DeDwaler schreef:.
Het is consequent onvolledig. Het is hetzelfde als alleen zeggen: "Wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen" en het eerste deel van vers 37 (Johannes 6) weglaten, terwijl daar precies de reden staat door Wie een mens tot de Heere Jezus komt.
Petrus zei ook niet uit het niets: "bekeer u", maar daarvoor verkondigde hij eerst het Evangelie en stelde hij zijn toehoorders in staat van beschuldiging. Daarna komt vervolgens het belangrijkste zinnetje van het hele hoofdstuk:
"En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders?" (Handelingen 2:37)
"En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen." (Handelingen 2:38)
Zie daar de volgorde:
- het Woord van God (door de verkondiging van Petrus, die daar van Godswege stond)
- het geloof in het Woord (blijkt uit de hartsgesteldheid, die door God is gewerkt)
- de vraag (waar het geloof in het Woord uit blijkt)
- de bekering (door belijdenis en door de doop tot uiting gebracht)
- de wedergeboorte (gave van de Heilige Geest)
.
Uiteraard, het is een wisselwerking waarbij het initiatief altijd bij God ligt. Ik wil het niet eenzijdig belichten maar wilde naast wat je zei ook de andere kant benoemen. Mensen worden ook opgeroepen tot actie en kunnen gehor geven omdat God dat mogelijk maakt. Maar er kwamen op die dag ook veel toehoorders niet tot geloof. Terwijl ze dezelfde boodschap hoorden