essieee schreef:Ik loop een beetje vast op deze gelijkenis!
Wat ik lees is dat alle tien vrouwen meenden in te gaan in het Koninkrijk der Hemelen. Dat ze alle tien meenden Christus te kennen!
Op het moment dat ze ontwaakten kwamer er 5 maagden olie te kort.
Is dit dan een waarschuwing tegen wat je vaak hoort in preken; Het met een ingebeelde hemel naar Christus gaan op de oordeelsdag?
Want ze waren er , zo lees ik, allen van overtuigd er te komen...ze gingen immers allen de Bruidegom te gemoet!
Ik heb er eens een
commentaar bijgepakt (nl. van dr. van Bruggen).
Hij merkt het volgende op (ik geef het even in het kort samengevat weer):
Mattheus 24 en 25 vormen een geheel. In verschillende gelijkenissen geeft Jezus aan hoe de discipelen de voltooiing van de wereld dienen te verwachten. Wat uit deze gelijkenissen duidelijk wordt, is het volgende:
Steeds gaat het weer over de juiste voorbereiding op de voltooiing van de wereld en over de komst van de zoon van de mens (Jezus). De verbindende oproep is "Waakt, want u weet dag noch uur" (Matt. 24:36,42,44,50 en 25:13). De motiverende aandrang is gelegen in het dreigende onherroepelijke oordeel door de zoon van de mens (24:40-41,51; 25:12,30,46) en in het feit dat men alleen door geloof in Christus binnengaat en loon ontvangt (24:40-41,46-47; 25:10,21,23,24).
Jezus trekt een streep door de toekomstverwachting van de discipelen, door te zeggen dat deze tempel van de Heere tot de laatste steen toe zal worden afgebroken (24:2)
Jezus komt niet uit de tempel, maar uit een hemels heiligdom.
Hij zal komen op een manier die de hele kosmos doet beven (24:29-31). Jezus zal onaangekondigd komen.
Hij zal de ongelovige wereld overvallen zoals de zondvloed de generatie van Noach overviel (24:37-39).
Christus' komst zal plotseling gelovigen en ongelovigen scheiden (24:40-42).
Daarom is het gebod voor deze tijd: "Waakt!". (24:42).
Dat blijkt ook uit het voorbeeld van de dief in de nacht (24:43-44).
Daarom moeten de discipelen ook permanent waakzaam zijn: zij moeten klaar staan om Hem te verwelkomen. Daarom wordt ook van hen verwacht dat ze betrouwbare opzichters zijn (24:45-51).
Dan nu de gelijkenis van de 10 meisjes:
Het beeld dat volgt vormt een illustratie bij wat werd gezegd over 'de dag en het uur waarop de zoon van de mens komt' (24:30-31,36,44, verg. 25:13). Deze verbinding aan het voorgaande blijkt verder ook uit het onderwerp (de scheiding die zich voltrekt op die dag) en uit de beschrijving daarvan (het werkwoord 'talmen' in 24:49 en 25:5, het onbekende en onverwachte tijdstip, de woorden 'gereed' en 'verstandig' in 24:44,45 en 25:2,10).
...
De gehele beeldende vertelling spitst zich vanaf het begin toe op de afloop. Deze is zeer onverwacht en schokkend.
...
De afloop is duidelijk anders dan men verwacht bij een bruiloft, maar zo zal het worden wanneer Gods rijk komt! Ook in hoofdstuk 24 werd de onherroepelijke scheiding gepredikt als onverwacht.
Jezus wil dus m.b.v. gangbare beelden (bruiloftsfeest, inhalen) iets uitdrukken dat extra schokt omdat niemand het verwacht in dit beeldverhaal.
...
De toepassing van deze gelijkenis moet dan ook niet worden gezocht bij de olie die zou wijzen op de noodzaak van goede werken of op de eis van verantwoordelijk leerling-zijn, en evenmin bij de brandende lampen als teken van het radicale volgen, maar bij de onherroepelijke scheiding die zal volgen wanneer het koninkrijk aankomt.
...
het meenemen van reserve-olie is een maatregel van voorzichtigheid ('je weet maar nooit!"). Normaal gesproken is het bij een bruiloft niet nodig, extra olie mee te nemen. Men verwacht de bruidegom ver voor middernacht! In dit geval blijkt het echter van pas te komen.
...
Het probleem van het onverwacht late tijdstip wordt duidelijk, wanneer de meisjes proberen hun uitgebrande lampen alsnog weer te laten schijnen. De olie voor het feest is op: de bruidegom is te laat! Er zijn echter vijf verstandige meisjes, die op alles voorbereid waren. Het komt ze nu van pas.
...
Het schokkende van 25:10-12 is niet, dat de stoet inmiddels arriveert, maar dat de deur gesloten wordt. En dat hij ook niet meer wordt geopend. Zo zal het nooit gaan bij een aards bruiloftsfeest. Zo zal het wel gaan wanneer het hemelrijk aanbreekt.
...
Jezus wijst dan ook op de noodzaak om te waken (25:13) daar wij de dag of het uur van de komst van de zoon van de mens niet kennen.
De fout van de vijf meisjes was immers niet dat zij sliepen (ook de vijf verstandige meisjes vielen in slaap), maar dat ze geen extra olie bij zich hadden. Het waken in vers 13 spitst zich echter toe op het hebben van een lange adem: wees op alles voorbereid! Dat is precies het goede van de vijf verstandige meisjes en daarin zijn ze een voorbeeld voor de hele kerk: niemand weet over vroeg of laat en daarom komen zij die te vroeg verwachten uiteindelijk te laat.
...
Het gaat dus over het nemen van maatregelen op langere termijn.
..
Jeuzs zegt niet dat zijn komst laat zal vallen. Hij geeft slechts een open datum af. Wie verstandig is verwacht Hem dan ook vroeg én laat!
...
Het slot lijkt onbarmhartig, maar is dit niet: deze bruidegom deelt van tevoren mee, dat Hij ook wel eens laat kan komen. Dit onderscheidt Hem van de bruidegom in het verhaal. Nu het gezegd is, kunnen ook de onverstandige meisjes nog naar de winkel voordat de oproep klinkt.
Kort samengevat: het gaat dus om waakzaamheid. Die waakzaamheid dient zich te richten op het vroeg én laat verwachten van Christus. Want Hij komt onverwacht en we weten dag noch uur. Bij Zijn komst zal er een definitieve scheiding plaatsvinden tussen wijzen (die Hem altijd verwachten) en dwazen (die niet met alles rekening houden). Daarom moeten we altijd op alles voorbereid zijn.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)