Leuk, laat ik eens reageren op de stellingen.
1. De bijbel is de waarheid en spreekt zichzelf dus niet tegen. Vaak kunnen verkeerde interpretaties van bijbelteksten dus weerlegt worden door de bijbel zelf. Echter, indien de bijbel
niet rechtstreeks ingaat op een bepaald onderwerp, kan het moeilijk worden om een menselijke uitlegger te corrigeren aan de hand van de bijbel.
Laat ik een aanvullende stelling deponeren:
1b. Bij onduidelijkheid staat de
bijbel boven de 12 artikelen die wij belijden.
Klein voorbeeldje: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde.
Hieruit zou je de conclusie kunnen trekken dat enkel God de Vader bij de schepping betrokken is.
Echter, de bijbel laat zien dat ook Jezus hierbij betrokken was (bv: Johannes 1).
Dus: bij twijfel staat de bijbel boven de 12 artikelen.
2. De Heilige Geest helpt ons de diepte van God te kennen (in dit leven niet volmaakt). Tot op zekere hoogte hebben wij ook verstand van God gekregen om te
kunnen begrijpen wat God in de bijbel tegen ons zegt, ons laten overtuigen.
Lukas 16:31 31 Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’
3. Helemaal mee eens.
4. Omdat we ten dele kennen, is en blijft onderzoek van de Schrift nodig. Wie alles al denkt te weten,
weet nog niet alles. Kleine aanpassing, anders durf ik de stelling niet aan
5. Dat we nog niet alles weten wil niet zeggen dat we niets zeker weten. Mee eens, hoewel ik denk dat een christen zich geen zorgen hoeft te maken over zijn kind van God zijn als hij twijfel heeft bij het "zeker weten". Ook daarin zijn we op deze wereld nog niet volmaakt. Zie de verschillende gaven in 1 Kor 12:9 die de Geest aan de één geeft, maar aan
de ander dus in mindere mate! Hieronder ook: een groot geloof, kennis, onderscheiden wat van de Geest komt.
Wat betreft je tekst 1 Kor. 2:12 een kleine aanvulling:
1 Kor 3: 1 Maar, broeders en zusters, ik kon tot u niet spreken als tot geestelijke mensen. Ik sprak tot mensen van deze wereld, tot niet meer dan kinderen in het geloof in Christus