DeLange schreef:De nieuwe mens doet niet die vele dingen verkeerd, maar de oude mens in ons. Daarom moeten we sterven aan ons zelf. Ik moet minder worden en Hij moet meer worden. De nieuwe mens is een kind van God, maar de oude mens niet. Zo zie ik een geestelijke groei in ons in het kindschap Gods. Afleggende wat van de wereld is en aantrekkende wat van boven is. We blijven dwars door de stormen heen leren. God ziet ons als goud, maar om goud zuiver te krijgen, dient het dwars door het vuur gezuiverd te worden.
Neem nu het geloof. De Naam van God belijden en wat Hij voor ons gedaan heeft is één ding, maar geloof je Hem ook als je in de nood komt, dat Hij je dan ook redt? Ik eerlijk gezegd vaak niet in de afgelopen jaren. In wanhoop bad en smeekte ik dan God of Hij me helpen zou uit de nood en vreesde Zijn afwezigheid. In allerlei noden. Maar Hij verhoorde telkens mijn gebeden en heeft altijd voor mij gezorgd. Dat sterkt mijn geloof. Ook geloof groeit dus. Want iemand die zegt in Jezus te geloven, kan best angstig en vol onrust en met vele zorgen in het leven staan. Dat is juist een teken van "ongeloof", wat juist aangevochten moet worden. Onder bemoedigingen merken zo christenen vaak ook rust op in hun leven, als ze het in vertrouwen in de handen van Jezus leggen.
Mooi gezegd, DeLange!
Vroeger noemden ze dat, geloof ik, je staat en je stand. Wat je staat betreft, ben je er zeker van dat God je Vader is, maar doordat dingen anders gaan dan je gebeden, gehoopt en gedacht had, moet je strijden tegen je ongeloof. Dan ben je, in de stand van je leven inderdaad onrustig en bezorgd. (Ik vind die woorden eigenlijk niet zo duidelijk, maar vooruit.)
En het heerlijke is dan, wat jij ook schrijft, dat God is Zijn trouw, wijsheid en goedheid de dingen altijd weer zó wonderlijk goed maakt, vèr boven wat je bad en hoopte, dat uiteindelijk je geloof versterkt wordt.
Ik merk zelf dat ik hoe langer hoe meer, als mij weer iets heel ergs overkomt, ga zeggen: "Dank U, HERE, ik weet niet wat ik ermee aan moet, maar U hebt er vast een goede bedoeling mee." En heel concreet merk ik dan inderdaad (iets) later, dat ik door dat probleem er zó op vooruit ben gegaan, dat ik heel dankbaar ben dat het mij overkwam.
Eens zei mijn predikant: "Wees niet bezorgd is een gebod van God. Als je bezorgd bent, is dat zonde."
Zo had ik het nog nooit gezien. En een week later kreeg mijn zoon leukemie. In het volgende halve jaar van bestralingen en af en toe dood-ziek zijn, heeft juist die tekst me op de been gehouden: Wees niet bezorgd! En hij is helemaal genezen en heeft er nog baat bij gehad ook.