Je zegt "metanoia" is (grotendeels) Gods werk en epi' strepho ligt binnen de natuurlijke vermogens van de mens. Nou, daar valt nog wel wat over te zeggen, want dat volgt niet uit de betekenis van beide woorden.naamloos schreef:Ja duh, als ik het over daden heb (en dat mag ik natuurlijk) dan is het handig om te reageren op wat ik zeg en niet 2 dingen door elkaar te gaan halen. Maar blijkbaar helpen die koeiletters ook niet want je reactie gaat over x terwijl ik steeds aangeef het over y te hebben.
Trouwens, wie verandert van daden verandert ook van gedachten/inzichten (dat is ook metanoia), dus wat dat betreft past metanoia prima bij epi' strepho.
In de de oproep tot bekering epi' strepho (waar ik het steeds over heb) betekent bekeren terugkeren, omkeren, terug gaan/komen, de rug toekeren, afwenden.
Het woord waar jij het over hebt in de betekenis van gemoed/gevoelens, daarvan heb ik meermaals gezegd dat de bekering van het hart onder de wedergeboorte valt, en dat is Gods werk. Maar voor een verandering van gedachten/ tot beter inzicht komen is niet perse een bovennatuurlijke kracht nodig. Een paar goede argumenten ....! Dus metanoia is ook niet 100% buiten het natuurlijk bereik.
Dus als Johannes d D zegt dat ze zich moeten bekeren van bijv. stelen en uitbuiten, dan kun je gewoon van gedachten veranderen en dat doen.
metanoia heeft als primaire betekenis: van gedachten/hart veranderen
epi' strepho heeft als betekenis: zich omdraaien
Nu is het zo dat metanoia ook in de gebiedende wijs gebruikt kan worden in de Bijbel en epi' strepho in de passieve vorm (dus: iemand wordt omgedraaid). Dus een onderscheid tussen beide woorden in de zin van: metanoia is het werk van God en epi' strepho is het werk van de mens, kun je zo niet maken. Sterker nog: beide woorden zijn vrijwel inwisselbaar. Bijvoorbeeld in Hand. 3:19a staat dit:
Betert u dan (metanoeo), en bekeert u (epistrephō), opdat uw zonden mogen uitgewist worden;
Of in Luk. 17:4
En indien hij zevenmaal daags tegen u zondigt, en zevenmaal daags tot u wederkeert (epi' strepho), zeggende: Het is mij leed (metanoeo); zo zult gij het hem vergeven.
In Hand. 3:19 staan deze woorden beide in de gebiedende wijs, het is dus een opdracht. Een ander voorbeeld: God dan, (...) verkondigt (=commando) nu allen mensen alom, dat zij zich bekeren (metanoeo) (Hand. 17:30).
Je hebt ze ook in de passieve vorm, bijv. Luk. 22:32 (wanneer u bekeerd (epi' strepho) zult zijn). God kan mensen ook de ogen verblinden zodat ze zich niet kunnen bekeren (een oordeel dus), zie bijv. Matth. 13:15, Joh. 12:40 enz.
Anderzijds geeft God bekering (metanoia) aan Israel (Hand. 5:31) en daarin is Israël dan weer passief, want dat vloeit voort uit de verhoging van Gods Zoon door de Vader.
De begrippen metanoia en epi' strepho liggen dus zo dicht bij elkaar dat je ze niet apart in vakjes x of y kunt stoppen. Dat is het eerste wat ik wilde opmerken.
Het tweede: als ik je betoog goed begrijp, dan spits je je toe op wat de mens kan. Dat baseer je dan op de op de opdracht die de mens krijgt. Want de onderliggende gedachte die je hebt is: als de mens een opdracht krijgt, dan kan die mens die ook in eigen kracht volbrengen, want anders zou God die opdracht niet geven. Begrijp ik je zo goed?
Maar dan reken je buiten Gods Woord en Geest. Want als God iets vraagt/eist, dan geeft Hij er ook de kracht bij om aan die eis te voldoen. Als Jezus zegt tegen een verlamde: "sta op en wandel", dan is het niet zo dat we ervan uit kunnen gaan dat die verlamde vanuit zichzelf kan lopen. Nee door de kracht van Zijn Woord gaat die verlamde staan en gaat hij lopen. Hetzelfde gebeurt als Jezus tot een dode zegt: "Lazarus, kom uit het graf'". Dan zeggen we ook niet dat Lazarus vanuit zijn natuurlijke vermogens opstaat uit de dood. Dat zou onzinnig zijn. Opstaan uit de dood is een onnatuurlijk gebeuren dat alleen plaatsvindt als God aan het werk is. Zo is het ook bij de bekering. Ja, de mens moet zelf zich bekeren en moet zelf uit zijn doodsstaat opstaan. Maar nee, dat ligt niet in de natuurlijke vermogens van de mens, maar in de bovennatuurlijke kracht van Gods Woord en Geest.
Zoals Jezus zelf zegt: "doden zullen de stem van Gods Zoon horen en die ze gehoord hebben, zullen leven" (Joh. 5:25) en de apostel zegt dan ook: "onwaakt gij die slaapt en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten".
Dus aan de ene kant is het echt zo dat Gods opdracht tot ons komt en dat betekent dat wij ook echt moeten luisteren. Aan de andere kant geeft God ook de kracht om te luisteren. Zonder Gods Geest gebeurt er namelijk helemaal niets. God zegt zelf: Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. (Ez. 36:27)
Daarmee moeten we zowel onbijbelse passiviteit ("ik kan niks dus doe ik niks") als onbijbelse activiteit ("ik kan het zelf wel") afwijzen. Beide redenaties zijn namelijk teveel gericht op wat "ik" wel of niet "kan". Het gaat erom wat God kan. Dat is doorslaggevend.