Wie heeft onze prediking geloofd,
en aan wie is de arm van de HEERE geopenbaard? (Jesaja 53:1)
Het is opvallend dat juist het hoofdstuk wat ons zo ontzettend veel openbaart over de lijdende Middelaar, begint met een vraag. Een hele aangrijpende vraag ook; wie heeft onze prediking geloofd? Het lijkt wel alsof de profeet ons duidelijk wil maken dat het slechts weinigen zijn, en dat er zovelen zijn, die de prediking níét geloofd hebben. Zo verhalen de apostelen Johannes en Paulus het later ook: als een jammerklacht, zoals blijkt uit het gegeven dat ze ´Heere´ voor de vraag zetten (Joh. 12:38, Rom. 10:16), en zo hun klacht tot Hem richten. Waarom eigenlijk? Waarom richten ze hun klacht over het ongeloof tot God? En wie zijn eigenlijk diegenen, die wél hebben geloofd?
Het antwoord op de laatste vraag is niet moeilijk; dat geeft de tekst onszelf. Dat zijn diegenen ´aan wie de arm van de HEERE is geopenbaard´. De meesten van jullie zal deze uitdrukking bekend in de horen klinken. Hij komt dan ook meerdere keren in de Schrift voor; heel letterlijk, verschillende keren in de rol van Jesaja zelf, maar ook op andere plaatsen in de Bijbel, met name in Exodus en Deuteronomium, maar ook in de Psalmen en verscheidene profetenboeken. Hier wordt ettelijke malen gesproken over ´de sterke hand´ van de HEERE, of: ´de gestrekte arm´ van de HEERE. Alle keren gaat het in deze gevallen over uitredding, bevrijding*. De hand van de HEERE is dus de verlossende kracht die Hij werkt aan Zijn volk. Het is de bevrijding uit het diensthuis van Egypte, van de slavernij der zonde. Jesaja zegt het nog concreter: in Jes. 52:10 noemt hij de Heilige arm van de HEERE ´Het heil van onze God´. In de KJV staat er dan ´salvation´, verlossing/zaligmaking. En dat nou, zegt Jesaja in hetzelfde vers, zal tot aan de einden der aarde geopenbaard worden!
Daarom richt Jesaja zich in zijn vraag tot de HEERE. Hij weet, vanwaar hij het heil, de verlossing, verwachten kan. Hij heeft leren vertrouwen, op het toepassende werk van de Heilige Geest. Hij mag weten dat de door Hem verlosten de prediking van de lijdende Borg zullen horen en verstaan. Het Hebreeuwse woordje voor ´heil´ is ´yeshuwah´. Het doet denken aan de Hebreeuwse Naam van Jezus, ´Yehowshuwa´, wat ´De HEERE is heil´ betekend. Want Gij zijt mijn heil, o HEER, 'k Blijf U al den dag verwachten.
* Zie o.a. Ex. 13:3, 9, 14, 16, 32:11, Deu. 4:43, 5:15, 6:21, 7:8, 19, 9:26, 11:2, 26:8, Neh. 1:10, Ps. 136:11-12, Jer. 32:21, Ez. 20:34, Dan. 9:15.