Berichtdoor ereunao » 21 apr 2017 18:17
Nauwelijks waren ze een kwartiertje weg, of dokter Mark, die van die hele geschiedenis niets af wist, kwam binnen.
Hij had zich spoedig na de komst van de Wild moeten verwijderen, doordat hij bij een zieke in de omgeving geroepen was. Toen hij echter weer thuis kwam liep hij naar zijn gewoonte, even bij zijn achterbuurman Hart aan om te kijken hoe het met hem was.
Daar hoorde hij dat de zieke een overvloedige maaltijd had genoten, en daarbij ook al niet matig gedronken had.
Het gehele voorkomen van de oude man kondigde dat duidelijk genoeg aan.
”Ziet u, doktertje,” zei hij knipogend, “zulke beste familie heb ik, ze komen mij ongevraagd wijn en gebraad brengen. Die goede mensen zijn nog meer voor mijn leven bezorgd als u, ten minste zoals ze zeggen..
Maar net alsof ik niet wist dat dit schijnheilige huichelaargedrag, ongeduldig, met al hun mooie woorden, mijn einde afwacht.”
”Maar het zal hun tegenvallen,” voegde hij er meesmuilend bij, “als ze wisten wat ik wist, zouden zij mij geen gebraden ganzen meer brengen..”
“Hoe gaat het met u op dit ogenblik, buurman?” vroeg Mark.
”o, veel beter, veel beter,” zei de zieke. “Die maaltijd heeft mij koninklijk verkwikt en echt goed gedaan. Ik voel mij een heel ander mens.
De brouwer en zijn vrouw hebben eer van hun cadeau, al doen zij het om mijn erfenis. Maar ik sta niets af, wat zullen ze op hun neus kijken!”
”Wat bedoelt u daarmee buurman? Houdt u dan hun vriendelijkheid voor geveinsd?”
”Natuurlijk, ik doorgrond ze al sinds lang. Maar het zal hun niet meevallen..”
”U bent toch niet voornemens hen te benadelen?”
”Het is geen benadelen,” antwoordde Hart, “ik mag immers over het beetje geld en goed wat ik bezit beschikken zoals ik verkies, is het niet? En daarom wil ik liever een arm meisje daarmee gelukkig maken, die het harder nodig heeft, dan de rijke brouwer en zijn vrouw. Anna heeft altijd goed opgepast en alles van mij verdragen, als ik haar het weinige wat ik bezit nalaat, heb ik daardoor het dubbele genoegen in het vooruitzicht haar te verblijden en de brouwer zijn huichelarij betaald te zetten..”
Hijgend van inspanning hield hij op. Door de wijn opgewekt had hij tegen zijn bedoeling in, toch zijn plan geopenbaard.
De dokter verheugde zich in stilte dat het arme weesje, als hij de oude man tenminste vertrouwen kon, naar het uitwendige een betere toekomst tegemoet ging.
“o, vriend Hart,” zei hij levendig “als u dat arme meisje wel doet, die anders een zorgvolle toekomst tegemoet gaat, zal uw gedachtenis in zegening zijn.”
”Daar geef ik niet om,” steunde de oude boer, “ik heb er nu eenmaal genoegen in om de verwachtingen van de geveinsden brouwer en zijn vrouw teleur te stellen..
Dan kunnen ze toch nog eenmaal zien dat de oude Hart zo dom niet was, als hij er uitzag, en hun vleierij doorgrondde.
Ik heb allang alles in orde gemaakt, zonder dat iemand het weet, en ik verheug mij bij voorbaat bij de gedachte, hoe woedend zij zullen zijn…..”
”Foei, oude man,” antwoordde Mark, “neen, nu gaat u toch te ver, met uw ene been staat u in het graf, en wilt u dan met zulke gevoelens de eeuwigheid ingaan?
Dat u aan uw nichtje Anna denkt, vind ik erg fijn, maar doe het dan toch niet met zulke overleggingen, die zonde zijn voor de Heere.
Denk dan toch veeleerder over het heil van uw onsterfelijke ziel, waar ik u in het geheel niet over hoor spreken.