Ik citeer even een stukje van historicus Bart Jan Spruyt van 2 weken geleden:
Liberalen als Van der Steur verkeren immers in de veronderstelling dat die rechtsstaat van ons uitsluitend op liberale principes is gevestigd. Daarmee bedoelen ze dat principes die ten tijde van de verlichting in de achttiende eeuw zijn ontdekt en die met de Franse Revolutie hun beslag hebben gekregen –principes als vrijheid en gelijkheid– en daarna door de liberale burgerij in grondwetten en gewone wetten zijn vastgelegd. Zo is onze democratie gevestigd, zo is onze rechtsstaat ontstaan. Ondanks het christendom. Liberalen zien de rechtsstaat als een overwinning op de kerk.
(...)
Rechten en vrijheden
Onze mannen zullen vast mannen van historische kennis zijn en Zijne Excellentie kunnen uitleggen dat de kern van de rechtsstaat al is vastgelegd in expliciet christelijke teksten als de Blijde Inkomste (1356) en het Plakkaat van Verlatinghe (1581). Daarin staat namelijk dat de overheid niet boven de wet staat, maar zich moet houden aan de afspraken die met de volksvertegenwoordigers (de ”standen”) zijn gemaakt. In die afspraken heeft de vorst beloofd dat hij voor zijn onderdanen zal zorgen zoals een vader voor zijn zonen en een herder voor zijn schapen. Hun rechten en vrijheden, inclusief het recht op de vrijheid van geweten en geloof, zal hij daarom eerbiedigen.
Mocht de vorst zich ontgaan, dan hebben de volksvertegenwoordigers het recht hem af te zetten en door een ander te vervangen. De vorst staat onder de wet. De wet is koning – de titel van een boek van Samuel Rutherford. Dat is nu precies wat de rechtsstaat in de kern is. Christenen wisten dat al eeuwen vóór de verlichting en de Franse Revolutie.
http://www.refdag.nl/opinie/bart_jan_sp ... k_1_963375
Ha! Weer wat geleerd. Je hebt gelijk en ik had het (gedeeltelijk) mis. Ik moet zeggen dat ik er niet al te veel vanaf weet. Ik zal mijn mening nuanceren in het licht van deze kennis.
Ik denk dat het voornamelijk belangrijk is om bepaalde waarden en daarbij horende normen niet te betitelen als exclusief christelijk. Dat zou namelijk impliceren dat mensen zonder de christelijke geloofsovertuiging deze normen en waarden niet kunnen delen. Dat is empirisch aantoonbaar onjuist. Bijvoorbeeld de wetgeving omtrent moord en doodslag is niet exclusief gebaseerd op het christelijke gebod 'Gij zult niet doden'. Als dat wel zo zou zijn zouden niet-christelijke landen deze wetgeving niet hebben, wat natuurlijk niet juist is.
Verder gaat het me er helemaal niet om de christelijke invloeden in Nederland te bagetalliseren, ik besef me dat we een groot cultureel erfgoed hebben waar we zuinig op moeten zijn. Waar ik wel bezwaar tegen maak is het claimen van vrij universele normen en waarden door uitdragers van een specifieke geloofsovertuiging.