Voor velen van ons begint een kerkdienst met het votum: een belijdenis van onze volstrekte afhankelijkheid van de HERE, zowel voor voorganger als voor gemeente, in alles wat er verder in de dienst volgen zal. Dat vind ik heel mooi. Alleen is het geen gebed! Het is een belijdenis. Zowel de voorganger als de gemeente horen elkaar hierbij, al instemmend, aan te kijken.
Het komt op anderen heel vreemd over als het votum met dichte ogen wordt gezegd en 'meegebeden'. De geloofsbelijdenis is toch ook geen gebed en wordt daarom toch ook niet zó beleden?
En wat de woorden betreft: gelukkig hebben we nu de herziene statenvertaling waarin de woorden van Psalm 138:8 in begrijpelijk Nederlands zijn gezet. Want niet laten varen heeft niets met bootjes te maken.
Het is uiterst belangrijk dat voorgangers zich goed indenken hoe hun woorden op kinderen en onkerkelijke bezoekers overkomen!