Gtn stelt het volgende aan ons voor:
Omdat ik niet snap hoe je een vraag op refoweb post, doe ik het maar hier. (Uitleg over hoe op refoweb te posten wordt ook gewaardeerd!)
Sinds kort mag ik weten een kind van God te zijn. Dit is best wel redelijk vlug gegaan. Ik kerk in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Gisteren werd tijdens de preek duidelijk gesteld dat het allemaal zo vlug niet kan gaan en dat er jaren tussen moet zitten. Omdat ik er toch best wel mee zit moet ik dit toch even van me af schrijven. Want het kan 2 dingen betekenen: of de ds heeft gelijk en moet ik mezelf dieper gaan onderzoeken, of de ds spreekt als knecht van God een woord dat tegen het werk van God in gaat. Een koninkrijk wat tegen zichzelf verdeeld is kan niet bestaan. Maar aan God valt niet te twijfelen en aan zijn werk ook niet.
Verder hoor ik ook graag of een kind van God elke preek voedsel krijgt of dat de preek ook wel voor anderen bedoeld kan zijn en ik er (bijna) niets uit kan halen . Er zijn dus zeker mooie preken met enorme bemoediging of goede boodschap, maar er zijn er ook meerdere waar ik dus in mijn ogen niets aan heb. Dat vind ik jammer, maar als dat normaal is dan is het niet erg. Ik gun anderen ook wat om het maar zo te zeggen.
Ik ben mij er van bewust dat ik nog maar aan het begin sta en nog veel moet leren. Graag een reactie van iemand met ervaring.
Dank Gtn voor deze inbreng!
Mijn reactie daarop is:
Laat het vooral niet spottend op u overkomen als ik de door u aangegeven woorden rangschik onder de noemer: Sleutelgat christendom. Schokkend, maar waar. De deur van genade is dicht en door het sleutelgat zie je een lichtstraal van die genade. Zo komt de genade toch nog op hen die “toevallig” precies voor het sleutelgat staat. Zij kunnen daar naar binnen kijken. De omstanders zien dat en zeggen dan: mag jij wel voor dat sleutelgat gaan staan? Welk voorrecht heb je wel op ons? Het zijn geen jaloerse blikken hoor, want zij, die naast je staan hebben wellicht hetzelfde meegemaakt. Och mijn beste jongen, meisje, het moet je maar “gegeven zijn hoor die genade”. Die woorden zijn oprecht en welgemeend uitgesproken. Je tijd zal nog wel eens komen hoor, ja kijk maar goed hoor, dat lichtstraaltje door het sleutelgat, ach ja, wanneer zal het mij die genade eens treffen?
De preek gaat gelukkig verder maar wat heb je ervan geleerd? Wat blijft je bij? Waar wordt op gehamerd? Is dat niet primair de zondekennis? Het lijkt wel of er een examen afgenomen wordt, een proeve van bekwaamheid doorlopen. Daar kan dat ene straaltje vanuit het sleutelgat je nog geen voldoende licht over geven hoor.
Dat is geen aanbod meer van genade meer te noemen maar een kerkelijk examen die aan hoge eisen moet voldoen. Hoe was dat onder mijn Joodse volksgenoten? Ook zij kregen er behoorlijk van langs en er volgde altijd een oproep om terug te keren naar de G’d van onze vaderen. Soms duurde het lang voordat er een collectieve verlossing kwam en mijn volksgenoten zich weer bekeerden en de afgoden vernietigden. Een lat hoog leggen is in principe niet verkeerd, het doel daarvan is om op een hoger niveau te komen. Maar het kan ook zijn dat de lat te hoog wordt neergelegd door een opmerking te plaatsen: je bent nog niet zover hoor.
De lat ligt nog steeds op het hoge niveau, maar de grond wordt met de opmerking onder je voeten weggeslagen. Iets wat rechtstreeks tegen de 10 woorden ingaat. Leert het ons niet onze naaste lief te hebben. Dat strookt niet met vele opmerkingen: je bent er nog niet aan toe. Dit wollige taalgebruik is verhullend en ook verwarrend, je weet niet waar je aan toe bent met al die losse eindjes die geen enkel verband met elkaar hebben. Het doet mij eerder denken een opsomming van “tegeltjeswijsheid”. Natuurlijk doet de predikant zijn best en bedoeld het goed. Een concrete prediking met duidelijke aanknopingspunten is mijns inziens veel sterker.
Iedere predikant moet beseffen dat zijn preek niet “zijn werk is”. De Eeuwige brengt Zijn woorden onder zijn aandacht en al studerend leert hij de diepte van het Evangelie te verstaan. Hoe verwoord deze dat een begrijpbare tekst? Zou het over komen wat hij heeft opgeschreven? Als in de studeerkamer geen spanning gevonden wordt, vindt dat zijn uitwerking op de verkondiging. De toehoorder merkt dat direct en al snel is de prediking saai. Dan helpen losse teksten niet meer -hoe waar die ook zijn- ook niet de zwaarwichtige intonatie die hij gebruikt.
Geen hoogdravende woorden en rekening houdend met de kleinen die ook onder mijn gehoor zitten. Iedere predikant moet bedenken dat ok hij klein is geweest en lang niet alles kon bevatten. Persoonlijk vind ik het heel moeilijk als mensen mij op een voetstuk plaatsen. Blijf vooral jezelf als dienaar en vermijd te allen tijde een grote afstand.