In iedergeval weten we dat
1) kinderdoop geen instelling van de Heere Jezus was
2) in ieder geval bijna 200 jaar lang het niet gebruikelijk was kinderen te dopen. Dat het toch gedaan werd is was anders.
3) Het feit dat het op de concilie van Carthago in 252 aan de orde is geweest, en als regel is ingesteld, zegt niet dat het ook Bijbels is.
Er waren trouwens grote protesten toen deze regel werd vastgelegd! Op dit punt werden de christenen al vervolgd.
4) Constantijn heeft deze regel verankert in de geloofsleer. Augustinus heeft een vloek uitgesproken over hen die toch aan de Bijbelse doop wilden vasthouden. Vanaf dat tijdstip was de kinderdoop de officiële en kerkelijke doop.
De weestand van de Messiasbelijdende Joden was gebroken door een overweldige (kerkelijke) meerderheid die haar wil doordrukte. Natuurlijk bestond er de doop, maar niet van de kinderen op zeer jonge leeftijd. Pas als het kind bij zijn/haar volle bewustzijn kiest om gedoopt te worden is het geoorloofd om dit kind te dopen. En ook dan wordt dit kind behoorlijk ondervraagd over zijn/haar motief. Bij twijfel ging de doop beslist niet door.
Hier zien we dat de Kerk een heel andere koers ging varen. Ongedoopte kinderen in ongewijde grond is gewoon het eerste begin van afdwalingen. Kaarsen en wierrook volgden al spoedig. Waarom is nooit duidelijk geweest. Maar ja, de Joden hadden hun offerdienst en in de Tempel was het zolang die er nog niet verwoest was ook vol van reukwerk. En de kerk wilde dat gewoon voortzetten en daar hun eigen mystiek in beleven.
In de tweede en derde eeuw ziet men de afdwaling op gang komen.