Dag allemaal,
Het paper heb ik reeds ingeleverd maar eigenlijk was het nog niet af. Helaas lukte het me dat niet voor de deadline. (Ik had al uitstel gekregen omdat Geneeskunde geen vrije ruimte kent waar extra vakken gevolgd kunnen worden, terwijl veel andere studies dat wel hebben.) Omdat het nog niet af was zie ik graag naast jullie reacties en gedachten ook het eventuele feedback dat jullie hebben. (Bijvoorbeeld onjuistheden, formuleringsfouten, verkeerde conclusies of andere zaken.) Ik had na het inleveren zelf in ieder geval nog het een en ander op mijn paper aan te merken, dat zal ik er
in rood bij zetten, evenals het feedback die te laat binnen kwam om nog verwerkt te kunnen worden.
Ik hoop dat jullie er wat van opsteken (zoals ik een hoop geleerd heb toen ik aan het lezen en schrijven was) en dat we er een aantal interessante gedachten over kunnen uitwisselen. Ik ben benieuwd naar jullie reacties.
==================
Hoe verhoudt zich en wat is de betekenis van de zondeval in het licht van de evolutietheorie? Een inleiding.
InleidingMet het opkomen van de wetenschappelijke vooruitgang en, zo'n driehonderd jaar geleden, het tijdperk van de Verlichting is het voor christenen, maar zeker ook voor andere wereldgodsdiensten als de Islam, een steeds groter wordende uitdaging geworden om hun religie en geloof te verdedigen tegen de zich aandienende, schijnbare tegenstrijdigheden tussen wetenschappelijke ontdekkingen en de informatie van religieuze boeken en tradities. Regelmatig laait de discussie omtrent de verhouding tussen geloof en wetenschap in Nederland weer op en er is dan ook een interessante hoeveelheid boeken en artikelen over deze onderwerpen beschikbaar in ons taalgebied. Een recent voorbeeld hiervan is de drieluik onder redactie van prof. dr. Cees Dekker, christen, die zich in het verleden heeft verdiept in de Intelligent Design beweging maar zich daar later openlijk van gedistantieerd heeft. [1] Dekker's eerste boek,
Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp?, dat de discussie omtrent creatie, Intelligent Design en theïstisch evolutionisme aanwakkerde, bevat een aantal essays over toeval en doelgerichtheid in de evolutie. Het tweede boek,
En God beschikte een worm, ging verder in op de eventuele mogelijkheid van Intelligent Design en de onmogelijkheid jongeaardecreationisme.
De ontvangst van ideeën zoals die van Dekker gingen en gaan nog steeds niet zonder slag of stoot. Dat is zeker niet onbegrijpelijk, aangezien het theologische problemen opwerpt waar het hele christelijk geloof mee kan staan of vallen. Deze theologische problemen kunnen voor veel mensen zo groot zijn dat men, bijvoorbeeld, de evolutietheorie haast zonder het te overwegen aan de kant schuift en het Bijbelse scheppingsverhaal blijft lezen als historisch verslag. Of men probeert koste wat het kost de Bijbel te verenigen met de wetenschap waarbij de letterlijke interpretatie van het scheppingsverhaal zoals dat in Genesis staat beschreven het uitgangspunt is. Een onderzoek van
The Pew Research Center’s Forum on Religion & Public Life, gepubliceerd in 2008, in de Verenigde Staten liet zien dat een meerderheid van de christenen de evolutietheorie niet verenigbaar acht met het christelijk geloof (zie figuur 1). [2]
Dit volgt niet helemaal uit de grafiek, overigens. Iemand kan namelijk de evolutietheorie wel verenigbaar achten met het christelijk geloof en alsnog zeggen dat het niet de beste verklaring is voor het ontstaan en de ontwikkeling van de mens. Dit zou ik dus nog moeten herformuleren.Figuur 1 - Het percentage van de bevolking van de VS dat denkt dat de evolutietheorie de beste verklaring voor het ontstaan en de ontwikkeling van het leven op aarde is, per religie. [2]
Hoewel dergelijke cijfers niet een op een te projecteren zijn op West-Europese christenen is er ook in West-Europa een groot aantal christenen dat zich niet kan vinden in een synthese tussen de evolutietheorie en het christelijk geloof. In reactie daarop verschijnen al enkele decennia boeken van christelijke hand die proberen het scheppingsverhaal te bewijzen als wel wetenschappelijke ideeën als een hoge ouderdom van de aarde en de evolutietheorie te ontkrachten. Een voorbeeld hiervan is het in 2005 verschenen (en wetenschappelijk reeds achterhaalde [3]) boek van drs. Ben Hobrink,
Moderne Wetenschap in de Bijbel, dat nog steeds grote populariteit geniet in zowel evangelische als rechts-reformatorische kringen.
De problemen die een synthesemodel opwerpt zijn zeker geen bijzaken. Er moet gezocht worden naar antwoorden op de vraag of het Bijbelse getuigenis überhaupt nog betrouwbaar geacht mag worden wanneer de wetenschap contradictoir is met hetgeen de Bijbel vermeldt. Drs. Hans Hoogerduijn, in een debat met dr. René Fransen, een van de deel-auteurs van Dekker's boeken, formuleert dit kernachtig:
Ten diepste gaat het hier om Schriftleer en Schriftgezag. Bepaalt de seculiere wetenschap hoe je de Bijbel leest? Of bepaalt de Bijbel dat zelf? In het eerste geval riskeer je een domino-effect. Want stel, je leest Genesis 1 vanwege de wetenschap niet meer letterlijk. Waarom zou je al die andere wonderlijke bijbelse verhalen en heilsfeiten dan wel letterlijk nemen? Die zijn vanuit de wetenschap net zo problematisch. Zo komt de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de hele Bijbel op het spel te staan. [4]
Aan de andere kant is het ook moeilijk de ogen te sluiten voor de wetenschappelijke ontwikkelingen en ontdekkingen, zeker wanneer de wetenschappelijke theorieën een behoorlijk stevig fundament hebben en er, wat betreft Genesis en evolutie, geen goede (creationistische) alternatieve verklaringen zijn. [5] De evolutietheorie is uiteindelijk niet voor niets ruimschoots geaccepteerd in de wetenschappelijke wereld. [6] [7]
In de afgelopen jaren is reeds het een en ander verschenen over het theïstisch evolutionistisch model. Voordat Darwin zijn boeken over zijn ontdekkingen en theorieën in en na 1859 publiceerde, bestonden in het Joods-christelijke denken al een aantal verschillende interpretaties van het scheppingsverhaal. [8] Met de komst van Darwin's boeken probeerden vooral liberale christenen de evolutietheorie te verenigen met de Bijbel.
Mijn hoogleraar zei hierover dat het opmerkelijk is dat het eigenlijk andersom is: orthodoxe christenen konden in het begin beter omgaan met de evolutietheorie dan liberale christenen. Deze laatste groep had er in het begin juist meer moeite mee. Tegenwoordig zijn de rollen, interessant genoeg, compleet omgedraaid. Zie daarvoor: Van open fundamentalisme naar jonge aarde creationisme, in Theologia Reformata, 53(4), 336-350. < https://rug.academia.edu/HenkvandenBelt/Papers > Het bleek voor veel van hen niet moeilijk om de Bijbel te herinterpreteren en de beschreven dagen in Genesis figuurlijk te lezen. Toch bleven er een aantal obstakels staan en bleek het niet altijd even makkelijk voldoende antwoorden te formuleren bij dergelijke problemen. Eén daarvan is de betekenis van de zondeval, zoals die beschreven is in Genesis 3. In het licht van deze betekenis moet er nog één cruciale zaak worden toegevoegd aan het citaat van Hoogenduijn. De positie van de meest centrale persoon van het christendom, Jezus Christus, wordt op z'n minst betwijfelbaar wanneer het evolutionistisch denken wordt geïntegreerd in het lezen van de Bijbel. Immers, wanneer de zondeval geen historisch feit is, waarom zou God Zelf dan nog naar de aarde gekomen zijn; en waarom zou Hij dan nog zijn gestorven en opgestaan?
T.A. Noble, professor in de theologie aan de Nazarene Theological Seminary in Kansas City, MO, omschrijft het uiteindelijke probleem heel doeltreffend:
The major problem with the doctrine of the Fall arising in the modern era is how to cope with the difficulty of assigning it a place in history or pre-history, which Pauline doctrine seems to require. The alternative, taken by many in the light of the story of human origins established by modern science, is to reinterpret it and dispense with the idea that the Fall was an event. [9]
In dit paper wil ik ingaan op de vraag 'hoe verhoudt zich en wat is de betekenis van de zondeval in het licht van de evolutietheorie?' Ik wil proberen een raamwerk en overzicht van een aantal bestaande ideeën te creëren waarin zowel de theologische betekenis van de zondeval als Jezus' centrale en essentiële positie in het christendom kunnen blijven bestaan.
ArgumentenIn de geschiedenis van het christendom is het niet letterlijk nemen van Genesis niet nieuw. Aan het begin van onze jaartelling schreven Philo van Alexandrië (1ste eeuw na Christus) en Augustinus van Hippo (4de eeuw na Christus) al over een allegorische interpretatie van Genesis. Beide mannen verwierpen het idee van een schepping in zes letterlijke dagen vanwege voornamelijk theologische en didactische redenen. [5][10] Volgens Augustinus schiep God het heelal niet in zes dagen maar schiep Hij alles op één ondeelbaar moment; en Philo schreef dat het misvatting is om te denken dat de schepping in enig bepaald tijdbestek plaatsvond. [11] Echter, voor Augustinus en Philo kon het concept van de zondeval blijven bestaan.
Er zijn verschillende visies op Genesis binnen het idee van theïstisch evolutionisme. Grofweg zijn de ideeën in te delen in twee categorieën: een categorie met ideeën die ervan uitgaat of concludeert dat Adam werkelijk als historisch persoon bestaan heeft, en een categorie waarin Adam juist niet als als historisch persoon werkelijk bestaan heeft.
Adam is een historische figuurRooms-Katholieke KerkHet officiële standpunt van de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) is het theïstisch evolutionisme; en ze staat open voor nadenken, filosoferen en nieuwe ideeën over nieuwe natuurwetenschappelijke ontwikkelingen. [12][13] In de recente Catechismus der Katholieke Kerk (CKK) wordt het belang van het geloof in de schepping onderstreept:
De katechese over de schepping is van kapitaal belang. Ze betreft de grondslagen zelf van het menselijk en christelijk leven: ze formuleert immers uitdrukkelijk het antwoord van het christelijk geloof op de elementaire vraag die mensen van alle tijden zich gesteld hebben: “Waar komen wij vandaan?”, “Waar gaan wij heen?”, “Wat is onze oorsprong?”, “Wat is het doel?”, “Waar komt alles wat bestaat vandaan en waar gaat het heen?” De twee vragen betreffende oorsprong en doel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze zijn beslissend voor de zin en de richting van ons leven en handelen. [14]
Vanuit deze visie, en haar visie op de exegese van de hele Bijbel en in navolging van het Jodendom concludeert de RKK dat het scheppend handelen van God,
ex nihilo, en Zijn voorzienigheid in het ontstaan van het heelal en de mens leidraad zijn wanneer er nagedacht wordt over de verhouding tussen natuurwetenschappen en schrift, en het doel van alles wat bestaat. [13][15] Ondanks deze alleidende handelingen van God bestaat het kwaad in de wereld. Dat er kwaad en fysieke onvolmaaktheid bestaan is echter niet tegenstrijdig met de Bijbelse uitspraak dat God zag dat het goed was. Blijkbaar heeft God, toen Hij de wereld begon, zo besloten dat er ruimte bestaat voor evolutie van de soorten, waar dood gaan een onderdeel van is. (Het intreden van het kunnen doodgaan van dieren na de zondeval staat niet beschreven in Genesis. Adam zou immers “zeker sterven” [16], de dieren niet. Dus volgens het Bijbelse getuigenis heeft de dood ook voor de zondeval plaats kunnen vinden. [17][18] De CCK zegt hierover:
Waarom heeft God geen wereld geschapen die zo volmaakt is dat er geen kwaad in kan bestaan? Overeenkomstig zijn oneindige macht zou God te allen tijde iets beters kunnen scheppen. Toch heeft Hij in zijn oneindige wijsheid en goedheid uit vrije wil een wereld willen scheppen ‘in staat van op-weg zijn’ naar haar uiteindelijke volmaaktheid. Dit wordend karakter brengt in Gods heilsplan met zich mee dat met het verschijnen van bepaalde wezens het verdwijnen van andere gepaard gaat, met het volmaaktere ook het minder volmaakte en met de opbouw van de natuur tevens afbraak. Met het fysieke goed is derhalve ook het fysieke kwaad gegeven, zolang de schepping niet haar voltooiing bereikt heeft. [19]
De mogelijkheid tot zondigen ligt kennelijk opgeslagen in het menselijk bewustzijn en de vrijheid die God daarin gegeven heeft. (Als de mens niet vrij is, hoe kan de mens dan vrij kiezen voor God? [20]) Binnen die vrijheid kan de mens dus zondigen en heeft ook ooit de zondeval plaatsgevonden. Hoe het begin van de wereld en de ontwikkeling ervan precies heeft plaatsgevonden is minder van belang voor het Katholieke geloof: “Het gaat er niet alleen om te weten, wanneer en hoe de kosmos feitelijk ontstaan is, noch wanneer de mens verschenen is, maar het gaat er veeleer om, te ontdekken wat de zin van een dergelijke oorsprong is: of dit ontstaan wordt beheerst door toeval, een blind lot, een anonieme noodzaak, of door een transcendent, intelligent en goed wezen, God genaamd.” [21] De RKK concludeert wel dat er op bepaalde momenten een direct handelen van God nodig geweest moet zijn. Op het moment van het 'ontstaan' van de mens en de incorporatie van de ziel heeft God direct gehandeld. [22][23][24] Hoewel de eerste mensen, die in contact stonden met God en een ziel hadden, ook de vrijheid hadden om te zondigen en de zondeval te veroorzaken, is dit volgens de RKK pas bij Adam en Eva gebeurd. De RKK stelt dat Adam en Eva dus historisch werkelijk hebben bestaan en doordat zij zondigden is de (spirituele) dood in de wereld gekomen. Alle mensen zijn voortgekomen uit deze Adam en Eva, die niet per se op rond 4000 voor Christus gedateerd hoeven worden. [24][25] (Dit komt weer overeen met de moderne genetische onderzoekingen, waaruit geconcludeerd kan worden dat alle mensen van de zogeheten 'Black Eve' afstammen.) [26]
Peter Rüst – American Scientific Affilation (ASA)Dr. Rüst, lid van ASA – een Amerikaanse organisatie van christelijke wetenschappers die, zoals ze zelf zegt, zich niet alleen richt op hoe het heelal ontstond en werkt maar ook op het doel van het heelal [27] – beschrijft in zijn artikel,
Early Humans, Adam, and Inspiration een enigszins vergelijkbaar standpunt als dat van de RKK, met een aantal verschillen. Rüst meent dat Adam en Eva werkelijk historische personen geweest moeten zijn, omdat anders de aansluiting met de rest van Genesis (vanaf hoofdstuk 4) vrij arbitrair en niet overtuigend is. Het vervolg van het boek Genesis vanaf de zondeval oogt namelijk als een historisch narratief en, vanuit de overtuiging dat de Bijbel Gods onfeilbare Woord is, moet dat deel van Genesis een historisch werkelijk gebeurd zijn. Volgens Rüst waren Adam en Eva echter niet de eerste mensen op aarde, omdat dat er anders contradictie bestaat tussen wat Rüst
plenary inspiration noemt en betrouwbare wetenschappelijke resultaten. Rüst stelt dat Adam dus later geplaatst moet worden dan andere mensen, die schijnbaar ook naar Gods evenbeeld gemaakt zijn en concludeert dat Genesis 1:26-31, de schepping van de eerste mensen, niet naar dezelfde gebeurtenissen refereert als Genesis 2:5-25, het ontstaan van de historische Adam. [28][29]
Vlak na het ontstaan van de mens was er, volgens Rüst, een (mogelijk kleine) groep mensen, allemaal gecreëerd naar Gods evenbeeld, en een van deze was de eerste die zondigde (zie ook RKK, fysieke onvolmaaktheid en de mogelijkheid tot zondigen door de vrijheid die God blijkbaar gegeven had). Deze persoon was degene door wie “alle zonde in de wereld kwam” [30], en alle andere mensen die na hem kwamen zondigden daardoor ook. De eerste mensen waren in ieder geval bewust van God en bewust van zichzelf. Door de tijd heen evolueerde de mens verder en nam de kennis van God en zijn verantwoordelijkheid steeds meer toe. Uiteindelijk resulteerde dat in Adam, die een speciale roeping en wet van God kreeg; en daardoor was zijn overtreding ook speciaal. Adam was al fysisch sterfelijk, maar zijn overtreding resulteerde ook in een spirituele doodstaat. De spirituele dood die de eerste zondaar 'oogste', ver voor Adam, werd toen verspreid over de hele mensheid. Niet zozeer omdat Adam een speciale zonde deed, maar omdat “iedereen gezondigd heeft.” [28][30]
Adam is geen historische figuurTaede Smedes – Religie- en Wetenschapsfilosoof en theoloog, gespecialiseerd in discussies en de verhouding tussen geloof en wetenschapIn zijn lezing,
Een aanzet tot een theologie van evolutie [31], voor het Groninger Studenten Pastoraat zet Taede Smedes het een en ander uiteen over de vereniging tussen evolutie en de theologie. Smedes begint met het godsbeeld en stelt dat een godsbeeld altijd dynamisch is: het is door de eeuwen heen steeds weer anders geworden. Mensen van nu kijken niet op dezelfde manier naar God als mensen van eeuwen geleden deden. Smedes legt vervolgens de link naar de theologische reflectie op het mensbeeld. De evolutietheorie werkt immers ingrijpend op het mensbeeld.
Volgens Smedes hebben Adam en Eva, als zijnde de eerste mensen op aarde, niet kunnen bestaan, simpelweg omdat de evolutie der soorten een gradueel proces is. Smeders vergelijkt het met de overgang van baby naar peuter: dat overgangsmoment is ook niet duidelijk aanwijsbaar. “Er is dus niet zoiets als een abrupte overgang tussen aapachtige en mensachtige.” [31.3][32] Smedes ziet in dat dat verregaande consequenties kan hebben voor het begrip van de zondeval zoals dat een plaats heeft binnen de christelijke theologie. Smedes meent echter dat Augustinus het concept van de zondeval uit allerlei losstaande noties en ideeën heeft gesynthetiseerd en toen een centraal dogma binnen het christendom is geworden. Daarbij komt dat de zondeval heel sterk verweven is geraakt met de christologie. Omdat Adam en Eva niet hebben kunnen bestaan heeft er dus ook geen duidelijk aanwijsbare zondeval plaatsgevonden.
Smedes gaat vervolgens in op twee opvattingen die proberen dit probleem op te lossen. Hij reageert eerst op het boek van wetenschapsjournalist René Fransen,
Gevormd uit sterrenstof, waarin Fransen stelt dat, enigszins vergelijkbaar met hetgeen Rüst ook schreef, er vroeger een groepje mensen bestond binnen een grotere groep die door God geroepen werd en uiteindelijk de zondeval had begaan. Volgens Smedes is een dergelijke reconstructie begrijpelijk en mogelijk maar alsnog “hoogst speculatief en behoorlijk vergezocht”.
Als tweede mogelijkheid is het idee van een metaforische zondeval. Deze visie strookt wat meer met hoe er in het Jodendom over Adam en Eva en de zondeval wordt nagedacht. Adam en Eva hierin voorbeelden metaforen of symbolen voor iedere individuele mens. “In ieder mensenleven vindt op een bepaalde manier wel een zondeval plaats, namelijk wanneer er iets gebeurt waardoor iedere persoon zijn of haar onschuld verliest, op wat voor manier dan ook. De zondeval en de resulterende erfzonde is vanuit een dergelijk perspectief iets dat tot de menselijke conditie behoort, dat behoort bij de pijn van het volwassen worden. Adam en Eva zijn geen historische figuren, maar verhaalpersonages die symbool staan voor iedere individuele mens.” [31.3] Toch heeft Smedes enigszins moeite met deze tweede mogelijkheid. “Maar, hoe zit het dan met de christologie?” vraagt Smedes zich af.
Smedes zet uiteen dat met name in Protestantse kringen er nagedacht is over de centrale rol van de zondeval. Schepping – zondeval – verlossing. Hij stelt voor deze gedachte eens te proberen los te laten. Het is volgens hem immers geen Bijbels schema, maar een door theologen uitgedacht concept, een constructie om systeem aan te brengen in de vele concepten die het christendom rijk is. De rol die Jezus dan toebedeeld krijgt is dan een heel andere, maar toch nog steeds de brug tussen God en mens. Allereerst is en blijft Jezus de openbaring van God in mens: God is in Jezus ons, de mens, nabij gekomen. De rol van Jezus is dus vooral een openbarende: door Jezus heeft God Zich geopenbaard en werkelijk laten zien wie God is. Daar komt bij dat God door deze beslissing iets heel bijzonders heeft gedaan: met de menswording in Jezus worden God en kosmos, alles wat er bestaat, op een heel intieme manier met elkaar verbonden.
Als God in Jezus mens geworden is, en in Jezus van Nazareth de geschiedenis van het leven in binnengekomen, en daarmee de geschiedenis van de aarde, die weer ligt ingebed in de geschiedenis van het heelal als geheel – dan heeft God dus deel gekregen aan de totale evolutionaire geschiedenis van al wat is. En door Gods deelname aan die geschiedenis, wordt die evolutionaire geschiedenis zelf getransformeerd. Wanneer God in Jezus van Nazareth de geschiedenis binnenkomt, gaat er een plotselinge rimpeling doorheen heel die geschiedenis. Want vanwege de continuïteit tussen mens en schepping straalt de menswording van God uit naar de schepping als geheel, naar verleden, heden en toekomst, en daarmee is het niet louter meer een kwestie van dat God de geschiedenis binnenkomt, maar daarmee krijgt die evolutionaire geschiedenis deel aan God zelf. De hele evolutionaire geschiedenis – de geschiedenis van het allereerste levende elementje in de geschiedenis, tot de rijkdom aan organismen die vandaag de dag de aarde bevolken – krijgt in Jezus deel aan God zelf.
Maar dat gaat nog verder. Want zoals gezegd staat ook de evolutionaire geschiedenis van het leven op aarde in een continuüm met de kosmische evolutie, van de oerknal via het ontstaan van sterren en sterrenstelsels, planeten, enzovoorts. Alles hangt met alles samen. De geschiedenis van de aarde en van het leven op aarde ligt in het verlengde van de geschiedenis van het heelal. Met de menswording van God in Jezus van Nazareth worden dan ook God en de kosmos op een bijzonder intieme wijze met elkaar verbonden. Doordat God in die ene mens Jezus deel wordt van de geschiedenis van de kosmos, wordt die kosmos deel van de geschiedenis van God. De hele kosmische geschiedenis krijgt uiteindelijk een diepere zin toebedeeld – een zin en betekenis die je niet wetenschappelijk kunt constateren of onderzoeken, maar die alleen zichtbaar, voelbaar, of ervaarbaar is door het geloof, voor wie ogen heeft die willen zien en oren die willen horen. Het is dus geen empirisch verifieerbare positie. De wetenschap kan er niet bij. En een dergelijke visie verklaart ook niets. Het is een duiding, of zelfs een geloofsbelijdenis, maar geen verklaring.
Voor wie gelooft dat God in Jezus mens geworden is en daarmee deel uitmaakt van de totale kosmische en biologische evolutie – voor wie dat gelooft, kan het bestaan en de evolutie van de totale kosmos een verwijzing naar God worden. Alles participeert in God. Er is geen onderdeeltje van de kosmos dat níét iets uitstraalt van Gods glorie – terwijl diezelfde kosmos paradoxalerwijze, juist vanwege het geschapen-zijn, Gods glorie tegelijkertijd verbergt. Die paradox van een kosmos die God openbaart en tegelijkertijd verbergt, behoort ook tot de diepe kern van het christelijk geloof. [31.3]
Voor Smedes houdt het geloof in Jezus Christus dus niet op wanneer er nagedacht wordt over de verhouding tussen evolutie en christelijk geloof; hij raakt er juist nog meer verwonderd door. De verwondering in God, het diepe besef in de openbaring van God in Jezus en het feit dat alles in en met God verbonden is maken dat het geloof in de christelijke God een nog diepere betekenis krijgt. Deze houding lost het probleem van de zondeval en de positie van Jezus dus op een heel andere manier op. Jezus verliest op deze manier weliswaar de wat meer traditionele rol, maar Zijn rol voor de mensheid blijft minstens zo essentieel.
T.A. Noble, professor in de theologie aan de Nazarene Theological Seminary in Kansas City, MO[Ik had hier graag het essay van T.A. Noble, Original sin and the Fall: definitions and a proposal, uit het boek Darwin, Creation and the Fall: Theological Challenges (Inter-Varsity Press, 2009) van R.J. Berry en T.A. Noble nog willen behandelen. [9] Door tijd- en ruimtegebrek lukt dat echter niet. Ik raad de degenen die nog verder willen lezen dit boek en de volgende andere boeken aan.] [33]ConclusieUit de grote hoeveelheid lectuur die beschikbaar is over dit onderwerp heb ik een kleine, volstrekt niet allesomvattende selectie gemaakt.
Hier of eerder zou nog een verantwoording moeten komen voor de gemaakte keuzes. Nu komt het nogal willekeurig over Talloze andere visies wat betreft een synthesemodel van de evolutietheorie en het christelijk geloof hebben hun ingang gevonden in de verschillende christelijke stromingen. Daarmee zijn zeker niet alle vragen beantwoord. Op een aantal vragen zullen wij waarschijnlijk ook antwoord verschuldigd blijven. Het blijft op sommige punten, zoals een werkelijk bestaan van een historische Adam, giswerk en waarschijnlijkheidsdenken; en het is lang niet altijd zo dat daarover duidelijke, onomstreden, zinnige dingen gezegd kunnen worden. Op grond van de gepresenteerde visies kan mijns inziens wel de conclusie worden getrokken dat met de komst van de evolutietheorie de absolute, centrale rol van God als Mens, Jezus, en het christendom zeker niet per direct gediskwalificeerd zijn. De rol van Jezus als Verlosser van de mensen en Zijn rol als Weg voor ons naar God komt, zoals te zien is bij de zeer uitgewerkte ideeën van de RKK en Rüst, volstrekt niet in het geding. Ook in de visie van Smedes blijft Jezus nog steeds de essentiële rol spelen en is de waarheid van het christelijk geloof niet teloorgegaan. De theologische betekenis van de zondeval blijft overeind staan, zowel wanneer deze als een werkelijke historische gebeurtenis zou hebben plaatsgevonden (RKK, Rüst, Fransen) als wanneer hij metaforisch opgevat moet worden (het Joodse concept) of zelfs niet heeft plaatsgevonden (Smedes). Wij zijn allen mensen die in verbinding staan met God, die Zich heeft geopenbaard in Jezus Christus.
In dit paper wilde ik, zoals ik in mijn inleiding schreef, een aantal bestaande visies toelichten. Ik laat aan de lezer het oordeel en de conclusie over deze visies over en wil me slechts beperken tot het geven van een opzet voor mogelijke oplossingen van het probleem. Ik kan mij voorstellen dat niet iedereen zich even gemakkelijk kan neerleggen bij de verschillende gegeven antwoorden en ik denk dat de mensen die aan bod zijn gekomen qua visie zeker niet allemaal door één deur zouden kunnen.
Dit onderwerp behoeft nog veel vervolgonderzoek en mijns inziens zijn we nog zeker niet klaar met het bedenken van en filosoferen over nieuwere, verfijndere antwoorden.
De conclusie is een mager en ik kies zelf (opzettelijk) geen standpunt. Ik wist eerlijk gezegd niet zo goed wat ik moest concluderen en degenen hier op het forum die mij wat beter kennen weten misschien wel waarom. Noten1. Dekker, C. "Uit Wat Ik Ben En Was."
Geleerd & Gelovig: 22 Wetenschappers over Hun Leven, Werk En God. By C. Dekker. 5de druk: Ten Have, 2008. 316-37.
2. Pew Forum. Report:
U.S.Religious Landscape Survey Religious Beliefs and Practices: Diverse and Politically Relevant Pew Forum on Religion & Public Life. Pew Research Centre, Washington DC, 2008. Report online: <
http://religions.pewforum.org/pdf/repor ... df#page=99 >. Figuur: <
http://www.pewforum.org/2009/02/04/reli ... evolution/ >. Op 8 juli 2014.
3. Klink, Bart.
Moderne Wetenschap in De Bijbel? De Atheïst, 30 July 2007. Op 09 July 2014. <
http://www.deatheist.nl/index.php?optio ... n&Itemid=3 >.
4. Fransen, R., and H. Hoogerduijn. "Wat is het nu, schepping of evolutie? Een Verschil Van Bril."
Hete Hangijzers: Antwoorden Op 17 Kritische Vragen Aan Het Christelijk Geloof. By C. Dekker and M. Van Veelen. 3de druk. Amsterdam: Buijten & Schipperheijn Motief, 2009. 119-22.
5. Fransen, R. "Wat Is Het Nu, Schepping of Evolutie? Evolutie Maakt De Schepping Groter."
Hete Hangijzers: Antwoorden Op 17 Kritische Vragen Aan Het Christelijk Geloof. By C. Dekker and M. Van Veelen. 3de druk. Amsterdam: Buijten & Schipperheijn Motief, 2009. 107-18.
6. Doorn, S. Van. "Tussen Darwin En Calvijn."
Geleerd & Gelovig: 22 Wetenschappers over Hun Leven, Werk En God. By C. Dekker. 5de druk: Ten Have, 2008. 38-53.
7. Gelezen voor dit paper en voor de lezer een aanrader om te lezen voor een uiteenzetting van alle bewijzen: Dawkins, R.
Het Grootste Spektakel Ter Wereld: Bewijs Voor Evolutie. Trans. M. Van Nieuwstadt. 6de druk: Nieuw Amsterdam, 2009.
8. Schierbeek, A.
Opkomst En Bloei Der Evolutieleer. 2de druk, no. 65. Haarlem: De Erven F. Bohn N.V., 1961.
9. Noble, T.A.. "Original Sin and the Fall: Definitions and a Proposal."
Darwin, Creation and the Fall: Theological Challenges. By R.J. Berry, and T.A. Noble. Inter-Varsity, 2009.
10. Augustinus van Hippo.
The Literal Interpretation of Genesis. 408 AD.
11. "Allegorical Interpretations of Genesis." Wikipedia. Wikimedia Foundation, 07 May 2014. Web. 09 July 2014. <
http://en.wikipedia.org/wiki/Allegorica ... of_Genesis >.
12. H. Paus Johannes Paulus II. Encycliek
Fides Et Ratio: Over De Verhouding Van Geloof En Rede. Vaticaanstad: Columba, 1998.
13. "De Katholieke Visie Op Schepping En Evolutie."
Vormfun. Bisdom Roermond. Exacte auteur kon ik niet achterhalen. Te downloaden m.b.v. de volgende URL: <
http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=& ... =0CCIQFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.vormfun.nl%2Fuserfiles%2Ffile%2FDe%2520katholieke%2520visie%2520op%2520schepping%2520en%2520evolutie.doc&ei=XCK9U6S9F8
mc0QXpyYGABw&usg=AFQjCNFEK_z3BEEH_xYMuVjjYGQkpaxrAw&sig2=D26hSG3MTdQxIxsffT9kUA&bvm=bv.70138588,d.d2k&cad=rja >.
14. Catechismus der Katholieke Kerk (vanaf nu afgekort tot CKK) 282. Alle RKK-documenten zijn online in te zien op de officiële website: <
http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/ >.
15. CKK 300-305.
16. Genesis 2:15.
17. Een idee dat oorspronkelijk van Thomas van Aquino komt, uit zijn
Summa Theologica. Bron: "Did Death Occur before the Fall?"
BioLogos. The BioLogos Foundation, 9 July 2012. Web. 8 July 2014. <
http://biologos.org/questions/death-before-the-fall >.
18. Schloss, J., M. Lloyd, A. McGrath, and J. Polkinghorne. "Evolution and The Fall of Man."
YouTube. YouTube, 9 Aug. 2011. Web. 8 July 2014. <
https://www.youtube.com/watch?v=JGtVjQfqddY >.
19. CKK 310, volgens Thomas van Aquino,
Summa Theologica I,25,6 en
Summa contra Gentiles III,71.
20. Zie ook: Markus, A. "God En Het Lijden: Over De Vraag Waarom God Het Kwaad in Deze Wereld Niet Voorkomt."
Verantwoorde Hoop: Apologetische Thema's. By J. Hoek. Heerenveen: Groen, 2010. 114-39. en het derde college Inleiding op Apologetiek van J. Hoek en H. van den Belt.
21. CKK 284
22. Uit de Amerikaanse encyclopedie:
Catholic encyclopedia, 1909. Online in te zien via deze URL: <
http://www.newadvent.org/cathen/ >
23. Jong, E. de. "Evolutie En Schepping."
Evolutie: Wetenschappelijk Model of Seculier Geloof. By A. Driessen and G. Nienhuis. Kampen: Kok, 2010.
24. H. Paus Pius XII. Encycliek
Humani Generis: Over sommige valse meningen die de grondslagen van de Katholieke leer dreigen te ondermijnen, Ecclesia Docens - Uitg. Gooi en Sticht , Hilversum, 1950.
25. CKK 396-409
26. Vgl. A.C. Wilson, R.L. Cann, “The Recent African Genesis of Humans,” in:
Scientific American aug. 2003, speciale uitgave: “New Look at Human Evolution”, pp. 54-61; John Relethford,
Genetics and the Search for Modern Human Origins (New York: John Wiley, 2001).
27. "About the ASA - American Scientific Affiliation."
About the ASA - American Scientific Affiliation. American Scientific Affiliation, n.d. Web. 09 July 2014. <
http://network.asa3.org/?page=ASAAbout#Who%20we%20are >.
28. Rüst, P. "Early Humans, Adam, and Inspiration."
Perspectives on Science and Christian Faith 59 (3): 182–93. 2007. Online in te zien: <
http://www.asa3.org/ASA/PSCF/2007/PSCF9-07Ruest.pdf >.
29. Zie ook: Held, A. Rüst, P. “Genesis Reconsidered”
PSCF 51.4 (December 1999): 231-243. Online in te zien: <
http://www.asa3.org/ASA/PSCF/1999/PSCF12-99Held.html >
30. Romeinen 5:12
31. Smedes, T. "Een Aanzet Tot Een Theologie Van Evolutie." Groningen. June 2014. 8 July 2014. Smedes heeft zijn lezing, in drie delen, later op zijn weblog geplaatst. Zie daarvoor de volgende URL's:
- < https://tasmedes.wordpress.com/2014/06/ ... ie-deel-1/ >
- < https://tasmedes.wordpress.com/2014/06/ ... ie-deel-2/ >
- < http://tasmedes.wordpress.com/2014/06/1 ... el-3-slot/ >
32. Smedes zegt hierover: “Ofschoon schijnbaar contraïntuïtief, wordt het zeer beeldend en helder uitgelegd op pagina 38-49 van Richard Dawkins,
De betoverende werkelijkheid: Hoe we weten wat we zeker weten. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2011.”
33. Ik raad de degenen die nog verder willen lezen de volgende andere boeken en artikelen aan.
- Dobzhansky T. “Nothing in the Biology makes sense without the light of Evolution” uit 1973. Voor het eerst gepubliceerd in American Biology Teacher, vol. 35, pag. 125–129.
- H. Paus Johannes Paulus II, Over de evolutieleer, Ter gelegenheid van de plenaire zitting van de Pauselijke Academie voor Wetenschappen. Online in te zien op de website van RK-documenten: < http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index ... 0&doc=1205 >.
- Dekker, C. En God beschikte een worm. Ten Have, 2006.
- Fransen, R. Gevormd uit sterrenstof. Medema, 2009.
- Smedes, T. God én Darwin. Nieuw Amsterdam, 2009.
- Enns, P. The Evolution of Adam: What the Bible Does and Doesn’t Say About Human Origins. Brazos Press, 2012
- Zie bronnen [17] en [18]