Marnix schreef:elbert schreef:naomi schreef:In sommige gevallen wel. Kijk maar naar de moorman...
Denk dat het in zulke situaties altijd belangrijk is om God te vragen wat Hij wil dat je doet.
In het geval van de moorman was het een bevestigde ambtsdrager (Filippus) die doopte. Hij was dus blijkbaar door God en de gemeente gemachtigd om te dopen.
Maar de moorman ging waarschijnlijk gewoon terug naar Ethiopie... waar geen gemeente van Christus was. In zijn geval stond zijn doop dus wel los van de gemeente van Christus. Overigens was Filippus gemachtigd door Jezus en niet door de gemeente van Christus. Jezus zelf had immers tegen de discipelen gezegd: Ga heen, maak alle volken tot mijn discipelen en doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en leer hen onderhouden, al wat ik u bevolen heb.
De vraag is alleen: Is deze opdracht alleen een opdracht die voor de discipelen gold.... of is dit ook een opdracht aan ons?
Nee, Filippus was aangesteld door de gemeente te Jeruzalem (Hand. 6):
1 En in dezelfde dagen, als de discipelen vermenigvuldigden, ontstond een murmurering der Grieksen tegen de Hebreën, omdat hun weduwen in de dagelijkse bediening verzuimd werden.
2 En de twaalven riepen de menigte der discipelen tot zich, en zeiden: Het is niet behoorlijk, dat wij het Woord Gods nalaten, en de tafelen dienen.
3 Ziet dan om, broeders, naar zeven mannen uit u, die goede getuigenis hebben, vol des Heiligen Geestes en der wijsheid, welke wij mogen stellen over deze nodige zaak.
4 Maar wij zullen volharden in het gebed, en in de bediening des Woords.
5 En dit woord behaagde aan al de menigte; en zij verkoren Stefanus, een man vol des geloofs en des Heiligen Geestes, en Filippus, en Prochorus, en Nicanor, en Timon, en Parmenas, en Nicolaus, een Jodengenoot van Antiochië;
6 Welken zij voor de apostelen stelden; en dezen, als zij gebeden hadden, legden hun de handen op.
en hij predikte het Evangelie en verrichtte wonderen (Hand. 8 ).
Of de kamerling uit Morenland een eigen gemeente gesticht heeft in zijn thuisland, vertelt de Bijbel ons verder niets. Maar ik kan me voorstellen dat als er een gemeente is ontstaan via deze kamerling, dat hij of iemand anders, dan via de gemeente (als de plek waar God aanwezig is) gemachtigd wordt om de sacramenten te bedienen.
Matth. 18:20 Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen.
Dus volgens mij is de opdracht van Jezus een opdracht aan de gemeente, hoe klein die gemeente (minimaal 2 personen) dan ook mag zijn.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)