Alincane schreef:Beste mensen,
Ik ben sinds kort (nu ongeveer 4 maanden geleden) begonnen met mijn zoektocht naar geloof als Christen. Vroeger ben ik naar een katholieke school gegaan, verder niet van huis gelovig opgevoed.
Ik bid nu elke dag, maar vind het nog moeilijk om God in te beelden. Ik kan Jezus me beter voorstellen, die ook god is. Maar ik vraag best vaak naar de Heer dat hij me wilt helpen, of een teken wilt geven dat hij bij me is. Zoals hij in de bijbel verteld, altijd bij iedereen dichtbij te zijn.
Maar hier krijg ik geen antwoord op, of ik zie het niet. Hoe ga je daar mee om, of hoe ga je verder? Als je het gevoel hebt niet verhoord te worden. Ik ga naar de kerk door de weeks, ik bid en probeer te geloven. Ik geloof in Jezus, en ik vertrouw erop dat God me wilt horen.
Hopelijk kan iemand me tips geven, ik ben zelf 25 jaar en ben enorm nieuwsgierig naar een leven met God.
Dag Alincane,
Het lijkt me dat je op een kruispunt van je leven staat. En dan wil je graag een duidelijke wegwijzer hebben. In alle bescheidenheid wil ik wel een antwoord formuleren, maar ik zeg er direct bij dat het wel een heel persoonlijk en ook erg protestants antwoord is dat je krijgt. In die traditie ben ik nu eenmaal opgegroeid en zo geloof en denk ik zelf.
Je zult ook merken dat mijn protestantse antwoord weer zwaar zal worden bestreden door andere protestanten. Maar die eindeloze discussies en soms verbale steekspelletjes zijn óók weer echt protestants. Daar moet je doorheen kijken en proberen op te pikken wat nuttig si voor jou en wat je vooruit helpt.
Naar mijn idee moet je goed onderscheid maken tussen twee verschillende zaken.
1. Ten eerste zijn er natuurlijk die heerlijke vooruitzichten waar je naar hunkert. Je noemt zelf al de hulp die je van de Heer verwacht en dat Hij jouw wil horen. Je kijkt uit naar een leven met God. Je hebt gevraagd om een teken dat Hij dichtbij is. Kortom, je hebt een duidelijke verwachting, een concreet idee van wat je nu eigenlijk zoekt. Een teken, een stem misschien, een gevoel of een aanwijzing, een bevestiging. En nu heerst er enige teleurstelling of onzekerheid, omdat je zegt "ik krijg geen antwoord, of ik zie het niet". Al die verwachtingen worden niet ingelost, niet concreet, niet echt of reëel. Is het inbeelding?
Laat ik over dit eerste, die heerlijke vooruitzichten het volgende zeggen (als ervaringsdeskundige): dat heerlijke en bevrijdende leven met God is er wel degelijk. En het is in feite nog veel mooier dan je zelf hebt voorgesteld. Wat vinden we bij God? Wel, een innige omhelzing, een onbeschrijflijke trouwe en diepe liefde. Met God wandelen betekent wandelen in het licht. Vrij en verlost van het kwaad. Vrij van schuld en zonde, van angst en pijn. Alle beloften blijken waar. Er is vrede, troost, uitzicht, toekomst, rust en geborgenheid. Alles wat je dus wordt voorgespiegeld door verkondigers van dit goede nieuws (=Evangelie) hebben gelijk. het is de werkelijkheid van God. Onmiskenbaar en ook heel evident als je het ervaart. Je weet het direct: dit is het! Meer is niet nodig!
2. Nu over die andere zaak. En die gaat over de vraag hoe je dit alles kunt ontvangen en ervaren. Hoe kom je aan deze prachtige werkelijkheid, deze heerlijke en goddelijke waarheid, dit paradijs? Je kunt duizend keer horen hoe mooi het is en hoe fijn. Je kunt telkens weer horen vertellen hoe groot en machtig het is om God te kennen. Je verlangen kan er door groeien. Steeds sterker wordt je door die woorden aangetrokken. Maar in alle eerlijkheid, dat zijn allemaal woorden van anderen die het proberen te beschrijven.
Hoe kan ik zelf dit nu ervaren? Hoe krijg ik dit zelf te pakken? Hoe kom ik er aan? Hoe wordt dit ook mijn eigendom? Wanneer wordt dat nu echt?
Dat is toch op een gegeven moment de prangende vraag. En die heb jij niet alleen, maar veel kerkmensen voor wie letterlijk geldt dat zij alles al duizend keer hebben gehoord, kunnen ook met die vraag zitten. Mooi, maar hoe zit het met mij?
What about me?Ik heb geleerd dat we hier stuiten op de bijna onbegrijpelijke manier waarop dat gaat.
Het betreft hier echt het grote en centrale geheim van het christendom. Namelijk de enige mogelijke toegang tot de beloften en de zegeningen van God. Die enige toegang tot God is geloof. Niet voor niets wordt deze weg, deze methode, deze sleutel als een geheim omschreven. "Mysterium fidei".
Er is namelijk iets heel geheimzinnigs aan de hand met "geloof".
Enerzijds is het kinderlijk eenvoudig. Het is eenvoudigweg aannemen wat iemand zegt. De goede boodschap gewoon volledig en onvoorwaardelijk voor waar houden, of je het nu snapt of niet. Geloof is niet hetzelfde als begrijpen. Als je gelooft zeg je niet tegen God: aha, nu snap ik het eindelijk. Nee, je geeft je er onvoorwaardelijk aan over. Je laat alles los en geeft elk verzet op. Je gaat volledig af op wat je is verteld en je vertrouwt er zondermeer op. Zoals een kind dat zou doen.
"Ja, ik geloof."
Meer is het echt niet. Het komt dus echt niet voort uit intelligentie, uit studeren of uit slimheid. Jezus vraagt van ons om te geloven als een kind! Zo eenvoudig is het dus. En het is ook heel snel van kracht. Het is een kwestie van een vingerknip. Wie gelooft wordt ogenblikkelijk zalig en ontvangt onmiddellijk alles wat God hem of haar wil en kan geven. En dat is nogal wat: vreugde, vergeving, troost, eeuwig leven...noem maar op. Er zijn tal van verhalen in het NT waarin dit zo gebeurt. Het geloof is direct van kracht en dan is alles geregeld, alles vervuld. Wie geloof ontvangt het hele pakket. Wie gelooft zal zalig worden. Zelfs met een zogenaamd "klein geloof".
Wat maakt het dan toch zo geheimzinnig? Het klinkt eenvoudig, maar is er nog wat te vertellen?
Zeker. Dat is het grote vraagstuk van het ongeloof. Hoe uitnodigend de boodschap ook klinkt, hoe dichtbij God Zichzelf ook brengt, hoe kinderlijk eenvoudig het in wezen is, toch geloven veel mensen niet. Hoe mooi het ook wordt voorgesteld, hoe geweldig de uitzichten ook zijn die worden verteld, kennelijk is het geloof voor velen toch een onoverkomelijke drempel. Ze geloven niet.
Waarom niet? Vertrouwen ze de zaak niet? Denken ze dat ze voor de gek worden gehouden? Vrezen ze dat ze eigenlijk minder goed af zijn als ze wel geloven? Ach, er zijn tal van redenen, ook hele vrome redenen (ik voel me te min) waardoor mensen schroom houden om de stap van geloof te zetten. Ik kan hier wel tientallen verhalen vertellen waarom de eenvoudige stap van geestelijk dood naar geestelijk leven, van een leven zonder God naar een leven met God, niet gezet wordt. Soms vindt men dat het té eenvoudig is. Dan is men in zijn eer aangetast, omdat ze al tientallen jaren heel intensief bidden, naar de kerk gaan en deugdzaam leven. Heimelijk willen zij dat die inspanning zou moeten worden beloond en ze kijken met enige argwaan naar mensen die hen spontaan en zonder dralen voorgaan. Hoe kan dat nou, dat zij, van buiten de kerk, opeens wél geloven, terwijl zij die lange weg van kerkgang en bidden niet hoefden te gaan?
Maar pas op. Die onwil om te geloven zit in ons allemaal. We kunnen het van nature eigenlijk niet begrijpen dat God zomaar op ons afstapt en ons onmiddellijk, zonder voorwaarden wil leren kennen, ons omhelst en ons in Zijn vaderhuis wil opnemen. Waar heb ik het aan verdiend? Nergens aan! God wil het gewoon graag. Daarom komt Hij op ons af. En dat vinden we vreemd. Storend vreemd. Zo'n open en volstrekte goede bedoeling...daar worden we argwanend van. Zo eenvoudig zal het toch niet zijn? Ook wij hebben zo onze trots. Geholpen worden? Ik? Waarom dan? Dacht het niet! Ik kan mezelf heus wel redden....
Tot slot. Als je wél gelooft, verandert alles dan om je heen? Hoor je, zie je, merk je God dan opeens duidelijk? Jazeker. Vooral door de rust en vrede die in je komt als je eenmaal die keuze hebt gemaakt. Je weet dan zeker dat het van nu af aan niet meer mis kan gaan.
Maar die rust kan gewoon gelijk blijven opgaan met omstandigheden die niet veranderen. Door geloof krijg je een innerlijke band met God. En daarmee verliezen de omstandigheden hun belang en hun bedreiging. Over het algemeen worden gelovigen niet opeens gezonder, rijker, welvarender, fortuinlijker of succesvoller dan andere mensen. Nee, het feit dat het daar niet meer om gaat, dat is de nieuwe en heerlijke werkelijkheid nu God in je woont. God is er bij. Hij staat voor je in. Dat is wat je hebt toegeëigend door het geloof in Jezus Christus. Want Hij heeft niet alleen de weg geopend door Zijn dood en lijden, Hij heeft de weg van geloof ook aan ons uitgelegd. Hij heeft zelfs gezegd:
"
Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven".
Geloof gaat dus heel goed samen met het nog niet zien van al Gods heerlijkheden. Niet wat we zien (de blijvende onzekerheid, de moeiten, de pijn of zelfs de altijd weer terugkerende dood) is bepalend, maar wat we geloven. Dat bepaalt alles.
In de Bijbel wordt het ook wel tegenover elkaar gezet: wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen. (2 Kor. 5,7)
Zomaar wat gedachten.
gravo