Julian Brasser schreef:Inderdaad zijn de volgende situaties waar:
- Als God weet dat iemand uiteindelijk in de hel terechtkomt, dan is Hij genoodzaakt om aan die voorkennis een aktie te verbinden: namelijk om hem niet te laten geboren worden.
- Als God weet dat iemand naar de verdoemenis gaat als Hij hem niet op een bepaalde manier roept, dan is Hij genoodzaakt om aan die voorkennis een aktie te verbinden: namelijk om hem op die bepaalde manier te roepen
Waarom zou God daartoe
genoodzaakt zijn? God is nergens toe genoodzaakt en zeker niet door onze gedachten hierover.
Ten tweede: Gods voorkennis gaat verder dan "iets weten". God heeft bijvoorbeeld ook Zijn Zoon van tevoren gekend (1 Petr. 1:20, zelfde grondwoord). Het betekent een intiem kennen en tevens een voorbestemmen. Zo spreekt deze tekst er ook over: God heeft Zijn Zoon van tevoren gekend om Hem als Middelaar te kunnen openbaren.
Een ander voorbeeld: in Gen. 18:19 zegt God tegen Abraham dat Hij hem van tevoren gekend heeft om hem tot een groot volk te maken en opdat zijn nageslacht God zou vrezen en dienen. Ook hier gaat het dus om kennen met een doel en dat doel wordt door God bereikt.
Nog een voorbeeld: In Jer. 1:5 zegt God tegen Jeremia:
Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend;
voordat u uit de baarmoeder naar buiten kwam, heb Ik u geheiligd.
Ik heb u aangesteld tot een profeet voor de volken. Ook hier is het : voorkennis als voorbestemming, nl. om profeet te zijn.
Julian Brasser schreef:Dus God wil geen voorkennis hebben in de vorm zoals die hierboven is opgesomd, en Hij heeft ons laten geboren worden omdat Hij ons oprecht het eeuwige leven aanbiedt.
Dat aanbod is inderdaad oprecht in de verkondiging van het Evangelie, maar er is ook een andere kant. Laat ik een paar vragen stellen om duidelijk te maken wat ik bedoel:
- de eis van God aan de farao om Zijn volk uit Egypte te laten gaan, was die eis oprecht of niet?
- de verkondiging van het Evangelie aan Israël door Jezus en de apostelen, was dat oprecht of niet?
In het vervolg hoop ik duidelijk te maken dat er meer aan de hand is dan alleen een oprecht aanbod.
Julian Brasser schreef:Als God (bijvoorbeeld door gebeden van andere christenen) zich voorneemt om bepaalde mensen 'in het vizier te nemen', dan doet Hij er ook alles aan om ze te roepen (om ze ervan te overtuigen dat de weg die ze nu zonder Jezus gaan, naar de verdoemenis leidt, en dat ze dus in Jezus moeten geloven).
God doet er alles aan om ze te roepen, maar Hij doet meer dan alleen roepen: Hij verandert ook hun hart, zodat ze antwoorden. Dat zegt de tekst ook.
Julian Brasser schreef:Het kan niet waar zijn dat God bepaalde mensen in de erfzonde laat, want er staat: En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld. (1 Johannes 2:2). Dus nu biedt God je oprecht de zaligheid aan, door je op te roepen om te doen wat in mijn onderschrift staat, want de weg die je zonder Jezus gaat, leidt naar de verdoemenis, en dat wil God niet.
Dat klopt, alleen is God hierbij geen toeschouwer die maar af moet wachten wat wij gaan doen, gelukkig niet. Hij is de Almachtige die ervoor zorgt dat wat Hij besloten heeft, ook zal gebeuren. De zaligheid is van de Heere!
Julian Brasser schreef:Deze discussie is trouwens enorm vermoeiend voor mensen die eerlijk op willen volgen voor wat in de Bijbel staat. Als je eerlijk wilt opvolgen wat in de Bijbel staat, waarom zou je dan niet doen wat in mijn onderschrift staat? Als je dat niet doet heb je al een potiënteel verwijt van Gods kant aan jou, omdat je het had kunnen doen: probeer het maar! En je zult zalig worden!
Dat is het punt niet in deze discussie. Want wat we moeten doen is duidelijk: geloven en ons bekeren en dat moeten we ook doen, anders geen zaligheid. Maar vaak zie ik wel dat daarmee een geloof in het menselijke kunnen wordt verondersteld, alsof de zaligheid (of de weg ernaartoe) van ons afhangt. Dat is Goddank niet het geval. Want wie gelooft en zich bekeert, die is door de Heilige Geest tot geloof en bekering gekomen. En dat is nu waar het bij Arminius versus Gomarus over ging: Gods soevereiniteit en Zijn werk bij onze bekering.
N.B. vaak zijn mensen allergisch geworden voor Gods soevereiniteit, omdat ze opgegroeid zijn met het angstige beeld van een strenge God die alleen maar kan uitverkiezen en verwerpen, waardoor ze zichzelf als "speelbal" van die God zijn gaan zien. In zo'n God kunnen ze dan niet meer geloven. Van de weeromstuit geloven ze dan maar dat God het beste met hen voorheeft, ze wil redden als zij daar tenminste toestemming voor geven en die
uiteindelijk de beslissing aan hen laat. Zo zijn ze in elk geval van dat angstbeeld van God af en hebben ze het gevoel dat ze ook een stem hierin hebben.
Mijns inziens zijn beide benaderingen niet wat de Bijbel ons hierover vertelt. Ik geloof dat God soeverein is in wie Hij redt en wie niet en dat Hij daarvoor niet van ons afhankelijk is, maar tegelijkertijd ook dat wij ten volle verantwoordelijk zijn. Die twee lijnen zijn voor ons verstand moeilijk kloppend te krijgen, dat gaat onze pet te boven, maar dat hoeft ook niet. We moeten dat gewoon naast elkaar laten staan.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)