Een open brief op Vrouw.nl. Hij ontroert mij zeer en zegt alles.
Ze ligt op straat. Haar lichaampje bedekt met folie. Klein, onschuldig, levenloos. Ik zie de foto op Twitter.
‘Vanavond gaan we naar het vuurwerk’, zei haar moeder die middag. Ze was zo blij. Vuurwerk op het strand! Dan mocht ze laat naar bed. ‘Mag ik dan glitternagellak’, vroeg ze. Haar moeder zuchtte. ‘En mijn roze jurk aan?’ Ze was dol op roze, de kleine Sophie. En op ballet. Later als ze groot was, wilde ze ballerina worden. Of schooljuffrouw. Daar was ze nog niet uit.
Ze danste de hele middag. Haar roze glitternagellak schitterde in de Zuid Franse zon. Het was nog even een gedoe die avond. ‘Moet die pop echt mee’, mopperde haar vader.
‘Dadelijk raak je haar kwijt. Je weet wat er vorige week is gebeurd, toen heb je hem ook in dat restaurant laten liggen. Moesten we helemaal terug om haar op te halen, weet je nog? Het is druk op het strand vanavond hoor. Heel veel mensen, als je pop dan kwijtraakt, kunnen we haar niet meer terugvinden.’ Ze had haar kleine neusje verontwaardigd gerimpeld: ‘ik raak mijn baby niet kwijt. Ik ben een hele goede mama.’ Hij had gelachen: ‘nou vooruit dan maar. Maar denk erom, ik ga niet zoeken als je haar toch ergens laat liggen.’
Wat zullen ze gegeten hebben voor ze naar het strand reden om het vuurwerk te zien? Vast iets feestelijks. Het was immers Quatorze Juillet, de nationale Franse feestdag.
In de auto was ze helemaal opgewonden. Pop hield ze stijf in haar armen. ‘Je gaat zo iets heel moois zien’, fluisterde ze zachtjes in het plastic oortje. ‘Echt heel mooi. Sterren in allemaal kleuren.’ Haar moeder hoorde het en lachte vertederd. Via de achteruitkijkspiegel keek ze naar haar dochtertje. Zelf ook in het roze. Ze hoopte maar dat ze het vol zou houden. Van de opwinding had het meisje die middag niet kunnen slapen. Nou ja, dat haalde ze morgen dan maar in.
Er kwam geen morgen. Sophietje zal nooit ballerina worden. Of schooljuffrouw. Heeft ze het geraas gehoord van het grote witte monster? Heeft ze iets aan zien komen? Heeft ze geschrokken haar pop nog wat dichter tegen zich aangedrukt? Gehuild, haar vader gezocht in de paniekerige menigte, haar moeders hand gegrepen?
Op het asfalt van Nice ligt haar levenloze lichaampje. Van het leven beroofd door iemand met idealen. Zelf iemands vader misschien, of grote broer. Idealen die hem in een dodelijk wapen hebben veranderd dat andere mensen het leven niet gunde. Of misschien was het wel gewoon een gek, beschadigd door wat dan ook, die anderen mee wilde trekken in zijn ellende. Hij nam haar mee, de kleine Sophie, in zijn zucht naar dood en verderf.
Naast haar ligt haar pop. Papa had zich geen zorgen hoeven maken. Ze is haar niet kwijtgeraakt.
Rust zacht pop.