2 Samuel 1:
14 Daarop zeide David tot hem: Hoe? Hebt gij u niet ontzien, uw hand uit te steken om de gezalfde des HEREN om te brengen?
In 2 Kronieken 10 staat dit:
En toch bleef het een gezalfde des Heren.
13 Zo stierf Saul, omdat hij de HERE ontrouw geweest was, omdat hij het woord des HEREN niet in acht had genomen, ja, zelfs de geest van een dode ondervraagd en geraadpleegd had, 14 en niet de HERE had geraadpleegd. Daarom doodde Hij hem en deed het koningschap overgaan op David, de zoon van Isaï.
Daaruit kunnen we opmaken dat God hem doodde maar zeker niet dat hij niet behouden was. We kunnen het vermoeden maar nooit met zekerheid zeggen. Tenminste, zo denk ik erover.
Wij weten niet wat Saul in zijn laatste ademtocht gebeden of gezegt heeft tenslotte. Daar wordt geen verslag van gedaan.