ben db bd schreef:@ gravo, we raken wel off-topic lijkt mij, maar ik ben zeer blij met de bijdrage van Teus, omdat hij exact aangeeft waar het Geloof behoort te 'wonen': in het hart!
Geloof behoort niet primair een zaak van hoofd te zijn, maar van het hart.
Het Geloof kan zo gemakkelijk zoals ze vroeger zeiden 'een voet te hoog' zitten.
Geloven is ook een werkwoord; het verwacht actie van ons. Die actie bestaat uit het onderhouden van de relatie met onze Schepper. Hem zoeken, de dank van ons leven brengen, Hem de lof toezwaaien welke Hem toekomt.
In het kader van dit topic zou ik daar aan toe willen voegen lees veel in Zijn Woord in plaats van dat te bekritiseren. Zelf heb ik heel slechte ervaring met kritisch gedrag naar mijn Schepper en Zijn Woord toe. Daar straalt immers geen liefde en eerbied uit?! ik denk dat kritiek op de Allerhoogste onder rebellie valt, wetende dat Hij geen fouten kán maken, Hij is immers volmaakt.
Maar daar komt nog eens bij dat Hij uit liefde het meeste wat Hij geven kon, aan ons heeft gegeven om ons vrij te kopen van onze verdiende straf: Zijn Eigen geliefde Zoon.
Als we dat in ons hart opnemen, nou dan voelen wij ons toch ook warm worden van binnen?
Dan willen we toch één met Hem zijn?
Je weet niet half hoezeer ik het met je eens ben.
Alleen berust de opmerking "In het kader van dit topic zou ik daar aan toe willen voegen lees veel in Zijn Woord in plaats van dat te bekritiseren" op een misverstand.
In de marge van echte theologische vakken, zoals dogmatiek en hermeneutiek, wordt ook kennis genomen van godsdienstige fenomenen die een "buitenkant" hebben, die zogezegd onderdeel zijn van de zichtbare werkelijkheid.
Kijk, dat is wat anders dan de onzichtbare dingen: God, opstanding, wederkomst, eeuwig leven, genade, rechtvaardiging, heiligmaking, dat zijn zaken van het hart, inderdaad. Daar heb je geloof voor nodig. "Ogen des geloofs" zei men vroeger van de kansel ietwat pathetisch.
Maar er is ook een buitenkant aan religie en godsdienst. En je weet het: wat we zien, kunnen we onderzoeken. Dat geldt bijvoorbeeld voor archeologie. Je moest eens weten hoe nieuwsgierig we zijn naar kleitabletten, potten, scherven, gebruiksvoorwerpen, graven of weet ik veel dat we allemaal uit het zand willen opgraven. Niet alleen rond de piramides van Egypte, maar wat dacht je van plaatsen als Nineveh, Horeb, de Sinaï, de Ararat, Babel, Jericho, Jeruzalem. Je voelt hem al: dat is interessant, die buitenkant. Kijk maar eens hoe belangrijk de Klaagmuur is geworden.
Maar er is nog meer buitenkant: boekrollen. Eindeloos in aantallen. Met Bijbelse boeken, met buitenbijbelse boeken. Bekende Evangeliën, onbekende Evangeliën. Compleet, incompleet. Soms snippers perkament of papyrus. En wat blijkt: dan wordt het echt schatgraven. Duizenden en duizenden handschriften zijn er, van complete rollen tot kleine flarden Bijbeltekst.
En dan begint het. Knippen, plakken, registreren, vergelijken (heel veel werk). Tot nu toe, hoop ik, haak je nog niet af. Dit is gewoon wetenschappelijk vakwerk. Fotograferen, rubriceren, documenteren, een mooie uitgave verzorgen. Duizenden boeken zijn er van in omloop.
De echte nieuwsgierigheid leidt echter ook tot opgetrokken wenkbrauwen: hoe langer de tijd voortgaat hoe groter ons archief namelijk wordt. Ze graven nog steeds, die archeologen. En ze blijven ook vinden. Vaak meer van hetzelfde, maar soms ook iets nieuws. Evangelie van Judas, Evangelie van Thomas. Dat blijken belangrijke geschriften te zijn, hoor. Vooral omdat ze nieuwe teksten leveren. Zo werden er in de loop van de laatste 100 jaar ook nieuwe versies van Bijbelteksten gevonden. Vandaar die wenkbrauwen.
En ja, vooral als er weer nieuwe verbanden gevonden worden in Bijbelteksten, dan steekt een wetenschapper natuurlijk zijn vinger wel eens op. Hebben we dat al die tijd wel goed vertaald? Klopt het wel, die Bijbeltekst zoals die nu voor ons ligt?
Er is meer informatie en dus wordt er doorgezocht naar de beste, meest originele versie van de Bijbel.
Dat heet, en nu denk ik dat ik bij het misverstand aankom: "historisch-kritische methode van Bijbelonderzoek". Een soort verzamelnaam voor dit type onderzoek, dat bestaande teksten confronteert met nieuwe teksten en dan een voorstel doet voor een andere lezing, een andere vertaling, een andere volgorde of soms met voorstellen om een stukje Bijbeltekst te vervangen, weg te laten of juist toe te voegen.
Wordt allemaal heel precies en navolgbaar gedocumenteerd. Je kunt heel exact weten waarom men dat voorstelt. Maar het kan wel behoorlijke impact hebben. Vergelijk maar eens een vertaling op basis van de Masoretische tekst (SV - King James en zo) met een vertaling die op de latere tekstkeuzen van wetenschappers als Nestle-Aland is gebaseerd.
Niemand is natuurlijk verplicht om zich daar iets van aan te trekken, maar zelf vind ik het een eerlijke zaak om me althans te verdiepen in de gronden waarop wetenschappers zo'n voorstel doen.
En dat heeft nou eens niets te maken met wat je er nog achteraan plakte: "kritisch gedrag naar mijn Schepper en Zijn Woord".
Het gaat hier niet om kritisch te zijn naar mijn Schepper, maar om, net als een laborant, heel kritisch door een microscoop te kijken. Kijk nog eens goed, wees niet te snel tevreden, blijf kritisch en alert. Je ziet zo wat over het hoofd.
God maakt weliswaar geen fouten, maar wij zitten wel met die bak nieuwe snippertjes tekst waar we een keus in moeten maken. Dat kun je toch niet wegpoetsen of negeren? Je moet er wat mee en dan kun je dat maar het beste zo zorgvuldig en kritisch mogelijk doen.
Ik zie het gewoon als uitgesteld werk van de vertalers van toen. We hebben nu meer informatie, gebruiken meer en soms zelfs eerdere handschriften en maken opnieuw de afweging over hoe de oorspronkelijke Bijbeltekst er uitgezien moet hebben. De vertalers van toen zouden het ook gedaan hebben, als ze zoveel duizenden handschriften op tafel hadden liggen. In die zin is het alleen maar verrijkend dat we nog zoveel meer kennis hebben opgedaan van de Bijbeltekst.
Het is weliswaar maar de 'buitenkant", maar op die stukjes papyrus staat wel de Bijbeltekst. Dan wordt het al gauw belangrijker dan het lijkt.
gravo
PS. Het oudste werkelijke snippertje NT-tekst dat we hebben is Papyrus52 (P52), een snippertje van Joh.18, ontdekt in Egypte. Het dateert van de eerste helft van de 2e eeuw.
FOTO