Op Refoweb bespeur ik het ook wel, veel mensen hechten erg aan het citeren van andere. Vaak worden YouTube filmpjes als goed voorbeeld aangeboden. Luister eens hoe deze dominee het zegt of hoe die voorganger het heeft verteld. Links naar artikelen. Citaten uit dierbare boeken of artikelen.
En uiteraard, last but not least, erg, erg veel Bijbelteksten. Want, wie een tekst heeft, heeft een argument.
Toch word ik er vaak niet blij van.
Ik leg het hier maar in het midden en vraag of mijn vermoeden een kern van waarheid bevat.
Wie opgroeit in een hechte geloofsgemeenschap ontleent daar allerlei positieve dingen aan. Zo' n gemeenschap beschermt je, bevestigt je, moedigt je aan, kent je, helpt je, neemt het voor je op en...leert je ook hoe alles in elkaar zit. De wereld, de kerk of geloofsgemeenschap en de belangrijkse zaken over God en de mens. Een geloofsgemeenschap is als een grote koepel. Alles heeft z'n plaats, er is een duidelijk idee van binnen en van buiten en er is een centrum aanwezig, een basis, een fundament waar alles omheen gebouwd is. Helder, ordelijk, overzichtelijk, rustig, veilig, bekend.
Nu is wel bekend dat zo'n beschermde opvoeding ook tot problemen kan leiden. Namelijk bij het moment dat mensen toch gedwongen worden hun eerste stapjes buiten de koepel te zetten. Je kunt té beschermd opgevoed zijn en te weinig kennis hebben van de wereld buiten de beschermende koepel vol positieve dingen.
Je ziet daarom vaak twee vormen van ontsporing. Bij een kennismaking met de buitenwereld kan iemand zich gaan afvragen of de manieren van de groep wel allemaal zo positief en goed zijn. Dan ontstaat er dus interne kritiek. Zie je veel in de pubertijd, toch al een hele lastige periode. En dan kan het enorm knallen, omdat de vrijheid om te bewegen opeens vrij beperkt blijkt te zijn. Een groep heeft namelijk ook altijd groepsregels om te overleven. Die kun je niet zomaar ter discussie stellen. Dit kan leiden tot enorme conflicten.
Een andere vorm van ontsporing is dat iemand die met de buitenwereld geconfronteerd wordt, bijna zonder opgaaf van redenen opgaat in die buitenwereld en helemaal verandert. Hij vergeet zijn afkomst, wil er niets meer mee te maken hebben en doet alsof hij er nooit bij gehoord heeft. Over het algemeen leidt dat later tot allerlei moeilijke verwerkingsprocessen. Want ooit was je wel lid van die hechte groep. En toen was je ook echt gehecht aan de mensen in die koepel. Je kunt je schuldig gaan voelen, zker wanneer het buiten die koepel helemaal mis gaat.
Ik heb nu maar steeds het gevoel dat er te weinig op die situaties wordt geanticipeerd. We zien het zo vaak gebeuren, maar doen we er ook wat tegen?
Het eerste wat we zouden kunnen doen is binnen onze eigen groep ook de tegenspraak organiseren. Niet op negatieve wijze, maar juist constructief.
Er wordt heel veel in mensen gepompt, qua leer, gewoontes, manieren, groepsregels en als je dat maar lang genoeg doet, kunnen mensen de indruk krijgen dat ze het altijd van een ander moeten horen. Wat goed is, wat slecht is, dat krijg je allemaal van een ander, van de koepel, aangereikt. Maar wordt er wel actief voor gezorgd dat mensen er zelf over kunnen nadenken? Wordt hen wel geleerd dat ze ook zelf moeten leren begrijpen en moeten kunnen formuleren waar het om gaat? Wordt wel genoeg ruimte geboden voor een openlijke en eerlijke tegenstem? Wordt men kortom wel opgevoed met voldoende kritisch vermogen en met het verantwoordelijkheid nemen voor wat men zelf vindt en zegt?
Doet men in die hechte geloofskoepels, waar het veilig is en warm en goed, wel genoeg aan de mondigheid van de leden.
Die koepel is er misschien niet altijd meer. En wat dan? Dan kun je niet meer volstaan met een handige selectie aan citaten die het werk voor je doen (het werk van argumenteren, zelf nadenken, concluderen en kiezen). Dan zul je zelf iets moeten kunnen zeggen. Eigen woorden moeten kunnen vinden en gebruiken. Zelf moeten kunnen weten waar het nu om gaat en waarom je sommige dingen afkeurt en andere dingen goedkeurt. Zelfs een letterlijk Bijbelcitaat helpt je dan niet meer, want de vraag is direct:
"Ok, maar wat wil je daar nu mee zeggen". En wat dan?
Is er nog wel een open debat-cultuur in kerken en geloogsgroepen? Wordt er wel heen en weer gepraat? Is er ruimte voor publiek gestelde vragen over alles waar de koepel voor is opgericht?
Worden christenen in kerken en geloofsgemeenschappen wel mondig genoeg gemaakt of zitten ze nog te veel en te vaak in de luister-stand en zijn ze te afhankelijk gemaakt van anderen, van een voorganger, een predikant of iets anders dat de koepel hen zo liefderijk aanreikt?
Ziehier mijn vermoeden en mijn vraag.
gravo