Tappen uit twee vatenHet combineren van christelijk geloof en de evolutietheorie is volgens mij in feite het combineren van christendom en heidendom. Het is: tappen uit twee totaal verschillende vaten.
(Dat is wat ik bij het begin van deze discussie al in gedachten had, en wat ik aan het begin van mijn tweede bijdrage eigenlijk al vermeldde.)De evolutietheorie gaat uit van de autonome werking van de natuurwetten. Langs die weg zouden de wereld en het leven vanzelf ontstaan zijn. Om die reden zijn al die miljarden jaren ook nodig. Natuurlijke selectie is het blinde proces waardoor de biologische werkelijkheid geregeld wordt. Daarom kan er ook niet gesproken worden van een doel van de dingen. Dit is dus gewoon heidens denken. Onder het Darwinisme liggen bepaalde aannamen, die overeenkomen met wat we kennen van de heidense denker
Epicurus, dat alles door toeval zijn gang gaat. Zó heeft Darwin zijn evolutietheorie bedoeld, en niet anders. Hij hield er niet van, als zijn theorie in een theïstisch raam geperst werd.
Het moge duidelijk zijn dat het christendom dingen leert, die hier haaks op staan. De wereld is niet ontstaan door toeval, maar door het scheppende werk van God. Door het Woord van God is de wereld tot stand gekomen. Het zichtbare is niet ontstaan uit het zichbare. (
Johannes 1:
1-4,
Hebreeën 11:
3) Zo dachten de bijbelschrijvers, en dat belijdt de kerk der eeuwen. In het verlengde van de schepping liggen historisch gezien de zondeval, de verlossing, en de toekomstige herschepping. De wereld is ook niet aan het toeval overgelaten, maar wordt door God bestuurd.
Wie christelijk geloof en de evolutietheorie wil combineren, staat voor een flinke uitdaging. Dat zal niet meevallen! Geen wonder dat een dergelijke combinatie tot wazige verhalen leidt. Ik denk dat het in zo'n geval maar beter is om te kiezen tussen: christen blijven, of heiden worden. Dat is wel zo consequent.