Cahier schreef:Als in het Nieuwe Testament wordt gesproken van Gemeente Gods of Mijn gemeente duidt dat de christelijke Kerk aan. In het Oude Testament heeft soortgelijk taalgebruik daarentegen betrekking op het volk Israël die daar als Kerk van Christus wordt getypeerd. De term oogappel komt in de hele bijbel maar een paar keer voor. Waarom moet dit dan worden toegepast op “Gods volk a la Korach, Datan en Abiram" (Num. 16:41)?"
Dit is wel een hele simplistische voorstelling van zaken. Natuurijk, het woord oogappel staat er maar een paar keer. Maar heb je ook gezien hoe veel vaker er sprake Gods liefde tot Israël? Hieronder een
kleine bloemlezing.
Deut. 4:37-38
37 Omdat Hij uw vaderen
liefhad en hun nageslacht na hen verkozen had, heeft Hij u Zelf met Zijn grote kracht uit Egypte geleid,
38 om volken die groter en machtiger zijn dan u, van voor uw
ogen uit hun bezit te verdrijven, om u in hun land te brengen
en het u als erfelijk bezit te geven, zoals het op deze dag is.
Deut. 7:6-8
6 Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God.
De HEERE, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat
Zijn persoonlijk eigendom is.
7 Niet omdat u groter was dan al de
andere volken
heeft de HEERE liefde voor u opgevat en u uitgekozen, want u was het kleinste van al de volken.
Deut. 23:5
5 De HEERE, uw God, echter wilde niet naar Bileam luisteren, maar de HEERE, uw God, heeft de vloek voor u in een zegen veranderd,
omdat de HEERE, uw God, u liefhad.Deut. 32:10
10 Hij vond hem in een woestijngebied, in een woeste, huilende wildernis. Hij omringde hem, Hij onderwees hem,
Hij beschermde hem als Zijn oogappel.Deut. 33:12,29
12 Over Benjamin zei hij:
De door de HEERE beminde, hij zal onbezorgd bij Hem wonen. Hij zal hem heel de dag beschermen, en tussen zijn schouders zal Hij wonen!
29
Welzalig bent u, Israël! Wie is zoals u? U bent
een volk dat door de HEERE verlost is.
Hij is een schild
en een hulp voor u, Hij is uw majesteitelijke zwaard; daarom zullen uw vijanden zich geveinsd aan u onderwerpen, en ú zult hun hoogten betreden!
Ps. 47:5
5 Hij kiest voor ons ons erfelijk bezit uit: de glorie van
Jakob, die Hij heeft liefgehad.
Ps. 74:19
19 Geef aan de
wil de dieren de ziel van
Uw tortelduif niet over, vergeet niet voor altijd het volk van Uw ellendigen.
Ps. 94:14
14 Want d
e HEERE zal Zijn volk niet in de steek laten, Hij zal Zijn eigendom niet verlaten.
Jes. 5:7
7 Want de wijngaard van de HEERE van de legermachten is het huis van Israël, en de mannen van Juda zijn
Zijn lievelingsplant.
Jes. 27:2-3
2 Op die dag zal er een wijngaard zijn van bruisende wijn; zing ervan in beurtzang!
3
Ik, de HEERE, bescherm hem, elk ogenblik bevochtig Ik hem. Opdat
de vijand hem niet kan beschadigen,
bescherm Ik hem nacht en dag.Jes. 41:8-9
8 Maar u, Israël, Mijn dienaar, u, Jakob,
die Ik heb verkozen, het nageslacht van Abraham, die Mij liefhad,
9 u, die Ik gegrepen heb van de einden der aarde, geroepen uit haar uithoeken, en tegen wie Ik zei: U bent Mijn dienaar, Ik heb u verkozen,
Ik heb u niet verworpen.Jes. 46:3-4
3 Luister naar Mij, huis van Jakob, en heel het overblijfsel van het huis van Israël,
u, die door Mij gedragen bent vanaf de moederschoot, gedragen vanaf de baarmoeder.
4 Tot
uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot
uw grijsheid toe zal Ík
u[]/i dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal [i]u opnemen,
Ík zal dragen en redden.Jes. 62:4-5, 12
4 Tegen u zal niet meer gezegd worden: verlatene, en tegen uw land zal niet meer gezegd worden: woestenij, maar
u zult genoemd worden: Mijn welgevallen is in haar, en uw land: getrouwde;
want de HEERE verlangt naar u, en uw land zal getrouwd worden.
5 Want
zoals een jongeman trouwt met een jonge vrouw, zo zullen uw kinderen trouwen met u;
zoals een bruidegom zich verblijdt over zijn bruid, zo zal uw God Zich over u verblijden.12 Zij zullen hen noemen: het heilige volk,
de verlosten van de HEERE, en u zult genoemd worden: Gezochte, Stad die niet verlaten is.
Jer. 31:2-5,20
2 Zo zegt de HEERE: Het volk dat aan het zwaard ontkomen was, heeft genade gevonden in de woestijn, toen
Ik op weg ging om hem, Israël, tot rust te brengen.
3 Van verre
tijden af is de HEERE aan mij verschenen:
Met eeuwige liefde heb Ik u liefgehad, daarom heb Ik u getrokken
met goedertierenheid.
4
Ik zal u weer bouwen en u zult gebouwd worden, maagd Israël. Opnieuw zult u zich tooien met uw tamboerijnen, opnieuw zult u uittrekken in een reidans van vrolijke
mensen.
20
Is Efraïm voor Mij niet een dierbare zoon, is hij
voor Mij niet een lievelingskind? Want zo dikwijls als Ik tot hem spreek, denk Ik nog voortdurend aan hem.
Daarom is Mijn binnenste bewogen over hem, Ik zal Mij zeker over hem ontfermen, spreekt de HEERE.
Jer. 32:41
41 Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen. En
Ik zal hen in getrouwheid in dit land planten, met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel.Jer. 33:9
9
Het zal voor Mij worden tot een vreugdevolle naam, tot roem en tot luister bij alle heidenvolken van de aarde, die al het goede zullen horen dat Ik hun doe. Zij zullen beangst zijn en sidderen vanwege al het goede en vanwege al de vrede die Ik het verschaf.
Ez. 16:14
14 Van u ging een naam uit onder de heidenvolken
vanwege uw schoonheid, want die was volmaakt door Mijn glorie, die Ik op u gelegd had, spreekt de Heere HEERE.
Hos. 11:1,8
1
Toen Israël een kind was, had Ik hem lief, en uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen.
8
Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u uitleveren, Israël? Hoe zou Ik u prijsgeven als Adama, met u doen als met Zeboïm? Mijn hart keert zich in Mij om,
al Mijn medelijden is opgewekt.Hos. 14:5-7
5 Ik zal hun afkerigheid genezen,
Ik zal hen vrijwillig liefhebben, want Mijn toorn heeft zich van hem afgewend.
6
Ik zal voor Israël zijn als de dauw. Hij zal in bloei staan als de lelie, wortel schieten als de Libanon.
7 Zijn jonge loten zullen uitlopen, zodat zijn pracht zal zijn als
die van de olijfboom, en hij zal een geur hebben als de Libanon.
Zach. 1:14
14 De Engel Die met mij sprak, zei tegen mij: Predik: Zo zegt de HEERE van de legermachten:
Met grote na-ijver zet Ik Mij in voor Jeruzalem en voor Sion.Zach. 2:12
12
De HEERE zal Juda in eigendom nemen als Zijn deel in het heilige land. Hij zal Jeruzalem nog verkiezen.
Mal. 1:2-3
2
Ik heb u liefgehad, zegt de HEERE, maar u zegt: Waarin hebt U ons liefgehad? Was Ezau niet de broer van Jakob? spreekt de HEERE. Toch heb Ik Jakob liefgehad,
3 en Ezau heb Ik gehaat.
Cahier schreef:Of neem nu die tekst die tegenwoordig zo graag wordt toegepast op de Joden: “Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt” (Gen. 12:3, 27:29) Sinds men vanaf de tweede wereldoorlog uit schuldbesef en medelijden is begonnen het huidige Joodse volk te zegenen zijn de kerken tot niets gereduceerd en is Nederland binnen één generatie een post-christelijk land geworden.(.....)
De tekst die je noemt drukt het in de grondtaal trouwens nog veel sterker uit. “Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u veracht”. M.a.w., alleen al wanneer je Israël 'slechts' veracht roep je de vervloeking van God over je af (en let erop, dit zijn niet mijn woorden hoor).
Wat jij hier doet is een omkering van de zaken:
Het verval van de kerken is niet ondanks het zegenen van Israël (trouwens, het zegenen van Israël door de kerk is vaak nog heel ver te zoeken) maar, juist in Europa, veel eerder als gevolg van de shoah, waarmee Israël op ongekende wijze vervloekt is door Europa. Inderdaad, zoals de tekst zegt. misschien iets om over na te denken?
Ps. 122vs6: Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.