benefietdiner schreef:Trouwen waarom reageer je niet op M.M. van Campen die ik geciteerd hebt?
Duidelijk is dat je het er niet mee eens bent maar waarom dan niet?
Ik ben het er deels mee eens, want hij redeneert hier "gevaarlijk".
nl dit:
Wij erven de zondige natuur van Adam en Evan, maar wij worden door God niet gestraft voor hún zonde, maar -als we ons niet bekeren- alleen voor onze eigen zonden.
En:
In Adam zondigen zou dan hetzelfde zijn als te zeggen dat Adams zonde ons toegerekend wordt en dan is Adam schuld onze schuld geworden. Wij draaien dus voor de gevolgen van Adams zonde op alsof wij die zonde zelf bedreven hadden. Zou ik om vreemde zonden schuldig worden verklaard? Zou een vréémde schuld ons worden aangerekend?
Daar heb ik bijbelse moeite mee, dat is onrechtvaardig. Het gaat er niet om wat in de ogen van ds. v. C. rechtvaardig is. De rechtvaardigheid en souvereiniteit van God is hoger dan die van hem.
En op deze manier geef je dan een verkeerde slinger aan de waarheid, alsof wij beter zouden zijn als Adam en nooit van die appel zouden eten.
En dat is absoluut niet waar! Wij zijn niet beter dan Adam, of Eva.
Met dit:
Als het tot het menselijk recht behoort dat aan niemand een schuld mag worden toegerekend die hij zelf niet op zich heeft geladen, moet het recht van God daar dan niet bovenuit gaan? Bovendien wordt de mens dan slachtoffer i.p.v. schuldenaar!
ben ik het ook niet mee eens. Hij gaat teveel uit van het menselijk recht en zo mag je niet preken.
Als een mens zichzelf leert kennen door het licht van de Heilige Geest, vindt hij zichzelf geen slachtoffer, integendeel!
Dan kan hij niet meer bestaan voor een goeddoend en volmaakt God.
DAT moet ds. v C. preken, en niet de mens naar de mond spreken.
benefietdiner schreef:Precies en jij voeg wat aan de Bijbel toe terwijl het er niet staat.
En dat doe jij dus ook, bij monde van ds. v C.
Marnix schreef:Het is dan ook niet voor niets dat de makers van de Dordtse Leerregels dat zo duidelijk durfden op te schrijven.
Inderdaad Marnix en daarom begrijp je niet waarom mensen zo badinerend over onze reformators en de Formulieren durven te spreken.