Aanbod van genade

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

Gebruikersavatar
hijwel
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3328
Lid geworden op: 17 mar 2003 12:34
Locatie: Wageningen
Contacteer:

Berichtdoor hijwel » 23 apr 2004 14:03

Het Weermannetje schreef:Niemand wil!

Weermannetje ik probeer het nog 1 keer. ondangs dat je elke uitnodiging van God wilt weerstaan. God zegt verhart je niet maar laat je lijden, je bent dom als je jezelf verhard. Je hebt er alleen jezelf mee.


Jij probeert je steeds te verschuilen achter je niet willen. Maar hebt ook al gezegt dat jou doel in het leven is om God te vinden. Dus je wilt hem wel vinden. Dat willen kan alleen gewerkt zijn door de Heilige Geest. In dat willen is niks van jou bij. Maar nu komt God met het volgend voor jou? (en als je zegt dat het niet voor jou is, veracht je zijn liefde.)
En die dorst heeft, kome, en die wil, neme het water des levens om niet.

Heb jij dorst? (verlangen om God te leven kennen) Kom dan! Als je wilt mag je het het water des levens nemen voor niks. (je mag zijn bloed drinken tot vergeveving van jou zonden)

Ik las dit net in de trein en het is echt iets voor jou!
19 Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.
20 Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen.

Paulus zegt: Ik wil dat jij je met God laat verzoenen. Nee God zegt zelf: ik wil dat jij je met Mij (in Christus) laat verzoenen. Er staat niet voor niks bij: alsof God door ons bade. God wil dat jij je door Christus met Hem laat verzoenen.

Je zou hoofd nou weer om kunnen draaien van je liefhebbende vader waarbij je vandaan bent gelopen (net als de verloren zoon). Je zou je hoofd weer om kunnen draaien van je Vader die zegt: laat je met Mij verzoenen? Je kan je hart op nul zetten als Jezus roept: Mijn God! Mijn God waarom hebt u mij verlaten? Weet je het antwoord al op deze vraag? Je zou nu kunnen zeggen: Vader ga weg! ik wil u liefde niet!
Dat zou je allemaal kunnen doen, maar dan zal God straks tegen jou zeggen: "Ga weg van mij! jij hebt niet gewilt dat ik Koningen over jou werdt!"

weet je: je kan nu een heel kort antwoord geven, en het aanbod naast je neer leggen. Maar dan: sla je je liefhebbende Vader recht in Zijn gezicht. En zeg je: ga weg ik hoef U niet, ik heb u niet nodig!

Ik bid voor je!
ik ben langzamerhand meer vertrouwd geraakt met mysterie dan met zekerheid

Aragorn

Berichtdoor Aragorn » 23 apr 2004 15:10

Het Weermannetje schreef:Niemand wil!


Ik heb je ook weleens horen zeggen dat je wel wilde..

Hoe weet je dat je niet wil? Is dat een kwestie van het napraten van de doctrines van je kerk, of ben je daar achter gekomen na grondig onderzoek van je eigen motieven en drijfveren?

jacobH
Kapitein
Kapitein
Berichten: 869
Lid geworden op: 16 sep 2003 15:58

Berichtdoor jacobH » 24 apr 2004 21:14

Aragorn schreef:
Het Weermannetje schreef:Niemand wil!


Ik heb je ook weleens horen zeggen dat je wel wilde..

Hoe weet je dat je niet wil? Is dat een kwestie van het napraten van de doctrines van je kerk, of ben je daar achter gekomen na grondig onderzoek van je eigen motieven en drijfveren?


waarom nou doctrines

waarom is het geen doctrine dat jij het tegendeel beweerd.

Ro 3:11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.
Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden.

Gebruikersavatar
hijwel
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3328
Lid geworden op: 17 mar 2003 12:34
Locatie: Wageningen
Contacteer:

Berichtdoor hijwel » 24 apr 2004 22:53

jacobH schreef:Ro 3:11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.

klopt ja. (haha anders staat het er niet :wink: )
je kan vanuit jezelf nooit God zult gaan zoeken. als je wel opzoek bent naar God dan komt dat door de kracht van de Heilige Geest.

ik heb trouwens wel mijn vraagtekens bij de tekst die jij aanhaald. Ik weet niet precies of dat bedoelt wordt wat jij er mee wil benadrukken. Hier in de stukje spreek de context niet echt van een niet willen of een niet zoeken naar God. Het gaat hier meer over God echt dienen. Deze tekst heeft ook tot iedereen betrekking, niemand dient God zoals het moet. Daar staat duidelijk dat we niet hoeven te voldoen aan de werken van de wet, maar dat we vrijgesproken worden als we geloven in Jezus verzoening voor onze zonden.
ik ben langzamerhand meer vertrouwd geraakt met mysterie dan met zekerheid

Aragorn

Berichtdoor Aragorn » 25 apr 2004 00:24

jacobH schreef:
Aragorn schreef:
Het Weermannetje schreef:Niemand wil!


Ik heb je ook weleens horen zeggen dat je wel wilde..

Hoe weet je dat je niet wil? Is dat een kwestie van het napraten van de doctrines van je kerk, of ben je daar achter gekomen na grondig onderzoek van je eigen motieven en drijfveren?


waarom nou doctrines

waarom is het geen doctrine dat jij het tegendeel beweerd.

Ro 3:11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.


Ik heb niet gezegd dat wat ik beweer geen doctrine is. Dat is het in zekere zin ook wel ja. Ik merk alleen vaak dat bij de kerk waar weermannetje uit komt mensen veel meer vanzelfsprekend napapegaaien wat er in de kerk gezegd wordt ipv zelf na te denken (sorry, klinkt misschien hard en ongenuanceerd, maar is wel mijn ervaring). En mijn ideeen zijn ontstaan meestal na zelf nagedacht te hebben hoe het zo ongeveer zou kunnen zijn. Het eerste ben ik eerder geneigd doctrine te noemen dan het tweede. Hierbij besef ik wel dat ik niet onfeilbaar ben, en weermannetje misschien wel meer gelijk heeft dan ik. (Denk het niet, maar who knows?)

jacobH
Kapitein
Kapitein
Berichten: 869
Lid geworden op: 16 sep 2003 15:58

Berichtdoor jacobH » 26 apr 2004 09:11

hijwel schreef:
jacobH schreef:Ro 3:11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.

klopt ja. (haha anders staat het er niet :wink: )
je kan vanuit jezelf nooit God zult gaan zoeken. als je wel opzoek bent naar God dan komt dat door de kracht van de Heilige Geest.

ik heb trouwens wel mijn vraagtekens bij de tekst die jij aanhaald. Ik weet niet precies of dat bedoelt wordt wat jij er mee wil benadrukken. Hier in de stukje spreek de context niet echt van een niet willen of een niet zoeken naar God. Het gaat hier meer over God echt dienen. Deze tekst heeft ook tot iedereen betrekking, niemand dient God zoals het moet. Daar staat duidelijk dat we niet hoeven te voldoen aan de werken van de wet, maar dat we vrijgesproken worden als we geloven in Jezus verzoening voor onze zonden.


niet?

nou dat vind ik bijna onbegrijpelijk. Afgezien dat het dienen van God goed is en het niet doen zonde is, en dus de straf verdiend.

maar goed ik zal de verklaring van MTH posten. Als we het daar over eens zijn denk ik niet dat we van mening verschillen.

HOOFDSTUK III

In dit hoofdstuk zet de apostel zijn betoog over de rechtvaardigmaking voort. Hij heeft reeds bewezen de schuld beiden van Joden en heidenen. In dit hoofdstuk I Beantwoordt hij eerst enige tegenwerpingen, die konden gemaakt worden tegen hetgeen hij omtrent de Joden gezegd had, vers 1-8 <#Ro 3.1-8>.

II. Hij toont de schuld en de verdorvenheid van geheel het menselijk geslacht aan, zowel van Joden als van heidenen, vers 9-18 <#Ro 3.9-18>.

III. Hij besluit daaruit dat de rechtvaardigmaking moet zijn uit het geloof en niet uit de wet, waarvoor hij onderscheidene redenen aanvoert, vers 19-31 <#Ro 3.19-31>. De vele uitweidingen in zijn schrijven maken het volgen van zijn gedachtengang soms enigszins moeiIijk, maar de bedoeling is duidelijk.

Rom. 3:1-18 <#Ro 3.1-18>

I. De apostel beantwoordt, eer hij verder gaan kan, hier verschillende tegenwerpingen, die gemaakt konden worden. Geen waarheid is zo eenvoudig en duidelijk of boze bedoelingen en bedorven vleselijke harten zullen er iets tegen in te brengen hebben; maar de goddelijke waarheden moeten voor haarkloverijen beschermd worden.

1e Tegenwerping. Indien Joden en heidenen alzo voor God gelijk staan: welk is dan het voordeel van den Jood? Heeft God niet dikwijls met veel achting van de Joden gesproken als zijnde niet zulk een volk, Deut. 33:29; <#De 33.29> een heilig volk, een bijzondere schat, het zaad van Zijn vriend Abraham? Heeft Hij niet de besnijdenis ingesteld als een voorwaarde voor hun lidmaatschap van de kerk, als een zegel voor hun verbondsbetrekking tot God? Brengt nu niet deze leer van gelijkheid tot ontkenning van al die voorrechten en werpt zij geen verachting op de instelling der besnijdenis, als op een onvruchtbaar en nutteloos ding? Antwoord. De Joden zijn desniettegenstaande een hoog-bevoorrecht en geëerd volk en hebben grote hulpmiddelen, maar deze zijn niet onfeilbaar zaligmakend, vers 2 <#Ro 3.2>. Veel in alle manier. De deur staat open zowel voor de heidenen als voor de Joden, maar de Joden hebben een beteren weg naar de deur, door hun kerkelijke voorrechten, welke niet onderschat mogen worden, ofschoon velen, die deze bezitten, voor eeuwig verloren gaan omdat zij die niet gebruiken. Hij telt de verschillende voorrechten der Joden op in Hfdst. 9:4-5; <#Ro 9.4-5> hier noemt hij slechts een, maar dat alle andere in zich bevat: Hun zijn de woorden Gods toebetrouwd. Dat is: de schriften des Ouden Testaments, voornamelijk de wet van Mozes, die de levende woorden genoemd wordt, Hand. 7:38, met <#Ac 7.38> al haar typen, beloften en voorzeggingen, welke op Christus en het Evangelie slaan. De Schriften zijn de woorden Gods; zij zijn goddelijke openbaring; zij komen van den hemel; zij zijn onfeilbaar waar en als woorden Gods van eeuwige gevolgen. De Septuagint noemt de Urim en de Thummin de logia, de levende woorden. De Schrift is onze borstplaat des oordeels. Wij moeten tot de wet en tot de getuigenis gaan als tot levende woorden. Het Evangelie wordt het Woord Gods genoemd, Hebr. 5:12; 1 Petr. 4:11. <#Heb 5.12 1Pe 4.11> Deze woorden nu waren den Joden toebetrouwd; het Oude Testament was in hun taal geschreven; Mozes en de profeten behoorden tot hun volk, leefden onder hen, predikten en schreven oorspronkelijk aan en voor de Joden. Die woorden waren hun toebetrouwd als schatbewaarders voor volgende eeuwen en gemeenten. Het Oude Testament was in hun handen gesteld, om zorgvuldig zuiver en onverminkt bewaard te blijven, en zo aan de nakomelingschap achtergelaten te worden. De Joden waren de boekbewaarders van de Christenen; hun was die heilige schat toebetrouwd voor hun eigen gebruik en zegen in de eerste plaats, en daarna ten voordele van de gehele wereld; en in het bewaren van de letter der Schrift waren zij zeer getrouw aan hun opdracht, zij verloren geen tittel of jota; en daarin erkennen wij Gods genadige zorg en voorzienigheid. De Joden hadden de middelen ter verlossing, maar zij hadden niet het alleenbezit der verlossing. Dit noemt hij het eerste, prooton men gar, dit was hun eerste en voornaamste voorrecht. Het genot van Gods woord en instellingen is het voornaamste geluk van een volk, het moet genoemd worden het eerste van zijn voorrechten, Deut. 4:8; 33:3; <#De 4.8 33.3> Ps. 147:20. <#Ps 147.20>.

2e Tegenwerping. Tegen hetgeen hij gezegd had aangaande het voordeel dat de Joden genoten in de levende woorden, zouden sommigen het ongeloof van velen hunner kunnen aanvoeren. Waarom werden hun de levende woorden Gods toebetrouwd, wanneer zo velen hunner, niettegenstaande deze levende woorden, voortgingen vreemdelingen tegenover Christus en vijanden van Zijn Evange1ie te blijven? Sommigen zijn ongelovig geweest enz., vers 3 <#Ro 3.3>.

Antwoord. Het is zeer waar, dat sommige, ja zelfs dat de meeste van de thans levende Joden, niet in Christus geloven. Maar zal hun ongelovigheid het geloof van God te niet doen? De apostel werpt zulk een gedachte verre van zich: Dat zij verre! De ongelovigheid en hardnekkigheid der Joden kon niet waardeloos maken en overtreffen de voorzeggingen omtrent den Messias, die vervat waren in de hun toevertrouwde levende woorden. Christus zal verheerlijkt worden, ofschoon Israël zich niet wil laten vergaderen, Jes. 49:5 <#Isa 49.5>. Gods woorden zullen vervuld, Zijn voornemens volbracht en Zijn doel zal bereikt worden, ofschoon er een geslacht moge zijn dat door zijn ongeloof Hem schijnbaar tot een leugenaar maakt.

God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; laat ons dit beginsel vasthouden, dat God getrouw is aan elk woord dat Hij ooit heeft gesproken, en dat Hij geen van Zijn levende woorden ter aarde zal doen vallen, ofschoon wij daardoor alle mensen voor leugenachtig verklaren. Het is beter de geloofwaardigheid van alle mensen ter wereld in twijfel te trekken en te ontkennen, dan te twijfelen aan de trouw van God. Wat David in zijn haasten zei, dat alle mensen leugenaars zijn, Ps. 116:11, <#Ps 116.11> neemt Paulus hier vrijmoedig over. De leugen is een lid van den ouden mens, dat wij allen ter wereld medebrengen. Alle mensen zijn wisselva1lig, beweeglijk, aan verandering onderhevig; ijdelheid en leugen, Ps. 62:10; <#Ps 62.9> enkel ijdelheid, Ps. 39:6 <#Ps 39.5>. Alle mensen zijn leugenaars, in vergelijking met God. Het is zeer troostrijk, wanneer wij zien dat alle mensen leugenachtig zijn (geen vertrouwen op mensen) dat God getrouw is. Wanneer zij allen valsheid spreken een iegelijk met zijn naasten, is het zeer troostrijk dat de redenen des Heeren reine redenen zijn, Ps. 12:3, 7 <#Ps 12.2,6>. Tot verder bewijs haalt hij aan Ps. 51:6 <#Ps 51.4> :Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uwe woorden en overwint wanneer Gij oordeelt. De bedoeling daarvan is aan te tonen:

1. Dat God Zijne eer in de wereld handhaaft en dat zal blijven doen, niettegenstaande de zonden der mensen;

2. Dat het onze plicht is, in al onze besluiten betreffende onszelven en anderen, God te rechtvaardigen en Zijn gerechtigheid, waarheid en goedertierenheid staande te houden en te handhaven hoe het ook gaan moge. David beschuldigde ook zichzelven door zijne uitspraak, opdat hij God mocht rechtvaardigen en Hem geen ongerechtigheid ten laste leggen. Zo ook hier. Laat den goeden naam en de geloofwaardigheid van de mensen er door verdwijnen, het doet er niet toe of die gehandhaafd of vernietigd worden; maar laat ons blijven bij dit besluit, hoezeer ook alle omstandigheden er tegen schijnen te getuigen, dat de Heere rechtvaardig is in Zijne woorden en heilig in al Zijn werken. Zo wordt God gerechtvaardigd ook (gelijk Ps. 51 het noemt) als Hij oordeelt. Indien mensen zich in rechtsgeding begeven tegen God en tegen Zijne daden, kunnen wij er verzekerd van zijn dat de overwinning aan Gods zijde zal zijn.

3e Tegenwerping. Vleselijk-gezinde harten kunnen daaraan gelegenheid ontlenen om zichzelven tot zondigen aan te moedigen. Hij heeft gezegd dat de algemene schuld en verdorvenheid van de mensheid gelegenheid gegeven hebben tot de openbaring van Gods gerechtigheid in Christus Jezus. Nu kan dit tegengeworpen worden: Indien al onze zonde er zo ver van af is van Gods eer te kunnen overvleugelen, dat die er eerder door verhoogd wordt en indien Hij ten slotte zeker zijn doel bereiken zal, zodat er geen nadeel aangericht wordt, is het dan niet onrechtvaardig van God, indien Hij onze zonde en ons ongeloof zo streng straft? Wanneer de ongerechtigheid van de Joden gelegenheid geeft voor de roeping der heidenen, en dus Gods heerlijkheid vergroot, waarom worden de Joden dan zo scherp bestraft! Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij dan zeggen? vers 5 <#Ro 3.5>. Welke gevolgtrekking mag hieruit gemaakt worden? Is God onrechtvaardig? mê adikos ho theos? Is God niet onrechtvaardig (zo kan het ook gelezen worden, meer in den vorm van een tegenwerping) als Hij toorn over ons brengt? Ongelovige harten zullen gaarne elke gelegenheid aangrijpen om met God over de billijkheid van Zijn handelingen te twisten en Hem, die de volmaakt rechtvaardige is, te veroordelen, Job 34:17 <#Job 34.17>. Ik spreek naar den mens, dat is: ik geef hier de taal van vleselijk-gezinde harten weer; het is de zienswijze van een ijdel, dwaas, hoogmoedig schepsel, een mens.

Antwoord: Dat zij verre! Zulk een voorstelling van de zaak zij verre van ons! Onderstellingen, die Gods eer verkleinen en Zijn rechtvaardigheid en heiligheid te na komen, moeten steeds onmiddellijk onderdrukt en mogen nooit in overweging genomen worden. Ga achter mij, Satan! Laat nooit zulk een gedachte post vatten! Anderszins, hoe zal God de wereld oordelen? vers. 6. <#Ro 3.6>. Deze bewijsvoering is ongeveer dezelfde als die van Abraham. Gen. 18:25 <#Ge 18.25>.

Zal de Rechter der ganse aarde geen recht doen? Zonder twijfel zal Hij dat! Hij zou, niet oneindig gerechtig en rechtvaardig zijnde, onbevoegd zijn om als Rechter der ganse aarde op te treden. Zo ook Hij die het recht laat verbinden? Job 34:17, <#Job 34.17> Verg. verzen 18 en 19.. De zonde zelf is er niet minder slecht en schandelijk om, al brengt God er Zichzelven heerlijkheid door. Het is van hare zijde alleen toevallig dat de zonde Gods rechtvaardigheid openbaart. Daarvoor is geen dank te weten aan den zondaar, die dat zeker niet bedoelt. De overweging dat God de wereld zal oordelen, moet voor altijd het stilzwijgen opleggen aan onzen twijfel omtrent en onze aanmerkingen op Zijn rechtvaardigheid en billijkheid. Wij kunnen de wegen van zulk een volstrekten Alleenheerser niet nagaan. De uitspraak van de hoogste rechtbank, waarvan geen hoger beroep is, ligt buiten onze beoordeling.

4e Tegenwerping. De voorgaande tegenwerping wordt herhaald en voortgezet, vers 7, 8; <#Ro 3.7,8> want hoogmoedige harten worden moeilijk uit hun vesting verdreven en houden vast aan leugen en bedrog. Maar het mededelen van de tegenwerping in haar ware gedaante is voldoende antwoord erop. Indien de waarheid Gods door mijne leugen overvloediger is geworden. Hij onderstelt dat de drogredenaars hun tegenwerping op deze wijze zullen volhouden: "Indien mijn leugen, dat is: mijne zonde", (want er is een deel leugen in elke zonde, voornamelijk in de zonden der belijders) veroorzaakt heeft dat Gods waarheid en getrouwheid verheerlijkt worden, waarom word ik dan nog als een zondaar geoordeeld en veroordeeld? En waarom zou ik niet liever mij daardoor laten aanmoedigen om voort te gaan in mijn zonde, opdat de genade te overvloediger worde? Dat is een onderstelling, reeds op het eerste gezicht te zwart om weerlegd te worden, en alleen vatbaar om met afschuw verworpen te worden. Brutale zondaren nemen oorzaak om in kwaaddoen zich te beroemen, omdat Gods goedertierenheid toch den gansen dag duurt, Ps. 52:3 <#Ps 52.1>. Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome, is meer in het hart dan in den mond der zondaren, om zich te rechtvaardigen in hun boze wegen. Bij het vermelden van deze godloze gedachten, merkt Paulus in een tussenzin op, dat er sommigen waren die hem en zijne medearbeiders beschuldigden zulke leerstellingen te verkondigen. Sommigen zeggen dat wij dit zeggen. Het is geen nieuw verschijnsel dat de besten van Gods kinderen en dienaren beschuldigd worden van het onderwijzen van die leerstellingen, welke zij ten diepste verfoeien en verwerpen; en dat is niets vreemds, want van den Meester zelf werd gezegd dat Hij een afgezant van Beëlzebub was. Velen is verweten dat zij het tegendeel hadden gezegd van hetgeen zij verkondigden; het is een oude kunstgreep van Satan om vuil te werpen op de dienaren van Christus: Laster maar voort; er blijft altijd iets van hangen! De beste mensen en de heerlijkste waarheden staan het meest aan laster bloot. Gelijk wij gelasterd worden: Godslastering wordt gewoonlijk in de Schrift aangewezen als den hoogsten graad van laster, want die gaat tegen God zelf. De lastering van een dienaar en van zijn geregelden dienst is erger dan gewone laster, is een soort van Godslastering, niet ter wille van zijn persoon, maar om zijn roeping en zijn werk, 1 Thess. 5:13 <#1Th 5.13>.

Antwoord. Hij zegt bij wijze van weerlegging niet meer, dan hetgeen zij zelven zullen moeten erkennen: de verdoemenis van dezulken is rechtvaardig. Sommigen verstaan dit van de lasteraars: God zal hen rechtvaardig verdoemen, die zo onrechtvaardig Zijne getrouwheid veroordelen. Maar wellicht moet men het toepassen op hen, die zich niet ontzien van te zondigen onder het voorwendsel dat God gelegenheid daardoor krijge om zich te meer te verheerlijken. Zij, die moedwillig het kwade doen opdat het goede er uit voortkome, zullen zo weinig onder dien dekmantel ontsnappen, dat die veeleer hun verdoemenis zal rechtvaardigen en hen des te minder te verontschuldigen zal doen zijn; want het zondigen onder dat voorwendsel en in zulk een vertrouwen, wijst op groten lust en veel wil tot de zonde; een godloze wil om opzettelijk het kwade te kiezen, en een godloze lust om het te vergoelijken met de bewering dat er het goede uit kan voortkomen. Daarom is hun verdoemenis rechtvaardig, en met welke verontschuldigingen zij zich thans ook mogen vleien, gene daarvan zal gelden in den groten dag; maar God zal gerechtvaardigd worden in Zijn oordelen, en alle vlees, zelfs het hoogmoedige vlees dat zich nu tegen Hem verheft, zal dan voor Hem zwijgen. Sommigen denken dat Paulus hier doelt op den naderenden ondergang van den Joodsen staat en kerk, waarvan zij de bespoediging door hun hardnekkigheid en hun zelfrechtvaardiging verhaastten.

II. Nadat Paulus deze tegenwerpingen uit den weg geruimd heeft, vat hij zijn bewering van de algemene schuld en verdorvenheid van de gehele mensheid weer op, zowel tegen Joden als tegen heidenen, vers 9-18. <#Ro 3.9-18> Zijn wij uitnemender? Wij Joden, aan welke God de levende woorden toebetrouwd heeft? Is dat voor ons een aanbeveling bij God, of zal dat ons rechtvaardigen? Neen, ganselijk niet! Of: zijn wij Christenen (uit de Joden en uit de heidenen) bij voorbaat zoveel beter dan het ongelovig deel der mensheid, dat wij Gods genade zouden verdiend hebben? Helaas, neen! Alvorens vrije genade het onderscheid gemaakt had, waren wij die Joden geweest zijn en zij die heidenen geweest zijn, beiden gelijkelijk verdorven. Allen waren onder de zonde. Onder de schuld der zonde; daaronder als onder een vonnis-daaronder als onder een keten, waardoor wij aan eeuwig verderf en verdoemenis gebonden waren-daaronder als onder een last, Ps. 38:5, <#Ps 38.4> die ons doet verzinken in het diepst der hel; wij zijn schuldig voor God, vers 19 <#Ro 3.19>. Onder de heerschappij en het bevel der zonde, als onder een dwingeland en wreden meester; slaven gemaakt; onder het ijzeren juk; onder haar macht; verkocht tot alle boosheid. En dit heeft hij bewezen, proêitiasa metha. Het is een wettelijke term: Wij hebben allen er van beschuldigd; en hebben onze beschuldiging bewezen; wij hebben de aanklacht gestaafd; wij hebben hen overtuigd door de klaarblijkelijkheid der feiten. Hij licht deze beschuldiging en overtuiging nader toe met verscheidene uitspraken uit het Oude Testament, welken den verdorven en hopelozen toestand van alle mensen beschrijven, totdat de genade hen staande houdt en verandert; zodat wij daarin als in een spiegel ons aangeboren aangezicht kunnen zien. De verzen 10, 11 en 12 zijn genomen uit Ps. 14:2-4, <#Ps 14.2-4> welke herhaald worden als behelzende een gewichtige waarheid in Ps. 53:2-4. <#Ps 53.1-3> Hetgeen er verder volgt wordt gevonden in de vertaling van den 14en Psalm volgens de Septuagint. Sommigen menen dat Paulus deze koos als beter bekend, maar ik houd het er voor dat Paulus hier verwees naar andere plaatsen uit de Schrift, en dat ze uit deze redenering van Paulus overgenomen zijn in latere afschriften van de vertaling der Zeventigen en zo alle bij Ps. 14 gevoegd. Het is opmerkelijk dat hij, om de algemene verdorvenheid van nature aan te tonen, Schriftuurplaatsen aanhaalt, die spreken van de bijzondere verdorvenheid van enkele personen, zoals Doëg, Ps. 140:4; <#Ps 140.3> de Joden, Jes. 59:7, 8, <#Isa 59.7,8> wat bewijst dat de zonden, die door sommigen bedreven worden, hun wortel hebben in de natuur van allen. De dagen van David en Jesaja behoorden tot de betere tijden, evenwel beroept hij zich daarop. Hetgeen in Ps. 14 staat werd opzettelijk gezegd van al de kinderen der mensen, en zulks na een bijzonder overzicht en onderzoek, door God zelf ingesteld. De Heere zag neer, evenals op de oude wereld, Gen. 6:5. En <#Ge 6.5> dit oordeel Gods was overeenkomstig de waarheid. Hij, die toen Hij alles geschapen had, zag dat al wat Hij gemaakt had goed was, zag nu de mens het bedorven had neer en ziet, alles was slecht. Laat ons de bijzonderheden daarvan nader bezien. Merk op:

1. Hetgeen hebbelijkheid was. Dit is tweeledig.

A. Een hebbelijk gebrek aan al wat goed is.

a. Er is niemand rechtvaardig; niet een heeft een eerlijk goed beginsel van deugd, of wordt door zulk een beginsel geregeerd; niemand heeft iets overgehouden van die gelijkenis Gods, die bestaat in de rechtvaardigheid waarin de mens was geschapen; ook niet één, hetgeen betekent: indien er één was geweest, dan zou God hem gevonden hebben. Toen de gehele wereld bedorven was, zag Gods oog één rechtvaardigen Noach. Maar ook zij, die door genade gerechtvaardigd en geheiligd zijn, waren van nature niet rechtvaardig. Uit ons is geen rechtvaardige geboren. De man naar Gods hart zegt zelf dat hij in zonden ontvangen werd.

b. Er is niemand die verstandig is, vers 11 <#Ro 3.11>. Het gebrek ligt in het bederf van het verstand; dat is verblind, beroofd, verdorven. Godsdienst en gerechtigheid hebben zo volkomen de rede aan hun zijde, dat indien de mensen slechts enigszins verstandig waren, zij beter zouden zijn en beter zouden handelen. Maar zij zijn niet verstandig. Zondaren zijn dwazen.

c. Er is niemand die God zoekt, dat is: niemand stelt enig belang in God, niemand heeft enige begeerte naar Hem. Zij, die God niet zoeken, moeten met alle recht onverstandigen genoemd worden. De vleselijk-gezinde geest is zover van het zoeken naar God verwijderd, dat hij in werkelijkheid vijandig tegenover Hem staat.

d. Allen zijn zij afgeweken; tezamen zijn zij onnut geworden, vers 12. <#Ro 3.12> Zij, die van God afgeweken zijn, zullen spoedig tot niets meer deugen; zij zijn ballast op aarde. Die in een toestand van zonde leven, zijn de meest-nutteloze schepselen onder de zon, want nu volgt:

e. Er is niemand die goed doet, neen, er is op aarde geen enkel mens, die goed doet en niet zondigt, Pred. 7:23 <#Ec 7.23>. Zelfs in die daden van zondaren, waarin iets goeds te ontdekken valt, is er een fundamentele dwaling in beginsel en doel, zodat naar waarheid gezegd kan worden: Er is niemand die goed doet. Elk gebrek is een bron van kwaad.

B. Een hebbelijkheid om alles te doen wat kwaad is. Tezamen zijn zij afgeweken. Geen wonder dat zij den rechten weg missen, die God, het hoogste doel, niet zoeken. God maakte den mens recht en plaatste hem op den weg, maar de mens is afgeweken. Het bederf der mensheid is afval.

2. Hetgeen daadwerkelijk is. Welk goeds kan er verwacht worden van zulk een ontaard ras? Hij noemt:

A. In hun woorden, vers 13, 14, in <#Ro 3.13,14> drie bijzonderheden.

a. Wreedheid: Hun keel is een geopend graf, gereed om de armen en nooddruftigen in te slokken, snakkend naar een gelegenheid om kwaad te doen, gelijk de oude slang zoekt naar slachtoffers volgens zijn naam Abaddon en Apollyon, de verwoester. En wanneer zij niet openlijk deze wreedheid tonen en die ten aanschouwen van allen bedrijven, zijn ze in ‘t geheim bezig met het smeden van allerlei onheil; slangenvenijn is onder hun lippen, Jak. 6:8; het kwaadaardigste en dodelijkste vergif, waarmee zij den goeden naam van hun naasten bezwalken en door valse getuigenis het op hun leven toeleggen. Deze uitdrukkingen zijn ontleend aan Ps. 5:10; en 140:4 <#Ps 5.9 140.3>.

B. Bedrog. Met hun tongen plegen zij bedrog. Hierin betonen zij zich kinderen des duivels, want die is een leugenaar en een vader der leugenen. Zij plegen dat; het lokt hen aan om van leugen hun bedrijf te maken; het is hun voortdurende bezigheid; vooral het vals voorstellen van de wegen van Gods kinderen.

C. Vervloeking. Zij vloeken God en lasteren Zijn heiligen naam; en zij wensen hun broederen kwaad. Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid. Dit wordt vermeld als een van de grootste zonden der tong, Jak. 3:9 <#Jas 3.9>. Maar zij, die dus het vervloeken beminnen, zullen er eens de gevolgen van ondervinden, Ps. 109:17-19 <#Ps 109.17-19>. Hoevelen, die Christenen genoemd worden, tonen door deze zonden dat zij nog onder de heerschappij der zonden, nog in hun natuurlijken staat zijn.

B. In hun wegen, vers 15-17 <#Ro 3.15-17>. Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten, dat is, zij zijn zeer vindingrijk wanneer het gaat om wrede bedoelingen; zeer genegen om elke gelegenheid daartoe aan te grijpen. Waar zij ook gaan: vernieling en ellendigheid is in hun wegen; die zijn hun medgezellen; -vernieling en ellendigheid voor Gods volk, voor het land en de omgeving waarin zij leven; voor hun volk; en ten slotte voor henzelven. Buiten de vernieling en ellende, die het einde van hun wegen zijn (want die eindigen in den dood), zijn vernieling en ellendigheid ook op de wegen die zij bewandelen; de zonde is haar eigen straf, iemand heeft niets meer nodig om hem ellendig te maken dan dat hij een slaaf der zonde is. En den weg des vredes hebben zij niet gekend, dat is: zij weten niet hoe zij vrede met anderen moeten bewaren, en evenmin hoe zij zelven vrede moeten verkrijgen. Zij mogen spreken van vrede, maar dat is de vrede, die in des duivels paleis is, dien hij bewaart; maar tegenover allen waarachtigen vrede staan zij vreemd, zij weten niet wat tot hunnen vrede dient. Deze plaatsen zijn overgenomen uit Spr. 1:26 en <#Pr 1.26> Jes. 59:7, 8 <#Isa 59.7,8>.

C. De wortel van dit alles wordt genoemd.

Er is geen vreze Gods voor hun ogen, vers 18 <#Ro 3.18>. De vreze Gods wordt hier genomen in den zin van allen waren godsdienst, welke bestaat in een eerbiedig, ernstig opletten op het woord en den wil van God als onzen regel; op de eer en de heerlijkheid van God als ons doel. De godlozen houden dit niet voor ogen, dat is, zij laten zich daardoor niet leiden; zij worden door andere wetten geregeerd, jagen andere doeleinden na. Dat wordt aangehaald uit Ps. 36:1 <#Ps 36.1>. Waar geen vreze Gods is, kan niets goeds verwacht worden. De vreze Gods zal beslag op onze ziel leggen en haar in het rechte spoor houden, Nah. 5:15. Wanneer eenmaal de vreze weggeworpen wordt blijft het gebed achter, Job 15:4, en <#Job 15.4> dan wordt al het goede spoedig verdorven en vernield. Wij hebben hier dus een kort begrip van de algemene ontaarding en verdorvenheid van het menselijk geslacht, en mogen wel uitroepen: o Adam! wat hebt gij gedaan! God heeft den mens recht gemaakt, maar hij heeft vele vonden
Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden.

jacobH
Kapitein
Kapitein
Berichten: 869
Lid geworden op: 16 sep 2003 15:58

Berichtdoor jacobH » 26 apr 2004 09:16

Aragorn schreef:
jacobH schreef:
Aragorn schreef:
Het Weermannetje schreef:Niemand wil!


Ik heb je ook weleens horen zeggen dat je wel wilde..

Hoe weet je dat je niet wil? Is dat een kwestie van het napraten van de doctrines van je kerk, of ben je daar achter gekomen na grondig onderzoek van je eigen motieven en drijfveren?


waarom nou doctrines

waarom is het geen doctrine dat jij het tegendeel beweerd.

Ro 3:11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.


Ik heb niet gezegd dat wat ik beweer geen doctrine is. Dat is het in zekere zin ook wel ja. Ik merk alleen vaak dat bij de kerk waar weermannetje uit komt mensen veel meer vanzelfsprekend napapegaaien wat er in de kerk gezegd wordt ipv zelf na te denken (sorry, klinkt misschien hard en ongenuanceerd, maar is wel mijn ervaring). En mijn ideeen zijn ontstaan meestal na zelf nagedacht te hebben hoe het zo ongeveer zou kunnen zijn. Het eerste ben ik eerder geneigd doctrine te noemen dan het tweede. Hierbij besef ik wel dat ik niet onfeilbaar ben, en weermannetje misschien wel meer gelijk heeft dan ik. (Denk het niet, maar who knows?)


ik vind onze weerman hopeloos eenzijdig. Maar dat vind ik van jou ook weleens.

en zo zal jij ook wel wat van mij vinden. Maar we moeten onderzoeken wat de bijbel vind. En dat moeten we zo eerlijk mogelijk doen. Ook al vinden we het niet zo prettig als het tegen het vlees is.
Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden.

Aragorn

Berichtdoor Aragorn » 26 apr 2004 10:57

Haha, ja tuurlijk zal ik ook weleens eenzijdig zijn.. Vooral als mensen het ene beweren en ik er het andere tegenover wil zetten.

Hm, kan me niet direct herinneren jou weleens eenzijdig gevonden te hebben. Ondanks dat ik het er niet altijd mee eens ben natuurlijk, maar dat is weer iets anders.

maar mijn vorige post was dus mijn verklaring voor hoe ik bij het woord doctrines kwam.. :wink:

Gebruikersavatar
Het Weermannetje
Majoor
Majoor
Berichten: 1557
Lid geworden op: 15 sep 2003 09:44

Berichtdoor Het Weermannetje » 10 mei 2004 08:29

Aragorn schreef:
Het Weermannetje schreef:Niemand wil!


Ik heb je ook weleens horen zeggen dat je wel wilde..

Hoe weet je dat je niet wil? Is dat een kwestie van het napraten van de doctrines van je kerk, of ben je daar achter gekomen na grondig onderzoek van je eigen motieven en drijfveren?


Staat in de Bijbel dat God het willen en het werken werkt. Dus dan wil ik als God het niet werkt het toch niet?

Gebruikersavatar
@mic
Majoor
Majoor
Berichten: 1620
Lid geworden op: 10 aug 2003 14:07
Locatie: Krabbendijke/ Delft
Contacteer:

Berichtdoor @mic » 10 mei 2004 08:51

Het Weermannetje schreef:
Aragorn schreef:
Het Weermannetje schreef:Niemand wil!


Ik heb je ook weleens horen zeggen dat je wel wilde..

Hoe weet je dat je niet wil? Is dat een kwestie van het napraten van de doctrines van je kerk, of ben je daar achter gekomen na grondig onderzoek van je eigen motieven en drijfveren?


Staat in de Bijbel dat God het willen en het werken werkt. Dus dan wil ik als God het niet werkt het toch niet?
nee. Maar de vraag is ook niet of God het werkt, maar of jij het wil.
Afbeelding
@mic: amic.filternet.nl

Gebruikersavatar
Het Weermannetje
Majoor
Majoor
Berichten: 1557
Lid geworden op: 15 sep 2003 09:44

Berichtdoor Het Weermannetje » 10 mei 2004 08:59

Ik wil het zodra God dat werkt!

Aragorn

Berichtdoor Aragorn » 10 mei 2004 09:08

Ach nee, we gaan toch niet WEER die welles-nietes slowchat over willen en werken beginnen...??!! :roll: :shock:

columbus
Majoor
Majoor
Berichten: 1552
Lid geworden op: 07 apr 2003 11:54
Locatie: Oud-Alblas

Berichtdoor columbus » 10 mei 2004 09:54

Het Weermannetje schreef:Ik wil het zodra God dat werkt!


Dan moet je maar in een hoekie gaan zitten en afwachten tot God 'tijd' voor je hebt'. Maar pas op dat je geen schilderij op je hoofd krijgt want dan zou het wel eens te laat kunnen zijn :?

Je hebt ook nog zoiets als een plicht Weermannetje. En elke dag roept God en het feit dat je onder het Woord bent wil zeggen dat God werkt, alleen moet je die oordoppen van je oren halen :wink:

Weermannetje, ik heb ooit ook wel eens zo gedacht maar dan loop je vast.
Alleen daar kan liefde leven, alleen daar is het leven goed, waar pa stil en ongedwongen, de aardappels schilt en de afwas doet.

Gebruikersavatar
Het Weermannetje
Majoor
Majoor
Berichten: 1557
Lid geworden op: 15 sep 2003 09:44

Berichtdoor Het Weermannetje » 10 mei 2004 10:46

Dan is het dus de vrije wil van de mens. En dan hoeft God ook niet te werken.

columbus
Majoor
Majoor
Berichten: 1552
Lid geworden op: 07 apr 2003 11:54
Locatie: Oud-Alblas

Berichtdoor columbus » 10 mei 2004 10:51

Het Weermannetje schreef:Dan is het dus de vrije wil van de mens. En dan hoeft God ook niet te werken.


dus blijf maar lekker zitten waar je zit en vooral wachten op die bijzondere openbaring :?
maar ook vooral niet zelf zoeken in het Woord en alle beloftes en uitnodigingen afslaan. :roll:
wat jij beweert is puur ongeloof en dat is één van de ergste zondes.
Alleen daar kan liefde leven, alleen daar is het leven goed, waar pa stil en ongedwongen, de aardappels schilt en de afwas doet.


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 59 gasten

cron