babbeltje schreef:Lalage schreef:babbeltje schreef:In Romeinen 4 lees ik het volgende
Er staat boven er is niemand rechtvaardig.
9) Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet (...) dat zij allen onder de zonde zijn
10) (...) Er is niemand rechtvaardig, ook niet één
11) Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt
Lees dit stukje maar eens.. daar staat heel duidelijk dat niemand God uit zich zelf zoekt, niemand die ook maar ja kan zeggen tegen God.. God is het die de mens opzoekt.
1. Dit moet je in z'n context zien.
2. Een psalm is een gedicht, dat is poezie en dat moet je niet te allen tijde letterlijk nemen. Ik denk dat het hier een hyperbool (overdrijving) is, die weergeeft hoe iemand zich voelt.
Kijk daar schort het dus aan.. de ene tekst moet je letterlijk nemen en de ander niet! NOu meisje ik kan je melden dat je heel de bijbel letterlijk moet nemen dus ook deze tekst!! En het is nog steeds geen psalm maar een heel normaal bijbelboek genaamd Romeinen!
Lalage schreef:Als ik zoiets tegen jullie zou zeggen, zou je weer heel erg op je teentjes getrapt zijn, dus doe dan ook niet zo tegen mij. Maar op deze manier daag je me wel uit om te reageren, sorry, ik kan het niet laten.
Als eerste: moet je Mattheus 5:13 dan ook letterlijk nemen?
Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt.
Ik dacht het niet... dat heet beeldspraak en de bijbel staat er bol van.
Maar laten we dan nog eens naar die tekst in Romeinen kijken... Hmz, volgens mij heb jij niet goed geciteerd, ik lees heel wat anders in Romeinen 4. Ah gevonden, Romeinen 3:
9 Wat betekent dit alles? Zijn we als Joden nu bevoordeeld? Niet in alle opzichten, want ik heb immers al heel duidelijk gemaakt dat allen, zowel de Joden als de andere volken, in de macht van de zonde zijn. 10 Zo staat er ook geschreven:
‘Er is geen mens rechtvaardig, zelfs niet één,
11 er is geen mens verstandig,
er is geen mens die God zoekt.
12 Allen hebben ze zich afgewend,
heel de mensheid is verdorven.
Er is geen mens die nog het goede doet,
er is er zelfs niet één.
13 Hun keel is een open graf,
hun tong is bedrieglijk,
achter hun lippen schuilt het gif van een adder,
14 hun mond is vol vervloeking en venijn.
15 Ze haasten zich om bloed te vergieten,
16 brengen ellende en vernietiging.
17 De weg van de vrede kennen ze niet,
18 angst voor God kennen ze niet.’
19 Wij weten dat de wet in alles wat hij zegt alleen tot degenen spreekt die aan de wet zijn onderworpen. Maar uiteindelijk wordt ieder mens het zwijgen opgelegd en staat de hele wereld schuldig voor God. 20 Daarom is voor hem geen sterveling onschuldig omdat hij de wet naleeft, want juist de wet leert ons de zonde kennen.
De tekst die jij noemde is een citaat. Eens kijken waar het vandaan komt... Dan komen we uit bij Psalm 143:2...
ga niet in het gericht met uw knecht, want niemand die leeft, is voor U rechtvaardig.
en Prediker 7:20...
Want niemand op aarde is zo rechtvaardig, dat hij goed doet zonder te zondigen.
Psalmen en Prediker bestaan beide uit poezie, dat is in het Hebreeuws ook heel duidelijk te zien aan de vorm en dat moet je dus ook interpreteren als poezie. Het stuk uit Romeinen moet je helemaal lezen en zoals eerder gezegd is het heel goed om dan ook de hele Romeinenbrief te lezen. Het klopt dus dat niemand uit zichzelf God zou gaan zoeken, maar doordat God juist naar ons toe is gekomen is er toch verzoening met Hem mogelijk. Dus laten we dit hoofdstuk samen even uitlezen:
21 Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: 22 God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. 23 Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; 24 en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. 25-26 Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.
27 Kunnen wij ons dan nog ergens op laten voorstaan? Dat is uitgesloten. En door welke wet komt dat? Door de wet die eist dat u hem naleeft? Nee, door de wet die eist dat u gelooft. 28 Ik heb u er immers op gewezen dat een mens wordt vrijgesproken door te geloven, en niet door de wet na te leven. 29 Is God soms alleen de God van de Joden en niet die van de heidenen? Zeker ook die van de heidenen, 30 want er is maar één God, en hij zal zowel besnedenen als onbesnedenen op grond van hun geloof als rechtvaardigen aannemen. 31 Stellen wij door het geloof de wet buiten werking? Integendeel, wij bevestigen de wet juist.
Nu wordt duidelijk waarom Paulus het stuk ervoor schreef. We hebben Jezus allemaal even hard nodig. Iedereen die gelooft wordt vrijgesproken, zonder uitzondering. Dat is wat ik geloof. Wat geloof jij?
Leuk onderwerp voor een topic: hoe moet je de Bijbel lezen? Is dat altijd letterlijk, of presenteert de Bijbel zich soms op een andere manier en moet je hem daarom anders lezen.
Graag jullie reakties.