De verdediging van de heer van den Brink komt op mij ijzersterk en zeer waardevol over, is heel leerzaam, maar ook m.i. herkenbaar duidelijk geconditioneerd.
Is zó topgecontitioneerd wel het hoogste geloofsniveau, de hoogste trap van heiliging, vraag ik mij dan af. Dat kán natuurlijk heel goed samengaan, maar ik weet uit ervaring dat het ook zoveel anders kan. Is de uniformiteit waar men naar streeft bij de Ger. Gem. niet een te grote beperking binnen de oneindige veelkleurigheid welke de grote Schepper aller dingen in heel de schepping en dus ook binnen Zijn Kerk heeft bedoeld? En zijn wij als christenen dan niet veel te kritisch vanuit ons eigen zijn, naar hoe andere christenen ook zouden moeten zijn?
Eén lichaam, vele leden, allemaal anders, ook allemaal een andere functie. Ook in de nimmer eindigende eeuwigheid zullen we niet allemáál zangers voor Gods troon zijn, immers?
Daarom heb ik geen moeite met dat alle mensen met een zwarte jas elkaar opzoeken, maar is het goed dat men elkaar daarin de maat neemt? Moet ik aan de grijstint van de stropdas (neem ik steeds meer veilig zwart waar?) van de dominee zijn degelijkheid kunnen aflezen?
De eerlijkheid gebied mij te erkennen dat het mij niet gelukt, ondanks relativerende glimlach, deze rijtjes van Prisma geheel te ontkennen:
Do’s voor hen die zich hebben aangemeld bij het curatorium:
• Een fraai attest, dus zorg voor goede contacten in de kerkenraad;
• Ernst, maar wel wat past bij je leeftijd (plus 5 jaar uiteraard);
• Klassieke kledij; een keurig gestreken overhemd met ruit mag, maar dan wel met een effen stropdas en, niet vergeten, gepoetste schoenen;
• Een bedaard optreden. Even wachten met antwoorden om de vragensteller de kans te geven de vraag nog “even” toe te lichten (gaap);
• Een grondige voorbereiding. Je moet wel heel precies weet hebben van de kerkelijke leer, de kerkelijke geschiedenis, synode uitspraken, de oudvaders etcetera etcetera;
• Begrip tonen voor de stomste vragen van het curatorium.
Dont’s voor hen die zich hebben aangemeld bij het curatorium:
• Joviale omgangsvormen;
• Suède schoenen;
• Je Bijbel zijn vergeten;
• Hard lachen en spreken, maar ook fluiten is killing;
• Irritatie laten blijken bij wantrouwende vragen;
• Niet weten wat er staat in Johannes 3 vers 10.
M.i. zou het al goed zijn als de Ger. Gem. naar buiten toe vriendelijk zou worden. ik weet het echt niet hoor, maar als ik als overtuigd christen bij jullie in de kerk kom en jullie vieren net Heilig Avondmaal, mag ik dan ook aanschuiven aan de tafel des HEEREN? Dat bedoel ik wel!