Tonny schreef:Religie: het klakkeloos volgen van regels, voorschriften. Geen vragen stellen. Angst voor een almachtige godheid die straft omdat hij streng op je toeziet. Ongeacht welke naam je deze god geeft.
Relatie: een vast en zeker vertrouwen dat de enige God er áltijd is, omdat Hij dat in Zijn Woord belooft. Geen klakkeloos gehoorzamen omdat het moet, maar een gehoorzamen uit vertrouwen omdat God óók de beloftes erbij geeft.
Een God waar Jacob mee geworsteld heeft en waar wij ook mee mogen worstelen in onze gebeden als alle 'waarom' vragen ons overspoelen. Ik denk dat we niet altijd durven te 'worstelen' omdat een 'waarom-vraag' al snel de indruk wekt dat we God ter verantwoording roepen. Dat terwijl de psalmen vol staan met de 'waaroms' en we dit ook terug zien bij Mozes ('Waarom stuurt u mij?').
Een relatie is de plaats bij uitstek waarin je mag worstelen, mag 'sparren'. En juist dat geeft diepe verbinding.
Daarnaast denk ik dat we te vaak gericht zijn op 'voelen en ervaren'. Als we God voelen, weten we zeker dat Hij er is. Het komt op geloof aan wanneer we nog steeds weten dat Hij er is wanneer we Hem niet voelen. Dat we het weten omdat het in de bijbel staat ('Ik ben met je, als dagen, tot aan het einde der wereld'). Dat ligt vast in Zijn beloften en niet in ons gevoel. Gelukkig maar. 'Zal Ik hét geloof nog op aarde vinden als Ik terug kom?' slaat dan ook niet direct op het algemene geloof in God, maar specifiek op geloofsvertrouwen, gezien de context. Het vers daarvoor spreekt over Zijn uitverkorenen die volharden in gebed wanneer Hij lang wacht met Zijn hulp.
1. Religie is niet per definitie "klakkeloos volgen"
Je stelt dat religie neerkomt op "klakkeloos volgen van regels, geen vragen stellen."
Tegenargument:
Religie kan juist een rijke traditie van vragen stellen, interpreteren en worstelen omvatten. Binnen het jodendom bijvoorbeeld is het stellen van vragen een essentieel onderdeel van geloofsopvoeding (denk aan de Pesach Haggadah). Ook in de christelijke theologie bestaan eeuwenoude stromingen die ruimte maken voor twijfel, onderzoek en debat (zoals de scholastiek of mystieke tradities).
2. Regels kunnen ook bevrijdend en richtinggevend zijn
Je ziet religieuze voorschriften vooral als iets beperkends.
Tegenargument:
Regels kunnen ook als kaders functioneren die vrijheid en veiligheid bieden. Zoals muziek harmonie nodig heeft om schoonheid voort te brengen, zo kunnen religieuze regels richting geven aan het leven en het samenleven. Ze bieden structuur, ethische handvatten en een gedeelde taal van betekenis.
3. De tegenstelling tussen religie en relatie is een valse dichotomie
Je schetst een scherpe tegenstelling tussen "religie" (regels, angst) en "relatie" (vertrouwen, diepgang).
Tegenargument:
In werkelijkheid zijn religie en relatie vaak met elkaar verweven. Religieuze rituelen kunnen juist de relatie met God verdiepen. Denk aan avondmaal, doop, of liturgie — allemaal religieuze praktijken die bedoeld zijn om een persoonlijke, levende relatie met God uit te drukken en te versterken.
4. Angst voor God kan ook eerbied zijn
Je spreekt negatief over de "angst voor een almachtige godheid".
Tegenargument:
In veel religieuze tradities (zoals het christendom en de islam) betekent "Godsvrees" niet paniek of verlammende angst, maar eerder ontzag, eerbied en bewustzijn van Gods heiligheid. Deze houding kan leiden tot nederigheid en verdieping van het geloof, niet noodzakelijk tot afstand of slavernij.
5. Ervaringen en gevoelens zijn niet per definitie onbetrouwbaar
Je lijkt kritisch op het belang dat sommigen hechten aan het "voelen en ervaren" van God.
Tegenargument:
Hoewel geloof niet alleen op gevoel mag rusten, kunnen ervaringen juist krachtige bevestigingen zijn van Gods aanwezigheid. Denk aan Paulus op de weg naar Damascus — een radicaal, ervaringsgericht moment. Of aan de mystieke ervaringen van mensen als Franciscus van Assisi of Teresa van Ávila. Geloof en gevoel hoeven elkaar niet uit te sluiten.
6. Geloofsvertrouwen is moeilijk zonder basis van gemeenschap en traditie
Je legt veel nadruk op individueel geloofsvertrouwen.
Tegenargument:
Zulk vertrouwen ontstaat vaak niet in een vacuüm. Het groeit binnen een gemeenschap, gevoed door rituelen, onderricht, symboliek, geschiedenis en de Bijbel. Juist religieuze tradities kunnen dat vertrouwen voeden en ondersteunen, in plaats van onderdrukken.