MW schreef:
Zonder het stuk te lezen kon ik de vragen prima beantwoorden.
Leef je er dan ook naar en begrijp je in Geestelijk opzicht dan ook wat het betekent zelf een Daniël in deze wereld te zijn. Want als je het begrijpt en zonder tekst eenvoudig antwoord te kunnen geven op de vragen, dan geef je aan dat je ervaringen van verlossing kent.
Immers door Geloof ontvangen wij kracht om een heilig leven te leiden. En wat men beweerd, dient men dan zelf als voorbeeld te stellen (beproevingen). Want door ervaringen van verlossing zal God Zijn wet van Liefde in ons hart schrijven om ons te helpen te gehoorzamen (Hebreeën 8:7-12) We zijn dus altijd afhankelijk van een Hemelse Verlosser en kunnen van onszelf niets!
Ik schrijf dit zo om je tot nadenken te stemmen, omdat we niet altijd direct weten wat we beweren of zeggen, dat veelal niet in feitelijke overéénstemming is met de "waarheid" over ons zelf. Allemaal hebben die momenten wel. De gaven die we van Gods ontvangen dienen we onder grote verantwoording en verstandig te gebruiken (Matth. 25:14-30)
De inhoudelijke kwestie van dit topic
Waarom zouden "lange lappen tekst" de belangstelling voor een bepaald onderwerp ondermijnen? Als het op een "studie" gaat dan is zo`n uitgebreidde weergave van de feiten, juist om vragen te kunnen beantwoorden, geen probleem. Van elkaar leren betekent in feite,
-Groeien in Christus-. Van elkaar leren is geen Goddelijk uitgangspunt.
Het is de Heilige Geest die ons voedt en het zijn wij, persoonlijk, die dat toestaan. Als we bereid zijn werkelijk aandacht te hebben voor Gods woord en Hem, nog beter, willen leren kennen, dan hoeven we alleen maar proberen de vragen te beantwoorden. (Johan. 3:3-8 )
Ook al begrijpen we Daniël, in dit geval, wellicht nog niet voldoende, bidt voor inzicht, want vervulling van profetie is ook de toets van profetsiche gaven. Gods Levende Schriftwoord laat ons, verrassend elke dag bepaalde zaken in een ander licht zien edoch met de zelfde geestelijke basis en kracht, die wij nodig hebben om te "leven"
En ook die ontvangt het Overblijfsel alleen als zij Gods geboden centraal stellen van hun Geestelijke relatie "in" Christus en bereid zijn zich voor te bereiden op de spoedige komst van Christus (die als een "dief" in de nacht zal wederkeren). ( Efeziërs 4:11-13 = de gave der profetie zal ontvangen worden totdat de gehele kerk tot rijpheid en éénheid gekomen is "in" Christus).
Laten we blij en verheugd zijn dat Ferdinand een onderwerp als dit, aan de orde stelt. Het is moedig en getuigt van durf en de bereidheid om met God de wereld te informeren over die zaken welke zich in onze tijdsspanne, profetisch afspelen recent of actueel! Het is namelijk precies dat, waartoe Christus toe oproept (Openbaring 14:6-10).
Laten we dan ook proberen er ook serieus mee om te gaan.
Bijbelse boeken in relatie tot het OT én het NT zijn één geheel.
Daniël 3 weergeeft de geschiedenis van kennis en vertrouwen. Daniël en zijn lotgenoten kenden Geestelijk de waarde van de geboden en de wet in zijn geheel. Zij praktiseerden die dan ook, tegenover Nebukadnessar aangaande de spijswetten (voor ons gezondheidshervorming) maar ook inzake de kennis van de Heilig Schrift. Aan welk fundament ligt Hoofdstuk 3 van Daniël ten grondslag.
Exodus 20:3-6
Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enoige gestalte van wat boven in de hemel, noch van beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.
Gij zult u voor hen niet buigen, noch hen dienen; want Ik ben de Here, uw God, ben een naijverige God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoekt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.
Sadrak, Mesak en Abednego verklaarden in hun weergave van Exodus 20, het volgende:
Indien onze God die zij vereren, in staat is om ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven en uit uw macht, o koning, bevrijden, maar zelfs indien niet - het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden (Daniël 3:17-18 )
groet