Cicero schreef:Waarnaar je verwijst weerspreekt niets van wat ik claimde. Als je kunt laten zien dat Huijgen wel degelijk op de historische betrouwbaarheid van de Maria-teksten in gaat op een manier die gebruikelijk is in historisch onderzoek, en ik dus een aantal pagina's uit het boek over het hoofd heb gezien, zou ik stevig moeten inbinden.
Nu kun je zeggen: maar het was Huijgens doel helemaal niet om de Bijbelse teksten historisch te bevragen. Dat klopt - en ik beweer helemaal niet dat dat Huijgens bedoeling was of zou moeten zijn - maar dan komt wat ik hele tijd al bedoel weer bovendrijven: je kunt toch als wetenschappelijk theoloog niet iets over de betekenis van Maria - de Maria die werkelijk geleefd heeft dus - schrijven, zonder kritisch rekenschap te geven van de verhouding tussen het verleden en de bronnen daarover. Nu is het volgens mij zo dat Huijgen de stilzwijgende aanname doet dat de Bijbelse teksten ons betrouwbaar inlichten over de historische Maria. Maar dan stapt hij dus bij voorbaat in een kringetje van mensen die het met die aanname eens zijn.
Huijgen doet in zijn boek inderdaad die aanname. Is dat wetenschappelijk verantwoord? Mwah. De historisch-kritische wetenschap kan op basis van de beschikbare literaire bronnen ook niet vertellen wat ik gisteren gegeten heb, dus hecht ik ook niet zoveel waarde aan wat de wetenschap op basis van in omvang beperkte bronnen met zekerheid meent te vertellen over iemand die 2000 jaar geleden leefde. Ik til er dus niet zo zwaar aan dat dit in het boek niet aan de orde komt, maar goed, dat is mijn persoonlijke mening.
Bovendien kan ik dat zelf wel invullen, want het is een redelijk eenvoudige exercitie. Volgens de historisch-kritische methode kan een maagd niet zwanger worden, dus de "werkelijke Maria" was vast zwanger van ofwel Jozef, danwel van iemand anders in haar omgeving. Verder verschillen Mattheus en Lukas nogal in hun beschrijving van de gebeurtenissen, dus de historisch-kritische wetenschapper gaat dan schrappen en zegt dat beide verhalen waarschijnlijk op verzinsels gebaseerd zijn waarbij de schrijvers zo hun eigen agenda hadden. Pogingen om beide beschrijvingen te harmoniseren worden als onwaarschijnlijk afgeserveerd. Historisch-kritisch kijken is vooral schrappen en in het geval van Maria blijft er dan dit over: Maria was een jonge joodse vrouw van eenvoudige komaf rond het begin van de jaartelling, die getrouwd was met ene Jozef, waarbij er mogelijk wat gedoe was over haar zwangerschap. Dat laatste is mogelijk ook mythologie omdat de schrijvers van de bijbelverhalen vast een motief hadden om de geboorte van Jezus bijzonder te maken. Zo bezien zeggen deze bijbelgedeelten meer over de schrijvers en hun publiek dan over wat er "werkelijk gebeurd is". Eigenlijk blijft er dan vrijwel niks over van wat je over Maria kunt zeggen. Je kunt daarbij de sceptische bril zo scherp afstellen als je wilt en dat is dan wetenschap: je weet uiteindelijk steeds minder.
Dat terwijl je deze werkwijze natuurlijk ook op de historisch-kritische methode zelf kunt toepassen: juist de conclusie dat er met Maria en de geboorte van Jezus niets bijzonders gebeurd is, kan ook een projectie zijn van de historisch-kritische wetenschapper, die vooral uit is op het ontmythologiseren van de Bijbel (zie Bultmann). Zo bezien kun je je ook afvragen of wat als wetenschappelijk resultaat wordt gepresenteerd niet feitelijk een reflectie is van de vooronderstellingen van de wetenschapper.
Voor het schrijven van een boek dat beoogt een breder publiek te bereiken en dat bovendien vooral kijkt naar hoe er in de geschiedenis met Maria is omgegaan (dus hoe men over haar dacht), is het dus sowieso weinig zinvol om bij de historisch-kritische methode te rade te gaan. Want hoe bijvoorbeeld de visie op de vrouw in het algemeen en Maria in het bijzonder zich heeft ontwikkeld in de loop der eeuwen, heeft bar weinig met de resultaten van historisch-kritisch onderzoek te maken, maar wel met de Maria zoals die in de Bijbel tot ons komt, plus natuurlijk een heel scala aan theologische en cultureel bepaalde invloeden die in een bepaalde periode aan de orde waren. Die laatste gegevens waren voor het schrijven van dit boek natuurlijk veel belangrijker en die komen dan ook ruim aan bod.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)