Nee, dit zijn toch twee verschillende dingen.
Ds. van D. heeft het over het preken! Er zijn predikanten die alles vergeestelijken, ook zaken die niet vergeestelijkt dienen te worden.
Als we bij de tale Kanaäns blijven, wiki zegt:
De uitdrukking tale Kanaäns wordt gebruikt voor de aanduiding voor een taaleigen dat in behoudende orthodox-calvinistische kringen (tegenwoordig veelal bij de bevindelijk gereformeerden, vroeger ook bij de Gereformeerde Kerken in Nederland) wordt gebruikt.
Het is sterk verwant met de taal van de Statenbijbel. Het draagt een enigszins verouderd karakter en is sterk gestempeld door oorspronkelijk Hebreeuwse uitdrukkingen. De benaming refereert aan zichzelf, in hedendaags Nederlands zou men taal van Kanaän zeggen.
In overdrachtelijke zin wordt de term wel gebruikt voor een speciaal taalgebruik dat door een bepaalde groep wordt gehanteerd, en dat voor buitenstaanders moeilijk te volgen is.
Deze uitdrukkingswijze ontstond door de behoefte die er in kringen van de Nadere Reformatie bestond om de religieuze ervaringen te beschrijven, die als
herkenningstekens van de geloofsontwikkeling moesten fungeren. Het gereformeerd piëtisme heeft daartoe allerlei uitdrukkingen ontleend aan de Bijbel en de mystiek. Het binnen enkele decennia ontstane eigenaardige jargon werd door hen bij voorkeur als de tale Kanaäns aangeduid. Tot zover.
In gezelschapskringen sprak men met elkaar op deze wijze. Men voelde zich dan bij elkaar thuis. Ook kon op deze wijze eerder de bedrieger ontmaskerd worden. Je kunt nl. wel termen uit je hoofd leren, maar als de beleving gemist wordt, val je vroeger of later door de mand.
Zo werd eens iemand ontmaskerd door een oud vrouwtje. Een man in het gezelschap kon prachtige dingen vertellen, iedereen was diep onder de indruk. Totdat het vrouwtje met een boekje aan kwam, die man had die hele bekeringsgeschiedenis uit zijn hoofd geleerd, letterlijk!