rotterdam schreef:Apostolische getuigenissen gaan voor mij in eerste instantie terug naar de leer van de eerste apostelen en hun opvolgers. Vele van hen hebben Christus of b.v. Paulus, Jacobus en Timotheüs persoonlijk gekend en zijn door hen onderwezen. Nogmaals niet alles staat in Bijbel.(kinderdoop - Drie-eenheid van God enz.)
“Wanneer Augustinus in het begin van de vijfde eeuw de omvang van de canon wil bepalen, kan hij niet anders dan een beroep doen op de traditie:
Wat de canonieke boeken betreft, moet hij [degene die de Schriften wil onderzoeken] het gezag volgen van de meerderheid der kerken, waaronder allicht degene die een woonplaats aan apostelen boden en brieven van apostelen mochten ontvangen. Hij moet dus dit principe vasthouden betreffende de canonieke boeken, dat hij de door alle kerken geaccepteerde stelt boven die welke sommige niet accepteren. In het laatste geval moet hij de door een meerderheid van kerken en door kerken van groter gezag geaccepteerde boeken stellen boven de boeken die een minderheid of kerken van geringer gezag in ere houden.
“De jonge kerk leefde bij het gezag van de leer van de apostelen (Hand. 2:42), de ooggetuigen van de aardse bediening van Christus (Hand. 1:21-22). Het Oude Testament werd gelezen en uitgelegd door deze apostolische bril, oftewel het evangelie van Jezus Christus. Deze leer werd aanvankelijk mondeling overgeleverd.”
“Het schrijven mag dan niet tot de kern van Paulus' bediening behoord hebben, wat op schrift stond had evenveel gezag als mondeling onderwijs, zoals duidelijk blijkt uit 2 Thess. 2:15:
Wees standvastig, broeders en zusters, en blijf bij de traditie waarin u door ons onderwezen bent, in woord of geschrift (NBV).”
“Anders uitgedrukt, zowel de brieven van Paulus als Lucas – en we mogen dit gerust uitbreiden tot alle nieuwtestamentische geschriften – zijn niet meer en niet minder dan 'geschreven apostolische traditie'. In dit opzicht was er oorspronkelijk geen principieel, maar hooguit een functioneel verschil tussen 'woord of geschrift'.”
“Voor ons als protestanten van de eenentwintigste eeuw betekent dit dat, juist wanneer de Schrift ons lief is en wij haar tot haar recht willen laten komen, we haar dienen te lezen, te interpreteren en toe te passen vanuit en in dialoog met de gemeenschap waarin het apostolisch geloof is bewaard, hetgeen overal, altijd en door allen geloofd is (quod ubique, quod semper, quod ab omnibus creditum est; Vincentius van Lérins).”
Met dit citaat, lieve vriend, kan ik eerlijk gezegd vrij weinig. Uiteraard ben ik het ermee eens dat in het apostolische tijdperk de overleveringen grotendeels mondeling zijn verspreid, maar bijvoorbeeld het onderwijs van Paulus is direct te herleiden naar Mozes en de profeten en de openbaringen van Christus. (2 Petrus 1:20-21).
Dan blijft mijn vraag: hoe gaan we om met nieuwe openbaringen en regels die niet zijn te herleiden naar de door God geïnspireerde Schrift (voor mijn part de door de R.K.K. erkende Willibrord vertaling), of die er regelrecht tegenin gaan.
Hier wat concrete voorbeelden:
"En u mag niemand op de aarde uw vader noemen, want Eén is uw Vader, namelijk Hij Die in de hemelen is." (Mattheüs 23:9)
De Heere Jezus doelt hier niet op vader in menselijke zin, zoals: 'mijn vader is morgen jarig' of vaderdag etc, maar het gaat om religieuze titels. Jezus noemt God de Vader in Johannes 17:11 Heilige Vader, en laat dat nu juist een aanspreektitel van de Roomse paus zijn.
"Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid.
Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden.
Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt.
Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed." (1 Timotheüs 4:1-5)
De Rooms katholieke kerk heeft het celibaat als eis ingevoerd, een onmenselijke en on-Bijbelse wetgeving met alle kwalijke gevolgen van dien.
Wat onthouden van voedsel betreft, denk maar aan 'geen vlees op vrijdag'. Zie:
http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index ... 0&doc=3454 De Roomse regelgeving omtrent vasten en onthouding is inmiddels verregaand versoepeld, wat ook maar aangeeft dat dergelijke regels op drijfzand en menselijke bepalingen zijn gebaseerd (Kolossenzen 2:16-23).
Zo kan ik nog wel een poosje doorgaan, maar om mijn vraag te herhalen: Hoe gaan we hiermee om en moet ik de regels van Rome handhaven of die van de Bijbel?
rotterdam schreef:Ja dat klopt, dat heb ik al beaamd - het is echter compleet uit de hand gelopen dus beter eerst even "pas op de plaats" voordat we nog meer brokken maken. Daarbij komt dat ik geen heil zie evangelisatie onder zusters en broeders die de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel onderschrijven.
Weet je Dedwaler, ik kom al vele tientallen jaren in Afrika en heb de zotternij zo vaak moeten waarnemen.
M.n. Amerikaanse evangelische gaan tenenkrommend te werk.
Reden te meer om het stilzwijgen te doorbreken en mensen te waarschuwen voor de grootschalige misleidingen van de boze.
rotterdam schreef:Maar je begrijpt toch wel hoe ze tot deze benaming komen? Dat hoef ik toch niet uit te leggen hoop ik.
Nee, dat begrijp ik niet. Als je mij dat zou willen uitleggen, graag! Ik vraag me ook af hoe men aan de titels komt als: Koningin van hemel en aarde, Koningin van de vrede, Heilige Maagd, onbevlekte ontvangenis, Heilige Moeder, Voorspreekster, Meesteres en om het geheel nog een graadje erger te maken bijvoorbeeld een gebed van wijlen paus Johannes Paulus II:
http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index ... 00&doc=372 Geen idee wat een ander hier in Bijbels opzicht mee kan, maar persoonlijk draait mijn maag zich hiervan om.