kurtyo schreef: Frekje, je zegt wel 'zouden wij niet hetzelfde doen' en 'wat zouden wij gedaan hebben', maar dat is een non-argument: dat kun je namelijk niet weten. Misschien zou jij het niet gedaan hebben, en ik wel of andersom... Dat kun je niet weten, daarom is het ook zo onlogisch dat omdat Adam en Eva gezondigd hebben, wij daar nu mee zitten. Wij kunnen niet meer kiezen tussen niet zondigen of wel zondigen...
Dat kun je idd ook niet weten welke keus jij in het paradijs had gemaakt... Maar ik geloof dat wij allen dezelfde keus hadden gemaakt. Ook nu, zoals jas zegt, doen we dat vaak zat.
Ik weet niet of jullie het verhaaltje wel eens gehoord hebben van die man, die de mooiste kamer kreeg en alleen aan 1 ding niet mocht zitten.
"Het was een boerenknecht, die na een lange dag werken het zo zat werd want iedere keer brandde de zon weer in zijn gezicht. Hij zei: die stomme Adam, die stomme Adam. Toen zei zijn baas ineens: 'stop maar, we gaan naar huis'. De boerenknecht antwoordde echter: 'ja, maar we zijn nog niet klaar!'. De boer beval de boerenknecht echter om naar huis te gaan en hij ging ook. Toen ze op de boerderij kwamen beval de boer de dienstknechten om de mooiste kamer in het hele huis klaar te maken voor de boerenknecht. Dat gebeurde en de boer bracht de knecht in de mooiste kamer, met de heerlijkste dingen. Nooit was hij hier geweest, maar nu mocht hij hier komen, en overal aanzitten, behalve aan 1 ding op de tafel... een gesloten schaal. Daar mocht de boerenknecht niet aanzitten. De boer liet de boerenknecht alleen en ging weg. Eerst ging het nog wel met de boerenknecht. Hij genoot van alles wat er te doen was en hield daarbij in zijn hoofd dat hij moest luisteren naar zijn baas om niet aan die schaal te komen. Op een gegeven begon er iets in die schaal te ritselen en wilde hij toch de schaal openmaken. Hij deed het echter niet, want hij had het bevel gekregen om daar niet aan te zitten. Toen ritselde het weer, en hij dacht: er is niets te zien dus doen we die schaal even open. Toen: rsssssssssss, en er vloog een muis uit. De boerenknecht schrok zich vreselijk, en probeerde de muis te pakken. Het lukte echter niet. De muis vloog overal onderdoor. Toen kwam de boer binnen. De boer keek boos naar de boerenknecht, die verslagen in die kamer zat. Toen moest ook de boerenknecht zeggen: 'Ik ben Adam!'