ereunao schreef:Maar ook de geref.theologie heeft slechts met de mond afscheid genomen van de verv-theorie. Maar metterdaad en consequent kan zij dit niet zonder de tak waar zij op zit af te zagen! Want wanneer je daadwerkelijk afstand gaat nemen van de vervangingsleer, raak je aan iets dat de klassieke theologie tot in de haarvaten heeft gekleurd. Je bent er dus niet door te stellen dat je als kerk de vervangingstheologie als zijnde niet bijbels afwijst. Of dichter bij huis: ’Dat je als kerk onopgeefbaar verbonden bent met het volk Israël’. Dat is een cruciale stap, maar tegelijk een stap die volgens Soulen onvermijdelijk een nieuwe bezinning op het geheel van de klassieke theologie vraagt. Het valt te begrijpen dat velen voor deze stap terugschrikken. Maar sinds het duidelijke, zij het indirecte, verband tussen de vervangingstheologie en de Shoah door een scala aan theologen, historici en filosofen onweerlegbaar aan het licht is gebracht, is er voor kerk en theologie in feite geen weg meer terug. Theologiseren zonder de Shoah in rekening te brengen is net zo iets als astronomie bedrijven en tegelijk Copernicus negeren. Overigens is het geen wonder dat er na pakweg vijftig jaar postholocaust theologie nog geen breed gedragen nieuwe consensus is ontstaan over de relatie Kerk-Israël en de verdere implicaties voor het geheel van de (systematische) theologie. Een theologische traditie van ruim 1800 jaar antijudaistische exegese en dogmatiek reviseer je niet even binnen een tijdsbestek van vijftig jaar.ereuna
Laat ik me maar even als de misschien wat naïeve theoloog voordoen om ereunao nu eindelijk eens te vragen welke concrete stappen er in zijn ogen gezet zouden moeten worden om de misstappen die er al vanaf het begin aanwezig zijn in de christelijke theologie en kerk te verhelpen. De eenvoudige constatering dat dit na 1800 jaar anti-judaïstische exegese en dogmatiek niet even gereviseerd kan worden moge in zijn ogen een waarheid zijn, maar die constatering brengt ons, ereunao en mij op zichzelf natuurlijk geen stap verder. Liever dan slechts constateren zou ik willen werken aan veranderingen of althans aan het in kaart brengen van noodzakelijke veranderingen. Ik zou het echt concreet willen maken.
Mijn vragen zijn dan ook:
1.
Acht ereunao het überhaupt wel mogelijk dat de door hem gewenste ommekeer, revisering plaatsvindt? Als het antwoord nee is, kunnen we wel ophouden. Dan heeft ereunao tot in lengte van tijd weliswaar de mogelijkheid om aan te klagen, te beschuldigen en te verwijten, maar enige verandering is dan niet meer te verwachten, aangezien een ommekeer niet meer
kan plaatsvinden. Een sleutelvraag derhalve.
2.
Welke concrete dogma's of punten uit de geloofsleer dienen de christelijke kerken te veranderen of te laten vervallen? Ik zie het liefst zo concreet mogelijke antwoorden, die aansluiten op wat de kerk(en) officieel leren. Het heeft niet zoveel zin om wat lokale gebruiken of afwijkende, zeg maar: ketterse, leringen hierin te betrekken. Nee, welk officieel geloofsgoed moet worden herzien?
3.
Welke concrete praktisch stappen dienen er gezet te worden om de ommekeer cq. revisering van het huidige geloofsgoed handen en voeten te geven? Vaak gaat een ommekeer gepaard met een rigoreuze andere praxis. Welke handelingen moet de kerk / moeten de kerken/ gemeenten opgeven, welke handelingen moeten zij veranderen, welke handelingen moeten zij aan hun liturgie of praktijk toevoegen?
Ik heb het natuurlijk heel breed omschreven. Maar het is wel een serieuze vraag. Als er dan zoveel mis is in de kerk van alle eeuwen en alle plaatsen, dan moet daar ook in concreto over gesproken kunnen worden. Daarom lijken mij deze vragen terecht. Met opzet wil ik niet sturend zijn. Ik stel me open voor eender welk punt ook ingebracht wordt. Dan pas weten we wat de kerk, wat de christelijke theologie te doen staat, wil de pijn die er kennelijk is, weggenomen worden.
Voor de goede orde: ik vraag alleen een opsomming die het werkelijke diepliggende probleem waarop jij doelt (dus niet slechts de oppervlakkige kleinigheden) oplost. Na de inwilliging van alle dingen die jij noemt, zou alle kou uit de lucht moeten zijn. Je mag, je moet wat mij betreft dus volledig zijn, willen we werkelijk weten en begrijpen wat er speelt en willen we de zaak grondig recht kunnen zetten.
Vraag 1 is wel cruciaal natuurlijk. Maar ik vertrouw er op dat je klacht zich niet in het domein van de onmogelijkheid heeft geklonken en dat we dus ook ten aanzien van punt 2. en 3. concrete zaken benoemd mogen zien.
Eén belangrijke vraag moet ook nog worden beantwoord: als de Kerk, de kerken gevraagd wordt enige van haar geloofsvoorstellingen, dogma's of belijdenissen te wijzigen, daaraan af te doen of daaraan toe te doen, dan is van belang dat je aangeeft wie jij in dat gesprek allemaal vertegenwoordigt. Namens wie heb je al je klachten over de kerk / de kerken verzameld? En namens wie openen wij het gesprek hierover?
Zijn dat uitsluitend christelijke groeperingen, zijn dat Messias belijdende joden, zijn dat ook vertegenwoordigers van het Jodendom of spreek je namens alle drie?
Het spreekt vanzelf dat christelijke kerken niet snel hun belijdenis die door honderden miljoenen mensen wordt gedeeld aanpassen, wanneer het gesprek slechts met een klein aantal mensen of groeperingen plaatsvindt.
Alhoewel we natuurlijk altijd open moeten staan voor de kracht van het argument, dat de macht van het getal kan breken.
Uiteraard mag je net zoveel tijd nemen voor het antwoord als je wilt of als je daarvoor nodig acht.
Ik zie het met belangstelling tegemoet,
gravo