dalethvav schreef:Elbert, Ik lees toch echt dat je schrijft: "de landbelofte is uitgebreid tot de hele wereld, en vervolgens beweer je dat je zegt: "dat het koninkrijk van God, wat ook aan Abraham beloofd werd, de hele wereld en de hele aarde aangaat"
Bovendien schrijf je de 1e keer dat wereld kosmos is (terecht) en de 2e keer is de hele wereld ineens de hele aarde geworden.
Lees ik nu slordig of schrijf jij nu slordig?
elbert schreef:Tja, mijn tegenvraag is of het koninkrijk van God (en de beloften aan Abraham) nu wel of niet de hele wereld/aarde/vul maar in, aangaat? Volgens mij wel. Dat zegt de apostel Paulus ook letterlijk:
Rom. 15:8 En ik zeg dat Jezus Christus een Dienaar van de besnijdenis is geworden ter wille van de waarheid van God om de beloften aan de vaderen (elbert: o.a. Abraham!) te bevestigen,
9 en opdat de heidenen God zouden verheerlijken vanwege de barmhartigheid, zoals geschreven staat: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen (2 Sam. 22:50, Ps. 18:50).
10 En verder zegt Hij: Wees vrolijk, heidenen, met Zijn volk! (Deut. 32:43)
11 En verder: Loof de Heere, alle heidenvolken, en prijs Hem, alle volken! (Ps. 117:1)
12 En verder zegt Jesaja: De wortel van Isaï zal er zijn en Hij Die opstaat om heerschappij te voeren over de heidenen, op Hem zullen de heidenen hopen. (Jes. 11:10)
Het koninkrijk van God zal inderdaad ooit wereldwijd worden, maar binnen dat koninkrijk zal het fysieke volk Israël het aan hen beloofde land krijgen. Hoe zou je anders Ez. 47/48 moeten zien (had ik ook overigens ook al aan learsi gevraagd). Bovendien zal de Messias, zoals aan Maria beloofd is door de engel Gabriël, eens op de troon zitten van Zijn vader David. En of Paulus daar óól weet van heeft.
elbert schreef:Dus ereunao kan zeggen dat de nieuwtestamentische gemeente iets nieuws is (en dat is ook zo), maar het is niet zo nieuw dat er in het Oude Testament niets over gezegd is, want het hoorde tot de verkondiging aan Israel, ging de hele wereld aan en is de vervulling van die woorden.
Want nogmaals: Israel is nooit een doel op zichzelf in de Bijbel.
Tot zover kan ik het wel met je eens zijn.
elbert schreef:Dat is nu juist het probleem met het zelfverstaan van Israel geworden. Men ging zich voorstaan op het "uitverkoren volk zijn" en daarover struikelde het volk Israel. Israel is het middel waardoor God tot ons (zowel Israel als alle volkeren) tot ons is gekomen/komt in Zijn Zoon, de Middelaar.
Ik weet niet of je kunt zeggen dat het voorstaan op het "uitverkoren volk zijn" nu hét struikelblok Is voor Israël. Als ik Paulus goed begrijp ziet hij Israël nog steeds als het uitverkoren volk: Hij heeft het immers over éést de Jood en ook de Griek (Rom. 1:16; 2:9; 2:10). En in Rom. 3:1-2 schrijft Paulus: "Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Of wat is het voordeel van het besneden zijn? Veel, in alle opzichten. Want in de eerste plaats zijn hun de woorden van God toevertrouwd." En in Rom. 9:4: "Zij zijn immers Israëlieten; voor hen geldt de aanneming tot kinderen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften." Staat dit ook ergens van de Gemeente geschreven? Bovendien zegt Jezus in Joh. 4:22 Zelf dat de zaligheid uit de Joden (meervoud) is.
De bijzondere positie van Israël is niet opgehouden met de komst van de Messias. Er staan nog veel beloften open en er zijn nog veel onvervulde profetieën die wijzen op Israëls voortdurende bijzondere positie, met name zoals die zal zijn in het komende vrederijk.
elbert schreef:Overigens is het uitbreiden in het nieuwe van wat in het oude testament staat, helemaal geen uitzondering. Bijvoorbeeld: als Paulus tegen de kinderen van de gemeente van Efeze zegt "Eer je vader en je moeder" (Ef. 6:2), dan voegt hij eraan toe: "opdat het je goed gaat en je lang leeft op de aarde." Daarmee verandert hij de oorspronkelijke belofte van Ex. 20:12 van " opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft." (nl. het land Kanaan) in: "opdat het je goed gaat en je lang leeft op de aarde." Hij zegt dit bovendien tegen een ander gehoor: van uitsluitend het joodse volk, naar de kinderen (uit jood en heiden) van de nieuwtestamentische gemeente.
Er staan nog meer voorbeelden zoals deze in het NT.
Mijn vraag is: waarom wordt de apostel Paulus hier niet beschuldigd van vervangingstheologie? Want hij verandert hier de landbelofte en de aardse zegening die erbij hoort (waarmee dus al gelijk is aangetoond dat een strikte scheiding tussen aardse zegeningen voor Israel en hemelse zegeningen voor de nieuwtestamentische gemeente een onjuiste tegenstelling kan opleveren). Als je Rom. 9-11 buiten beschouwing laat, zou je zomaar tot de conclusie kunnen komen dat deze apostel een vervangingstheoloog is. Want hij citeert nogal losjes uit het oude testament en past dat linea recta toe op de christelijke gemeente.
Dat moet je nu juist niét doen. Rom. 9-11 buiten beschouwing laten. Met hetzelfde gemak waarmee je Paulus aanhaalt om jouw visie te onderbouwen (niet negatief bedoeld overigens) haal ik diezelfde Paulus aan om mijn visie te onderbouwen. Ergens lijkt het dus niet goed te gaan bij het verstaan van Paulus.
Zelf denk ik dat, wanneer je Paulus' schrijven in z'n geheel overziet, je dan tot de conclusie moet komen dat Paulus de Gemeente niet
in de plaats van maar
naast Israël laat staan (lees b.v. Ef. 1 en 2 eens). V.w.b de belofte bij het eren van de ouders verandert hij dit niet, maar breidt hij dit (slechts) uit.
En dat is het punt waar het volgens mij nog wel eens fout gaat: De visie dat met de komst van de Messias de rol van Israël min of meer uitgespeeld is. Maar wat kwalijker is, dat de Gemeente zich
in de plaats van Israël stelt. Daaronder valt m.i. het zich toeëigenen van de verbonden en stellen dat de doop
in de plaats van de besnijdenis gekomen is. En dan zijn we weer waar dit topic over gaat, de theologie rond de kinderdoop. Immers, als de doop in de plaats van de besnijdenis gekomen is, zeg je daarmee dat het Joodse volk hun kinderen niet meer hoeft te besnijden. En dat is ook precies wat art. 34 van de NGB zegt: "Wij geloven en belijden dat Jezus Christus, die het einde van de wet is (Romeinen10 : 4), door het vergieten van zijn bloed een eind gemaakt heeft aan elke andere bloedstorting die men zou kunnen of willen doen tot verzoening voor onze zonden.
Hij heeft de besnijdenis, waarbij bloed vloeide, afgeschaft en in plaats daarvan het sacrament van de doop ingesteld." Ga zoiets maar eens aan een (messiasbelijdende) Jood vertellen. Het is dit denken, wat Paulus vreemd is en waartegen hij zelfs waarschuwt (beroemt u niet tegen de takken). Dat is waar ik bezwaar tegen maak. En dat van dit denken de geref. theologie is doordrenkt blijkt o.a. ook uit het geven dat er over Israël maar al te vaak in de verleden tijd gesproken wordt (ze besneden de jongetjes, ze hielden dit en deden dat). Israël wordt daarmee m.i. tot een historisch object gemaakt. Bovendien, waarom kan dat gewraakte zinnetje er niet eens uit. De kinderdoop zou toch ook wel bestaansrecht kunnen hebben zonder dat zinnetje? Of valt daar wellicht alles mee om?
Ps. 122vs6: Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.