid kunnen toetreden. Hij heeft dit gedaan door Zijn Zoon te zenden, Die alles volbracht heeft.
2. De mens gelooft dit.
Als deze twee voorwaarden vervuld zijn, dan is het verbond gesloten en bekrachtigd. Het verschil met het werkverbond is dat het niet meer kan worden verbroken. Niet door God, niet door de mens. Want God zorgt er niet voor 99% voor dat we zalig zullen worden, nee Hij zorgt er voor de volle 100% voor. Onze inbreng is nul. En daarom is het een onverbrekelijk verbond. En daarom zeggen en weten we ook zeker dat God ook het geloof in ons werkt. Ook dat hoort tot die 100%. Zodra het weer afhankelijk zou worden van onze bijdrage (geloof als een soort werkzaamheid) dan zou het verbond vast en zeker weer verbroken worden. Maar dat heeft God ten enenmale onmogelijk gemaakt. Hij heeft alle touwtjes in handen.
De manier waarop God mensen laat geloven en ze dus op die manier redt, is heel eenvoudig en bekend: door deze zeer goede boodschap (het Evangelie) overal bekend te maken. Deze boodschap is zó goed, zó verlossend en zó zaligmakend (zó krachtig) dat het vele mensen tot geloof brengt. God weet wat Hij doet.
Hij biedt het nieuwe leven, het heil, het paradijs aan aan iedereen die het horen wil. Veel meer is niet nodig.
Wie gelooft ontvangt alle zegeningen van het genadeverbond. Gratis en voor niets. Wie wil neme het water des levens.
Geloof is niet hard werken, het is geen verdienste, het is geen innerlijke kwaliteit.
Geloven is: Geef het op! Laat het aan God over!
Neem van mij aan dat God u kent en liefheeft! Neem Zijn belofte voor waar aan! Zie uzelf nu eens met 0% voor God staan.
Meer heb je niet nodig. Teken bij het kruis.
Er zijn mensen die niet geloven, met wie het genadeverbond niet wordt gesloten. Maar zij kunnen daar geen argumenten voor hebben.
Dat snapt een kind.
gravo
'Von Gott wissen wir nichts. Aber dies Nichtwissen ist Nichtwissen von Gott'
(Franz Rosenzweig, Der Stern der Erlösung)