Ergens wordt de vraag opgeworpen of bevindelijkheid niet leidt tot de visie dat het verstand minder belangrijk is.
Zelf zie ik dat zo: Wij kunnen God alleen leren kennen met het hart. Dat is ons geestelijk levenscentrum. Heel vaak blijkt in de Bijbel dat uiterlijke kenmerken, hoe uitzonderlijk ook, de kennis van God niet kunnen bewerkstelligen: rijkdom, schoonheid, kracht, macht, welsprekendheid, kennis, vaardigheid of slimheid. Ze stellen ons tot van alles en nog wat in staat, we bouwen er steden mee, bibliotheken, hele beschavingen, maar dat leidt allemaal niet automatisch tot de ontmoeting met God.
Die vindt plaats in ons hart. Onze geest getuigt met Gods Geest. "Ga in uw binnenkamer", Het Koninkrijk is in u".
Zo zie ik ook de vermeende tegenstelling tussen hart en verstand, bevindelijkheid en kennis.
Ik zeg niet dat kennis, verstand, wetenschap, cultuur verkeerd is, dat het niet mag bestaan. In tegendeel, ik ben een groot voorstander van wetenschap, omdat het een eerlijke zaak is. gebruik je verstand maar, onderzoek maar, puzzel maar mee, probeer de werkelijkheid maar te ontraadselen en te ontcijferen, beschrijf maar wat je ziet, in het menselijk lichaam, in de aardlagen, aan het firmament. Bouw ze maar op de wetesnchappelijke theoriën over evolutie, astronomie, oerknal, fundamentele natuurkrachten, antimaterie. Werk maar in laboratoria aan medicijnen, antibiotica of remedies tegen kanker.
Maar heb niet de illusie dat je God daarin kunt vinden. God is niet in de zichtbare werkelijkheid te vinden. Niet via de wetenschap, niet via andere "harde" feiten, zoals gebedsverhoringen, genezingen, tekenen van de eindtijd. En waarom niet? Omdat al die natuurlijke dingen uiteindelijk met ons verstand zijn te doorgronden: gebedsverhoringen zijn altijd verklaarbaar. En dat geldt voor elk wonder, elk teken dat geïnterpreteerd wordt als een stukje zichtbaarheid van God. Uiteindelijk wordt het toch weer verklaard.
God is principiëel onzichtbaar, onkenbaar. Want God is Geest.
Daarom, alleen in onze geest zoeken, vinden en kennen we God. Die ervaring, de geestelijke ervaring, dat is waar de bevindelijkheid het over heeft. Als wij al een plek maken waar we God "lijfelijk" verwachten, dan is dat of in een lege ruimte (de tempel) of in een mens. In Jezus woonde Gods volheid lichamelijk. Omdat Gods Geest op Hem ruste. Nergens anders. Niet in het verstand, niet in ons lichaam, niet in de wetenschap. Niet in de zichtbare dingen. De zichtbare dingen gaan voorbij. God is eeuwig. Hij kan niet vastgehouden worden door de vergankelijkheid.
Ons verstand is niet slecht. Wij mogen God dienen met ons verstand. Maar God woont niet in ons verstand. Want Hij is onbegrijpelijk voor ons. Wij weten niets van God.
Maar ons hart wordt door Hem verwarmd. En dat is een heerlijke bevinding.
gravo