“Hierheen, naar Mij toe,
allen die vermoeid en belast zijt,
en Ik zal u rust geven!
Neemt Mijn juk op u
en leert van Mij
dat Ik zachtmoedig ben
en nederig van (of: voor het) hart,
en u zult rust vinden voor uw zielen,
want Mijn juk is passend
en Mijn last is licht”
(Matteüs 11:28-30 uit de Naardense Bijbel).
HET BIJ MIJ PASSENDE JUK
Het is zo’n bekende tekst.
We hebben het zo vaak gelezen.
Of er een preek over gehoord.
Nu pas valt het mij op.
Dit! Deze vraag!
Het leven dat jij leidt, de regels en normen waaraan jij je houdt, de wet die je probeert te volgen en te gehoorzamen,
is dat het door God gewilde leven, zijn het de door Jezus gewilde regels en normen, is het de wet die voor jou geldt?
Of loop jij onder een juk en onder lasten door hedendaagse geestelijke leiders en hedendaagse schriftuitleggers opgelegd?
Want dát is mogelijk!
“Ze (dat zijn de schriftgeleerden en de Farizeeën) binden zware vrachten bijeen en leggen die op de schouders van mensen, maar zélf willen ze dié nog niet met hun wijsvinger bewegen”
(Matteüs 23:4 Naardense Bijbel).
Onthullend. Het gebeurt anno 2019 nog.
Zó heb ik persoonlijk regelmatig de prediking ervaren in Pinkster- en Evangelische Gemeenten in de jaren 1973-2009.
En evenzo in die orthodox-reformatorische gemeenten in mijn jeugd.
Niet altijd! Wel regelmatig.
Zondag aan zondag voelde je je schuldig.
Je was weer tekortgeschoten. Je was weer niet gedisciplineerd geweest. De Tien Geboden kwamen voorbij. En in Schriftlezing en preek werd je weer voorgehouden hoe slecht je was en bent en werd je weer opgeroepen tot actie.
In Evangelische kring tot: méér stille tijd houden, méér bidden en vasten, méér lofprijzing en aanbidding, niet roken, geen alcohol gebruiken, en regelmatig werd je opgeroepen om naar voren te komen voor gebed, om heiliging, toewijding, bevrijding van demonen.
In de afgelopen jaren heb ik wel eens gezegd: in traditionele kerken ligt veel meer de nadruk op wat God gedaan heeft en in evangelische kring op wat wij moeten doen.
Dat is maar deels waar, want in een bepaalde sector van de PKN, word je steeds weer opgeroepen om het koninkrijk Gods op aarde te vestigen. Een vredestichter, iemand die gerechtigheid doet, die afval scheidt, groene energie gebruikt, fair-trade producten koopt en gebruikt.
Want er zijn Groene Kerken en Fair Tradekerken, niet dat ik daar op tegen heb. Maar we kunnen zo ‘doenerig’ zijn.
Paulus is fel in zijn Galatenbrief.
“Voor dié vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt;
houdt dan stand en laat u niet opnieuw vasthouden onder een juk van knechtschap”
(Galaten 5:1 Naardense Bijbel).
Mijn leven lang probeer ik uit te leggen dat er een einde gekomen is aan het tijdperk van de Wetten* van Mozes.
Ooit bij monde van Mozes doorgegeven aan de nakomelingen van Abraham, Izaak en Jakob, de Israëlieten die uit Egypte na 430 jaar waren bevrijd en hier voor de berg Sinaï stonden mét Egyptenaren die zich bij dat volk hadden aangesloten.
Tien Geboden mét de uitwerking in de Thora.
De Enige die deze Wetten gehoorzaamde en de consequenties ervan onderging (niet door eigen falen, maar door ons falen; niet omdat hij het oordeel verdiende, maar wij) was Jezus Christus.
Hij volbracht alles wat God van ons eiste.
Betaalde al onze schulden.
In dat ene offer.
In het Oude Testament wordt een nieuw verbond aangekondigd.
Niet een opgelapt oud verbond, maar een nieuw verbond.
God kondigt aan, dat Zijn heilige Geest in het hart van Zijn kinderen komt wonen en dáár Zijn wetten zál schrijven en dat Hij hun zonden niet meer zal gedenken.
Dát moment breekt aan op dié heerlijke Pinksterdag, de heilige Geest komt in de harten van de 120 en op diezelfde dag in de 3.000 die tot geloof komen en zich laten dopen en de duizenden die volgen.
Paulus schrijft: Jullie zijn tot vrijheid geroepen. Het slavenjuk van de Wetten van Mozes is verbroken.
Maar pas op, er zijn Joden onder ons die weliswaar in Jezus geloven, maar tóch vasthouden aan die Wetten. Pas op, kijk uit, dat zij de kans niet krijgen om jullie opnieuw een slavenjuk op te leggen.
De Wetten van Mozes functioneerden als een dienstknecht van de Meester, die verantwoordelijk was voor het hele huishouden en óók de kinderen naar school moest brengen.
Zodra hij de kinderen bij school had gebracht, vielen die kinderen niet meer onder de verantwoordelijkheid van die dienstknecht, maar van het onderwijzend personeel.
Zó is het ook met óns. Mozes heeft ons bij Christus gebracht. We vallen niet meer onder zijn verantwoordelijkheid, maar onder die van Christus.
Terug naar het begin.
Loop ik onder het juk van Mozes, aangevuld met de extra lasten die de schriftgeleerden en Farizeeën ons hebben opgelegd?
En ga ik kapot onder die lasten?
Of heb ik mijn juk en mijn lasten van mij af laten vallen bij Golgotha?
Hij heeft toch aan alle eisen van Mozes voldaan, mijn zondeschuld ingelost?
Zijn Geest in mij gegeven, die mij inwendig duidelijk maakt wat Zijn wil voor mijn leven is?
De Geest van de zachtmoedige en nederige Jezus, niet van een slavendrijver.
Vraag je nu eens af:
Ga ik kopje onder vanwege hetgeen andere mensen van mij eisen?
Of volg ik Jezus, loop ik onder een juk dat bij mij past?
P Gerrets (emeritus predikant)