Hedendaagse meditaties

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 01 feb 2019 22:03

" En er kwamen twee mannen " (door Ds. Jeroen van Olffen)


Er zijn veel ontmoetingen in de Evangeliën.
Bij al deze ontmoetingen gebeurt er iets bijzonders.
De evangelisten vertellen erover.
In slechts een paar schetsen stellen ze ons aan Jezus voor.
Wie is Hij en wat betekent Hij voor ons?
Hij wijst ons de weg naar God. God noemt Hem Zijn Zoon.
Door Jezus kunnen we bij God komen.
Hij is gekomen om ons te redden.
Jezus is er voor iedereen. Hij geneest de zieken.
Hij vergeeft mensen die niet leefden zoals God het van ons vraagt.
Jezus eet bij Zacheüs[1] de tollenaar.
Hij spreekt de overspelige vrouw[2] vrij.
Hij schrijft haar naam in het zand.
Zó staat er geschreven.
De rechter heeft beslist.
Jezus spreekt recht.

Jezus laat blinden weer zien.
Hij laat de doven weer horen.
De verlamden kunnen weer lopen.[3]
Heeft Jezus ook huwelijken ingezegend? Daar is geen verhaal over.
De evangelist Johannes vertelt wel over een bruiloft.
Jezus,
Zijn familie en zijn vrienden zijn gast op een bruiloft te Kana[4].
Wie het bruidspaar is weten we niet.
Zegent Jezus het bruidspaar?
We weten het niet.
De bruiloft wordt de plaats waar Jezus iets anders laat zien.
Het water verandert in wijn.
Het Woord dat Jezus spreekt is krachtig.
Vertrouw op Hem.
Wie in Jezus gelooft kan op water lopen.
Het onmogelijke wordt mogelijk.
Wie alles achterlaat en Jezus volgt zal alles ontvangen wat hij nodig heeft.
God zorgt elke dag voor je.

We weten niet of Jezus zelf een huwelijk heeft ingezegend.
We weten ook niet of Hij op kraamvisite ging.
In elk geval heeft Hij nergens gezegd:
“ga heen en vermenigvuldig u”[5].
Dat is niet Zijn boodschap.

Er komen kinderen voor in de Evangeliën.
Kinderen zijn een voorbeeld voor de volwassen.
We geloven dat Jezus oprecht oog had voor de kinderen[6].
Hij had aandacht voor kinderen, voor kwetsbaren, voor mensen die we gemakkelijk over het hoofd zien.
Jezus heeft in het bijzonder aandacht voor de mensen waar anderen op neer kijken of waar anderen de rug naar keren.
Nergens spreekt Jezus over anderen kwaad.
Steeds weer gaat Hij het gesprek aan.
Nergens probeert Jezus een discussie te winnen.
Hij wil de mensen in hun hart raken.
Hij wil ons in het Licht plaatsen van de Liefde van God.
Al tientallen jaren ben ik tevergeefs op zoek naar het verhaal in de Evangeliën over twee mensen die bij Jezus komen en Hem vragen: “Heer, zegen ons, Heer, wij willen samen verder.”

Ik schrijf bewust twee “mensen”.
U leest nu “man en vrouw”, maar ik zie het breder: twee mensen.
Twee mensen die allebeide een persoonlijke relatie met God hebben.
Twee mensen die de trouw van God willen beantwoorden door ook zelf trouw te zijn en Gods liefde uit te dragen.
Er komen twee mannen bij Jezus en….
Nee, die tekst komen we niet tegen.
We weten dat Jezus voor iedereen gekomen is.
We weten dat Jezus ons allemaal wil zegenen.
Nergens staat dat Jezus mensen uitsluit.

Maar als deze twee mensen in zonde leven?
Nergens stelt Jezus eerst een voorwaarde.
Hij geeft Zijn zegen en moedigt de mensen aan om niet te zondigen.
We hebben elkaar daarbij nodig.
Jezus weet als geen ander dat we niet alleen willen blijven.
We willen bij een ander horen.
Ons samenzijn en ons met elkaar verbonden willen zijn weerspiegelt Gods verlangen naar ons.
Hij wil bij ons zijn.
Hij wil zich met ons verbinden.
God wil een verbond sluiten met ons.
Nog sterker: als een onverbrekelijk huwelijk.
God is de Bruidegom die uitkijkt naar ons, de Bruidegom.[7]
Er komen twee vrouwen bij Jezus.
Zij vertellen in vertrouwen dat ze bij elkaar willen horen.
Ze hebben geen gevoelens voor een man, maar voor elkaar.
Ze verlangen geen kinderen of een gezin.
Samen willen ze de liefde van God uitdragen.

Wat zou Jezus doen?
Zou Hij zeggen: “Ik zegen iedereen, maar jullie stuur ik weg?”
of
“Ik vergeef iedereen, maar jullie vergeef ik niet?”
of
“Mijn Vader is liefde, maar jullie horen er niet bij?”

Jezus spreekt geen enkele man toe: zoek een vrouw en trouw.
Hij spreekt geen enkele vrouw toe: zoek een man en krijg kinderen.
Natuurlijk zijn de meeste volwassenen ook in Jezus tijd gehuwd.
Jezus kwam als jood in Israël in een cultuur waar het huwelijk vanzelfsprekend is.
Maar ook in Jezus tijd waren er mensen die ongehuwd bleven en mensen die misschien wel samen met een ander willen zijn, maar niet om met die ander kinderen te krijgen.

Misschien is het huwelijk en het gezinsleven zó vanzelfsprekend dat het daarom niet wordt genoemd.
In de jaren na de hemelvaart van Jezus zijn er Christenen die niet meer trouwen.
Waarom zou men nog?
Jezus komt immers spoedig terug?
Waarom zouden we nog kinderen krijgen?

De apostelen wijzen erop om toch maar kinderen te krijgen.
Jezus komt spoedig terug, maar het duurt ook nog even.
Ga daarom ook door met het leven.

Wij mogen leven zoals de Schepper het ons geeft.
Hij heeft ons man en vrouw gemaakt.
Hij heeft de liefde in ons gelegd.
De liefde kan erotisch en vol passie zijn en er is de liefde die de lust en het fysieke overstijgt en onvoorwaardelijk is.
Deze liefde wordt de Agape genoemd.
Echte liefde is nooit gericht op jezelf, maar op de ander.

Ik keer terug bij het begin.
Stel er komen twee mannen bij Jezus.
Ze hebben de ander meer lief dan zichzelf.
Ze beloven elkaar en de Zoon van God om deze liefde uit te dragen.
Ze willen Gods zegen over de relatie waarbij ze Gods liefde kunnen weerspiegelen.
Nergens staat in de Bijbel dat Jezus hen heeft weggestuurd.
Nergens staat dat het gebeurt is.
Ik zal me altijd afvragen wat zou Jezus gedaan hebben?
Is het anders als het gaat om een man en een vrouw of twee mannen of twee vrouwen?
Voor ons maakt het wat uit.
Maar waarom eigenlijk?
Wat maakt het uit?
Staat het de liefde van God voor ons en de wereld in de weg of wordt juist zó zichtbaar voor wie Jezus in de wereld gekomen is?

Ik ken twee vrienden die van elkaar houden en ik ken twee vriendinnen die van elkaar houden.
Hun leven is niet gemakkelijk.
Zou het kunnen zijn dat Jezus tegen hun als eerste zegt:
Kom bij Mij, die vermoeid en belast zijn[8]?
Kom bij Mij, wie bespot en vernederd zijn?
Kom bij Mij….,
Ik zegen je!
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Speedy
Majoor
Majoor
Berichten: 2279
Lid geworden op: 30 jan 2003 16:20

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Speedy » 16 feb 2019 22:32

Heere, indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.”
“Ik wil, word gereinigd!”
Mattheüs 8:1-4

Zou er voor mij nog genade te verkrijgen zijn? Dat is de vraag waar mensen mee kunnen zitten. Wat kan het moeilijk, ja onmogelijk worden om dat te geloven, juist als je zicht hebt gekregen op de veelheid en de grootheid van je zonden. Ondertussen is het wel van levensbelang dat er zekerheid komt omtrent deze vraag. De geschiedenis van de genezing van de melaatse wil ons erbij helpen.

Melaats – onrein
We ontmoeten deze melaatse in het midden van de vele scharen die na afloop van de Bergrede Jezus volgen. Vele volgelingen zien in Hem een groot profeet. Maar deze man heeft behoefte aan meer dan een profeet. Daarom wordt hij er door Mattheüs uitgelicht. Hij volgt niet alleen, maar hij komt tot Jezus. Dat is een wonderlijke zaak als je de man nader bekijkt. Hij is immers melaats en een melaatse moet op een afstand blijven. Dat vereist de ernst van zijn ziekte. Niet alleen heeft hij vuile zweren en builen op de huid, maar heel het lichaam is ongeneeslijk ziek. Langzamerhand wordt heel het lichaam verminkt. Voor de veiligheid van de mensen heeft de wet van Mozes voorgeschreven dat een melaatse uitgesloten wordt van de maatschappij, en trouwens ook van de eredienst. Dat laatste komt ook omdat een melaatse onrein is in geestelijke zin. De joden hebben melaatsheid van ouds gezien als een teken van de vloek van God over het leven van de zondaar.
In die zin is deze man een beeld van ons allen. Zijn we er al aan ontdekt? Dat moet, ook opdat er ruimte komt in het hart voor Christus. Bij deze man is dat blijkbaar gebeurd. Hij heeft niet alleen zijn ziekte ondervonden, maar ook iets van de diepe nood van zijn zondaarsbestaan gepeild. Dat blijkt uit zijn eigen woorden: hij behoeft niet zomaar genezing, maar reiniging.

Vertrouwen
Behalve dat hij door zijn vraag aan de Heere iets over zichzelf verraadt, blijkt ook uit die woorden hoe hij tegen de Zaligmaker aankijkt. Wat blijkt dan? Dat hij een zeker vertrouwen in Hem heeft. Dat blijkt allereerst uit de aanspraak: Heere! De melaatse erkent Hem als de machtige Heere, Die in staat is om ellendigen te helpen. Dat zegt hij vervolgens ook met zoveel woorden: “indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen”. Ik weet niet óf U dat wilt, maar áls U bereid bent mij te helpen, dan kúnt U het doen!
Is dat misschien ook de taal van uw hart? Dat Hij het doen kán, geloof ik wel, in ieder geval voor ieder ander! Zo kunnen we daarmee bezig zijn. Maar hebt u het al zo tegen de Heere Zelf gezegd? En dan zo persoonlijk als deze melaatse: “indien gij wilt, Gij kunt mij reinigen”? Niet een ander, maar mij! Zó de Heere aan te roepen is een daad van geloof. Het is nog wel pril. Het is misschien ook een geloof met veel twijfels, omdat je zegt: het zou terecht zijn als Hij mij weg zou sturen, want ik ben een onreine. En toch: wie zo die nood aan Hem bekend maakt en vertrouwen mag oefenen in zijn macht, die wordt in dat vertrouwen niet beschaamd. Dat heeft de melaatse ook ondervonden. De Zaligmaker loopt niet weg en stuurt hem niet weg. Dat duldt Zijn zondaarsliefde niet. Hij is gekomen om verlorenen te zoeken en ellendigen te verlossen. Als een zondaar tot Hem komt, dan vindt hij genade. Het antwoord bewijst het.

Woord en daad
Eigenlijk gebeuren er twee dingen. Jezus antwoordt in woord en daad. Zijn woord is een heerlijk getuigenis van Zijn ontferming: “Ik wil!”, zegt Hij. Is dat geen bemoediging voor wie twijfelt aan Zijn bereidwilligheid? Jezus zegt: “Ik wil”. En Hij zegt ook: “word gereinigd”. De macht waaraan de melaatse man zich vastklampte, wil Hij in dienst stellen van Zijn liefde. Zo is de Heere Jezus. Hij heelt gebrokenen van harte en Hij verbindt ze in hunne smarte, die in hun zonden en ellenden tot Hem zich ter genezing wenden!

Hoe?
Hoe de Heere Jezus dat kan doen? Hoe dat gaat? Let dan ook op Zijn daden. Want nog voor Hij met Zijn mond het antwoord geeft, ligt daar al een antwoord in. De melaatse die tot Jezus kwam, hij heeft gehoopt op ontferming. Van de mensen hoefde hij het niet te verwachten, die deinsden bij het zien van zijn verminkte lichaam verschrikt opzij. Maar zo niet de Zaligmaker. Die stapt niet opzij of achteruit, maar op hem toe. En dat niet alleen, Hij raakt hem nog aan ook! Teken van meeleven? Dat ook. Teken van gemeenschap met deze uitgestotene? Dat ook. Maar niet alleen. Hij is niet alleen medelijdend, want dan had je er nog niets aan. Maar Hij is de schuld-overnemende Borg. Dat blijkt als Hij de melaatse aanraakt. Want wie een melaatse aanraakt, wordt zelf onrein. En zo neemt Christus – met dat Hij de melaatse reinigt – de ziekte over, om hem mee te dragen naar het vloekhout van Golgotha. Ziet u Hem? Is Hij geen liefdevolle Borg? Hij is de Zaligmaker van hopelozen. Hij is de Redder van verlorenen. En Hij kan dat doen omdat Hij hun nood tot de Zijne maakt. Hij maakt Zich één met zondaren. Hij ruilt met hen van plaats. Zij de reinheid en het leven. Hij de onreinheid en de dood! Zo openbaart Hij Zichzelf in Zijn Woord als de bereidwillige Borg. En Hij vraagt om geloof. Geloof dat Hij Zelf bovendien wil schenken en dat het uit Zijn mond mag horen: “Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.”

Ds. A. vd Zwan
Mijn lijst van booswichten wordt elke dag, dat ik ouder word, kleiner en mijn register van dwazen steeds langer.

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 01 mar 2019 10:57

"Bekleedt u met de wapenrusting van God, opdat ge kunt standhouden tegen de sluipwegen van de uiteenwerper, want onze strijd is niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de gezagsdragers, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, en tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Neemt daarom aan: de wapenrusting van God, opdat ge weerstand kunt bieden op de dag van het boze, en met inzet van alles uw werk doende standhoudt"

(Efeziërs 6:11-13 Naardense Bijbel 2014).


LAAT JE NIET MISLEIDEN.


In deze verzen is iemand bezig een opdracht van God uit te voeren.

Maar er is vlees en bloed - er zijn mensen - die proberen die opdracht te saboteren.

Degene die bezig is met dié opdracht van God wordt boos, ontsteekt in woede over die saboteurs.

Want zij proberen hem 'om de tuin te leiden' (:11). Zij proberen hem te verleiden sluipwegen te bewandelen.
Tijd rekken, de uitvoerder uit te putten, wanhopig te maken, erop hopend dat hij die opdracht niet afmaakt.

De apostel Paulus zegt:
1. Trek de wapenrusting van God aan (:11 en :13).
2. De saboteurs zijn niet die mensen, maar mensen, die zich laten misbruiken door het personeel van de uiteenwerper (diabolos of duivel).

Dié zet alle middelen in om de kinderen van God te saboteren in het uitvoeren van de opdracht van God.
Onze strijd is niet tegen die mensen, maar tegen de demonische krachten en machten.

Die wapenrusting is Jezus Christus.
"Weest krachtig in de Heer en in zijn sterke macht" (:10).

Jezus Christus is onze gordel van waarachtigheid.
Jezus Christus is ons pantser van gerechtigheid.
Jezus Christus is onze bereidheid vrede aan te zeggen.
Jezus Christus is ons geloofsschild.
Jezus Christus is onze helm des heils.
Het woord van Jezus Christus is ons zwaard.

Uit de grondtekst blijkt dat het geen defensieve wapens zijn, d.w.z. niet verdedigend, maar offensief, d.w.z. aanvallend.

En deze wapens gebruiken we biddend in de kracht van de Geest (:14-19).

Het meest verraderlijk is, dat niet alleen niet-christenen zich als saboteurs laten misbruiken, maar ook christenen, gelovigen.
Dat laatste is zeer verwarrend.

Het advies van Paulus is: laat je niet afbrengen van jouw goddelijke opdracht door niets en niemand. Jouw werkkleding is Jezus Christus met al Zijn eigenschappen. Waarheid, gerechtigheid, vrede, geloof, heil en Zijn woord.
Doe het biddend.

Alleen zó vervul en voltooi jij Gods opdracht.

Wij verliezen zó gemakkelijk tijd en energie door mensen die ons bezighouden, discussies aangaan, ophouden, met aanlokkelijke voorstellen komen en zonder het zélf te weten Gods werk door jou heen willen saboteren.

Laat je niet misleiden!



P Gerrets. (Emeritus Predikant)
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 03 mar 2019 09:52

WAT IS DE BIJBELSE BASIS VOOR DE ZONDAG ALS RUSTDAG ?


Ik probeer antwoord te geven aan een vriend uit Klundert.
Een antwoord uit de Schriften.
Vinden we een even krachtige opdracht als in de Tien Woorden?
"Gedenk de dag van de sabbat door die te heiligen; een zestal dagen mag je dienen en al je werk doen, en de zevende dag is een sabbat voor de ENE, God-over-jou; niet doen zul je welk werk ook: jij, je zoon,
je dochter, je dienaar, je dienstmaagd, je vee, noch de-zwerver-te-gast die in je poorten is" (Exodus 20:8-10 Naardense Bijbel 2014).
Lezen we ergens in het Nieuwe Testament:
"Gedenk de zondag....."?
Tot mijn verbazing niet.
De Joden die tot geloof komen in Jezus, bijvoorbeeld op de Pinksterdag in Handelingen 2 (3.000) en later in Handelingen 4 (5.000) komen samen in de zuilengalerij van Salomo van de tempel en aan huis bij die gelovigen.
Ik krijg sterk de indruk dat er elke dag wel bijeenkomsten waren.
Onderwijs van de apostelen, het beleven van de geloofsgemeenschap, samen eten, de maaltijd van de Heer vieren en samen bidden. Bovendien het voor elkaar zorgen.
De eerste volgelingen van Jezus richtten zich vooral op hun eigen volksgenoten die Jezus verworpen hebben.
Pas na Handelingen 8 worden 'de mensen van de Weg' vervolgd en verstrooid, zó komt de boodschap in Samaria door Filippus, in het huis van Cornelius door Petrus én door de onderweg naar Damascus bekeerde Saulus in Damascus en later verder in Klein-Azië (Turkije), Griekenland, Italië.
Paulus' missie is éérst de Jood en dan de Griek, dús zoekt hij de Joden op in hun synagogen en gebedsplaatsen op sabbat.
Dat wordt duidelijk genoemd in Handelingen 16:13.
Pas in Handelingen 20:7 vinden we een verwijzing naar de eerste dag.
"Maar op de eerste van de week zijn wij samengekomen om brood te breken en heeft Paulus bij hen gesproken".
Dat gebeurde in Troas.

In de brieven vinden we ook enkele verwijzingen:
1 Korintiërs 16:1-2 (NB)
"Over de inzameling voor de heiligen: zoals ik aan de vergaderingen ('gemeenten') van Galatië heb voorgeschreven, zo moet ook gij doen:
elke eerste van de week moet ieder van u iets wegleggen, opsparend naar vermogen, opdat niet wanneer ik kom er dán inzamelingen moeten worden gehouden". Het gaat hier om steun voor de noodlijdende gemeente in Jeruzalem.

In Romeinen 14 spreekt Paulus over 'zwakken' en 'sterken' in het geloof.
Het merkwaardige is dat 'de zwakken in het geloof', dat zijn die gelovigen met een nauw geweten, zichzelf vaak zien als de ware gelovigen.
'De sterken in het geloof' leven in de ruimte die de genade biedt.

Er zijn gelovigen die vegetarisch eten, anderen eten alles.
De eersten noemt Paulus 'zwak'.
De tweede categorie 'sterk'.
Respecteer elkaar en velt geen oordeel over elkaar.

Er zijn gelovigen voor wie alle dagen even belangrijk zijn.
Andere gelovigen vinden de ene dag belangrijker dan de andere dag.
Maar al deze gelovigen, ook al hebben zij een verschillende overtuiging, doen het voor de Heer.

Dus: vel geen oordeel over elkaar.
Het oordeel is aan God.
En 'sterken' moeten in het gezelschap van 'zwakken' nooit door spijs en drank aanstoot geven.

In de Galatenbrief schrijft de apostel Paulus aan de 'gelovigen-uit-de-heidenen', die lastig gevallen worden door Joden die erop uit zijn om deze gelovigen onder het juk van de Wet te brengen.
De apostel is fel tegen de Joden die de gemeente van Christus binnendringen om hun vrijheid te bespionneren.
Ze proberen de Galaten te betoveren.
In 4:9-11 lezen we:
"maar nu, nu ge God hebt leren kennen, of beter: nu ge gekend zijt door God,- hoe kunt ge nu weer omkeren naar die zwakke en armzalige elementen aan wie ge u opnieuw dienstbaar wilt maken? Bijzondere dagen onderhoudt ge, en maanden, tijdsgewrichten en jaargetijden!
Ik vrees dat ik misschien tevergeefs aan u gezwoegd heb".

En in Kolossenzen 2:16-18
"Laat dan niemand u oordelen inzake spijs en drank of op het punt van een feest of nieuwemaan of sabbat,- dingen die een schaduw zijn van de dingen die komen; maar het lichaam is dat van de Gezalfde".

Ik heb de indruk dat Paulus steeds weer vraagt: 'Wáár gaat het nu werkelijk om?'
Dan is er maar één antwoord: de Gezalfde (de Messias, de Christus).
En alles wat daaraan voorafgaat is schaduw.
Onlangs heb ik aan de hand van Hebreeën 3 en 4 aangetoond dat de werkelijke sabbatsrust alleen gevonden wordt in Jezus Christus.
En op welke dag kun je dié rust ontvangen? Alleen op sabbat of op zondag? Nee, er is een nieuwe dag vastgesteld, namelijk: HEDEN....VANDAAG.

Conclusie:

Er is in het Nieuwe Testament geen enkel gebod te vinden om de sabbat als rustdag te houden, maar ook niet om de zondag de plaats van de sabbat te laten innemen.
Echter mijns inziens staan gelovigen-in-Christus uit de Joden of uit de heidenvolken niet meer onder de Thora. De Joden die Jezus Messias verwierpen en verwerpen staan nog steeds onder de Thora.

In het Nieuwe Testament wordt gesignaleerd dat de gemeente in Troas op de eerste samenkomt. De eerste, de tweede, de derde zijn de namen van de weekdagen.
De eerste is onze zondag.
In Galatië komen de gemeenten blijkbaar ook op de eerste samen, want dan verzamelen de gelovigen de giften bestemd voor Jeruzalem. En Paulus raadt de gemeente van Korinte hetzelfde te doen.
Paulus wijst de sabbat aan als een schaduw van Jezus Christus.
Hij is onze sabbatsrust.

En op welke dag wij samenkomen staat ons vrij. Ieder zijn of haar overtuiging.
Dit mag nooit een twistpunt zijn.
Het probleem is dat dit wel gebeurt.
Sabbatsonderhouders vallen zondagvierders aan en omgekeerd.

Kenmerk van de sabbat is: rust, adem scheppen, niet je dagelijks werk doen en Gods volbrachte scheppingswerk en Gods volbrachte bevrijdingswerk vieren.
De zondag kan hetzelfde betekenen plus het vieren van het volbrachte werk van Jezus Christus.

Er wordt t.a.v. de zondag niets geboden.
Er is een samenkomen waarin brood gebroken wordt, er wordt 'gecollecteerd', het evangelie verkondigd.
Uit 1 Korintiërs 14 blijkt dat in de samenkomst elk gemeentelid zijn of haar gave mag inzetten ten dienste van elkaar.

Een vraag die bij mij gerezen is:

Ik heb altijd geleerd dat Jezus op de eerste is opgestaan en dat we op zondag de opstanding van Christus vieren.
Maar wat zeggen de evangeliën?
"Maar laat op sabbat, in het oplichten van de eerste van de sabbatsweek...."
(Matteüs 28:1 NB).
"Als de sabbat afloopt kopen Maria Magdalena, Maria van Jakobus, en Salomé balsems en komen hem zalven.
Zeer vroeg op de eerste van de week komen zij aan bij de gedenkplaats..."
(Marcus 16:1-2 NB).
"Maar op de eerste van de sabbatsweek komen zij, diep in de morgen, bij de gedenkplaats"
(Lucas 24:1 NB).
"Maar op de eerste van de sabbatsweek komt Maria Magdalena vroeg, als het donker is, aan bij de gedenkplaats"
(Johannes 20:1 NB).

Is de eerste van de week hetzelfde als de eerste van de sabbatsweek?
Was het een zondag of was het op een bijzondere sabbat die het begin markeerde van het feest van de Ongezuurde Broden dat een week duurde?
Op dit punt kom ik beslist terug.

P Gerrets (emeritus predikant)
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Speedy
Majoor
Majoor
Berichten: 2279
Lid geworden op: 30 jan 2003 16:20

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Speedy » 04 mar 2019 13:17

Niet het minste besef

En het volk stond en zag het aan.

De “belangstelling” voor de Borg is groot. Aan de voet van het kruis is een talrijke menigte! Het is echter geen verkwikking voor de Heere Jezus. Het is een druppel in de lijdensbeker. Want het leeft niet in hun hart: “van deheuvel Golgotha, Vloeien stromen van genâ”.

Christus hangt tussen twee misdadigers en Zijn klederen worden verdobbeld.
Zij horen Hem schreeuwen om Zijn God. Hier geschiedt het grootste
onrecht! “En het volk stond en zag het aan”. Geen besef van dit alles. In het minst
niet. Indrukloos en onaandoenlijk!

Maar bedenk: zo zit u ook deze weken onder de lijdenspreken. Zonder enig besef. Als een ijspegel! Met een lust en zucht naar lichtzinnig vermaak. Of meer beschaafd en ingetoomd. Maar in ieder geval zonder een verbroken hart. Zonder een traan tot God. Een bekering zonder droefheid is als een fontein zonder water. De gehele bekering rust op het fundament van de kennis der zonde!

Het is verschrikkelijk als u als een onbesnedene van hart en oren het leven doorglijdt. U doet zich te goed aan het lokaas van de wereld.
Maar: hoe leeg is uw leven en hoe leeg is de wereld. Heel uw doen en laten is walgelijk en gruwelijk. Uw nek is een ijzeren zenuw en uw voorhoofd is van koper.

Nodig is uw handtekening daaronder te zetten. Inderdaad dat kan alleen door genade. Maar de Heere zegt in elke preek: uw dood is Mijn recht, maar uw leven is Mijn lust. Wie dit inleeft is niet langer een beseffeloze toeschouwer maar een aanschouwer met diepe en levende indrukken!
Dan zegt u: wat ben ik diep gevallen. Dan wordt Zijn vloek mijn vloek. Dan wordt ingeleefd: ik zou daar eigenlijk moeten hangen.

Hebt u het wel eens voor de Heere beleden uit de grond van uw hart: ik ben zo ijdel, zo werelds, zo goddeloos, zo verdorven. Ik ben een genie in het zondigen. Ik zondig onafgebroken. Zonder pauze! Ik ben een wangedrocht, misvormd door duizend zonden. Ik ben een aanbidder van mijzelf? Dit is geen versiering door onszelf maar vernieuwing door Gods Geest! De dodelijke injectie van de zonde wordt dan tegengegaan door de genezende
kracht van Jezus’ wonden!

Wie in Gods recht omkomt in zichzelf zal ervaren dat uit Gods genade het leven wordt geschonken! Dat is in de pardonbrief van vrije genade. Wie door het wrekend en eisend recht van de wet achtervolgd wordt staat niet onaandoenlijk aan de voet van het kruis, maar ziet de stervende Christus als de Schoonste der mensen, omdat Hij het recht Gods verheerlijkt in het vervullen van de wet! En daarom is er genade op Zijn lippen uitgestort!

Misschien zegt u: ik ben in zo’n dodelijke gestalte. Ik ben zo geesteloos! U hebt andere tijden gehad. Betere tijden gekend. Ik ben zo lusteloos. Het is allemaal zo ver weg. Ik kan nergens meer bij komen en in komen. En de meest begaafde tegenstander van God (satan) zegt dat ik geen heil bij
God heb. Wij kunnen u zo goed begrijpen. Maar vergeet één ding niet: in het licht wordt het meest genoten, maar in het duister wordt het meest geleerd. In dit alles wil de Heere ons doen zien wie wij zijn in onszelf. Niets. Niets. Helemaal niets! Dan wordt de les geleerd: “Zonder Mij kunt gij niets doen”, Joh. 15:5f. En dat niet één keer. Maar telkens opnieuw. Want op de school der genade zijn telkens herhalingsoefeningen nodig! Wij
moeten uitgewerkt raken en uitgewerkt blijven! Christus heeft dag en nacht gewerkt om de zaligheid te verdienen. Tot de nacht des doods. Maar er volgde de morgen der opstanding!

Wat ik u bidden mag: laat deze lijdensweken en lijdenspreken niet beseffeloos aan u voorbijgaan. Want dan doet de prediking u geen nut. Omdat het met het geloof niet gepaard gaat! Precies zegt u. Maar daar ontbreekt het mij nu juist aan. Weet echter: Christus heeft ook de genade des
geloofs verworven. Om dat uit te delen. Aan wederhorigen. Laat uw gedurig gebed dan ook zijn wat de Heere Zelf heeft gezegd: “Al wat u ontbreekt (dus ook het geloof), Schenk Ik, zo gij ’t smeekt, Mild en overvloedig”.

Wijlen ds. P. Beekhuis
Mijn lijst van booswichten wordt elke dag, dat ik ouder word, kleiner en mijn register van dwazen steeds langer.

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 04 mar 2019 16:42

"Maar voor het feest van het Pesach, als Jezus weet dat zijn uur gekomen is om uit deze wereld over te gaan naar de Vader, betoont hij, die de zijnen in de wereld heeft liefgehad, hun ook zijn liefde tot aan de voleinding"

(Johannes 13:1 NB).


HIJ TOONT ZIJN LIEFDE (1).


In de komende lijdensweken wil ik graag met Jezus en zijn leerlingen aan tafel liggen vóórdat Hij vertrekt naar Gethsémané (Johannes 13-17).
Wat gebeurt er én wat wordt er gezegd?

Jezus wéét.
Jezus wéét dat zijn uur gekomen is.
Jezus wéét dat Hij overgaat van deze wereld naar de Vader.
De heilige Geest is in staat ons een vaste overtuiging te geven van wat er gebeuren gaat.
Uit de evangeliën weten wij dat Jezus altijd rekening houdt met Gods tijd, Zijn uur.
Bekend is Zijn uitspraak: "Mijn uur is nog niet gekomen" tegen Maria tijdens de bruiloft in Kana.
Nú is het tijd voor de slotfase van de opdracht die Hij van de Vader ontvangen heeft.
Om die opdracht te voltooien.

God hééft de wereld lief.
Heel bijzonder hen die Zijn Zoon volgen.
Nú breekt de tijd aan dat God dóór en in Jezus Zijn uiterste liefde gaat tonen aan die Zijnen.
Vérder kan Gods liefde niet gaan.
Liefde tot de voleinding.
Volmaakte liefde.

Aan déze tafel.
Tijdens deze Pésachmaaltijd.
In Woord en Gebaar.
In werkelijkheid straks in Gethsémané, op Golgotha, in de hof van Arimathea.

(wordt vervolgd)


P Gerrets (emeritus predikant)
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 05 mar 2019 07:34

"Het geschiedt tijdens een maaltijd: als de uiteenwerper reeds in het hart van Judas Simonszoon Iskariot heeft geworpen dat hij Hem moet prijsgeven, en Hij wéét dat de Vader Hem alles in de handen heeft gegeven en dat Hij van bij de Vader gekomen is en tot God heen gaat..."

(Johannes 13:2-3 NB).


HIJ TOONT ZIJN LIEFDE (2).


Aan tafel.
Hier wordt de mentaliteit van twee mensen openbaar.
De één die wéét dat Vaders uur gekomen is.
Die er klaar voor is.
Om Gods liefde te tonen aan de Zijnen.
Tot over alle menselijke grenzen.
Tot het uiterste.
Tot de voleinding.
Jezus de Gezalfde.

En één van zijn leerlingen.
Judas Iskariot, zoon van een zekere Simon.
Leerling van.
Eén van de Twaalf.
Die wéét van de uit-één-werper, dia-bolos, duivel, dat hij Jezus moet prijsgeven.
De overeenkomst met de geestelijke leiders van het volk is getekend.
Het tijdstip bepaald.
Het loon uitgekeerd.
Een duivels plan.
Geworpen in het hart van Judas Iskariot.

Jezus wéét dat Hem alles in handen is gegeven.
Hij heeft de regie.
Hij kwam naar deze wereld van bij de Vader, dat betekent: uit de omarming van de Vader en dáár keert Hij terug.

Vader's plan, Jezus' plan, taak en opdracht.
En het plan van de Uitéénwerper, Judas' plan en opdracht.
En tóch Vader's plan in Jezus zal voleindigd worden. Dat wéét Jezus.

Die twee aan één tafel.

(wordt vervolgd)

P Gerrets ( emeritus predikant )
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 05 mar 2019 10:20

‘En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.’
Johannes 6:35

Dagelijks eten we brood. Het is voor ons nodig om in leven te blijven. De Heere Jezus zegt van Zichzelf dat Hij, als het Brood Gods, de wereld het leven geeft (vers 33). Hij neemt de wereldhonger weg. Honger, die ontstaan is door de zonde, het verlaten van God. In deze honger is geen mensenhulp mogelijk. De dood is het gevolg. Niet alleen het sterven maar de eeuwige dood! In deze geestelijke hongersnood is Christus uit de hemel gekomen! Hij is het levengevende en daarmee levensreddende Brood. Nee, niet voor een bepaalde elite en dat een ander gedeelte er niet bij mag…. Ook niet mondjesmaat. De wereld! Dat is de verkondiging van de Heere Jezus.

Vervolgens lezen we dat de Heere Jezus zegt: ‘Ik ben het Brood des levens.’ Het Brood dat de wereld leven geeft is goddelijk Brood. De woorden ‘Ik ben…’, herinneren aan de woorden waarmee de HEERE Zich bekend heeft gemaakt aan het volk Israël. Deze woorden gebruikt de Heere Jezus om Zich nu voor te stellen. Hij is hemels Brood voor hongerigen. Dat is, Hij is er niet alleen om de aardse honger te stillen maar om juist de oorzaak van onze eeuwige honger en kommer weg te nemen.

Wat hierop volgt is van groot belang: de noodzaak van het geloof in Hem en het komen tot Hem. De Heere Jezus gebruikt hierbij een beeld en wel van drinken. Daarin zien we het woord van Jesaja 55:1 oplichten: ‘O alle gij dorstigen! Komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk.’ Het is de nodiging tot het heil, ja om tot Christus te komen, die de Heere nu laat uitgaan. Dat er brood is, is niet genoeg. Wij moeten gaan tot de uitdeler van dat brood en het eten. Er is water om te drinken. Zo roept de Heere Jezus om in Hem te geloven.

‘Kan ik dat dan?’ zo vraagt iemand zich af. Laten we nauwkeurig luisteren naar wat de Heere Jezus zegt. De Heere Jezus gebruikt twee woorden: komen en geloven. Geloven in Christus is het getuigenis van God over Zijn Zoon geloven. Hij is van God gekomen om het verlorene te zoeken. Geloven is om als een verlorene Hem aan te roepen: ‘O God, wees mij zondaar genadig.’ Om zo alleen op de verzoening door Christus te rusten. Dit geloven gaat samen met een komen tot Hem. In liefde gaat het hart tot Hem uit. Geloven en komen zijn dus wel onderscheiden maar moeten we niet van elkaar scheiden. Dit wordt duidelijk in Hebreeën 11:6. We lezen daar: ‘Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven dat Hij is, en een Beloner is dergenen die Hem zoeken.’ Door te geloven kom ik.

Wanneer iemand dan zegt ‘Ik kan niet tot Christus komen’, dan is het antwoord ‘Dat klopt, omdat u niet in Christus als de van God gezondene gelooft.’ Ik werk het verder uit… Omdat u zich niet als een verlorene kent tegenover God, hebt u ook geen Christus nodig Die het verlorene zoekt. U kunt niet komen omdat u niet wilt. U wilt niet omdat u geen Borg nodig hebt die in de wereld gekomen is om stervende mensen het eeuwige leven te geven. Gaat dit over u, over jou?


Het evangelie wordt echter nog dieper ontvouwd. De Heere Jezus Die ons oproept om in Hem te geloven, weet ook van ons ongeloof. Dat volgt namelijk in vers 36: ‘Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet.’ Geen geloof, geen komen tot Christus. Ook al zien zij Hem en hebben misschien wel van het brood gegeten dat door Zijn almacht aan duizenden was uitgedeeld. Dat is de eeuwige nacht.

Maar dan klinken juist die heerlijke woorden van vers 37: ‘Al wat Mij de Vader gegeven heeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt zal ik geenszins uitwerpen.’ Ze zullen komen. Als een verlorene, onwillige, ongelovige in zichzelf. Onweerstaanbaar getrokken om zich niet meer achter onmacht, onwil en ongeloof te verschuilen maar om voor God te belijden: ‘Ik heb gezondigd.’ Om zo in Hem te geloven, ja, tot Hem te komen. Dat is eten en drinken. Is Hij voor u al het leven geworden!

ds. A. Hoekman
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 06 mar 2019 14:32

"...dat Hij zich opricht van de maaltijd, zijn kleren aflegt, een linnen doek neemt en zich daarmee omgordt. Vervolgens werpt hij water in het wasbekken en begint de voeten van de leerlingen te wassen en af te drogen met de linnen doek waarmee Hij omgord is geweest"

(Johannes 13:4-5 NB).


HIJ TOONT ZIJN LIEFDE (3).


Er klopt iets niet.
Leerlingen zijn de stad ingestuurd om een zaal te vinden waar Jezus met zijn leerlingen de pésachmaaltijd kan vieren.
De bovenzaal wordt gevonden.
De eigenaar richt hem in, de leerlingen bereiden de maaltijd voor.
Pésach, dat is het in herinnering roepen van de laatste maaltijd die de Israëlieten staande, met een opgeschorte mantel aten in Egypte, in huis, met aan de deurposten het bloed van het geslachte lam dat hen beschermde tégen de doodsengel die alle eerstgeboren zonen en mannelijke dieren zou doden.
Er was haast bij.
Dus ongezuurd brood, salade met bittere groenten, gekookt lamsvlees, bekers wijn.
En daarna de uittocht.
Alles is bereid.
Eén ding ontbreekt.

De maaltijd is begonnen, maar had nooit mogen beginnen.
De slaaf ontbrak die de voeten had moeten wassen van de deelnemers aan deze pésachmaaltijd.

Het wassen van de voeten van de gasten is zulk minderwaardig werk, dat het meestal gedaan werd door de minste slaaf.
Johannes de Doper heeft gezegd: ik ben minder dan de minste slaaf, ik ben zélfs niet gerechtigd om de sandalen van Jezus uit te trekken (en Zijn voeten te wassen).
In sommige evangeliën ontstaan hevige gesprekken over wie van de leerlingen Hem zou verraden én een discussie over wie van hen de belangrijkste is.
Er valt heel wat te zeggen over de houding van de Avondmaalsgangers.

De voetwassing is achterwege gebleven.
Niemand onder de Avondmaalsgangers heeft zich geroepen gevoeld om slavenwerk te doen.

En dan staat Jezus op.
Zonder iets te zeggen.
Jezus trekt zijn kleren uit.
Heeft een linnen doek om Zijn lendenen.
Een naakt bovenlichaam.
Die linnen doek om Zijn heupen.
Jezus in slavenkledij.
Hij werpt water in het wasbekken.
Hij wast één voor één de leerlingen de voeten en droogt ze.

Merk je dat er niets gezegd wordt, niet door Jezus, niet door de leerlingen.
Ervaar je die ongemakkelijke stilte?

Ze zitten niet aan tafel.
Ze liggen aan tafel.
Met open sandalen lopen over stoffige wegen en dan met vuile voeten aanliggen, waarbij je gemakkelijk te ruiken bent voor de ander, maakt het noodzakelijk de voeten te wassen vóórdat je aan tafel gaat.
Uit de tekst blijkt dat notabene de maaltijd al begonnen is.

En ineens is de 'slaaf van dienst' Jezus.
Als je niet weet wie je bent...in een identiteitscrisis zit....onzeker bent...dan wil je iemand zijn.
En weten we uit wat ik eerder zei: zij waren onzeker wie van hen een verrader zou kunnen zijn....en wie van hen de belangrijkste is.

Niemand kan en wil 'de minste slaaf' zijn.
Jezus wéét wie Hij is, vanwaar Hij komt en waarnaar Hij terugkeert.
Hij heeft geen enkele moeite met Zich bloot te geven, kwetsbaar zijn, van de hemel vernedert tot de aarde, vernedert van God tot mens, vernedert van Meester tot slaaf.
Dát is nou liefde tot het einde, liefde tot de voleinding, liefde tot het uiterste.

Dit was vergeten.
Ik geloof ernstig dat wij, in ónze tijd, dit sacrament ook totaal vergeten.
Zou het niet heilzaam zijn als wij, vóórafgaande aan de Avondmaalsviering, elkaar de voeten wassen?

Praktisch is het moeilijk uitvoerbaar.
Maar ik heb wel gehoord van een gemeente waarbij de Avondmaalsgangers elkaar de handen wasten.

Enkele keren heb ik zo'n voetwassing meegemaakt en ervaren hoe diep ingrijpend dit geestelijk werkt.
Alsjeblieft doe eens normaal.
Durf ook eens afstand te nemen van jouw medailles, jouw strepen, jouw titels, jouw ambt, functie.
Jezus stak niet eerst een felle preek af tot zijn falende leerlingen.
Hij zei niets en deed het werk dat anderen hadden moeten doen.

(wordt vervolgd)

P Gerrets (emeritus predikant)
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 06 mar 2019 17:12

Want zij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods; en worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. Rom. 3:23 en 24

In de Bijbel wordt meer dan eens verschil gemaakt tussen mensen. We lezen van mensen die God dienen en die Hem niet dienen, meesters en knechten, armen en rijken, Joden en heidenen. Echter, in één opzicht is er tussen al die verschillende mensen géén verschil. Van God uit gezien hebben allen gezondigd. Er is niemand die goed doet en goed is, tot niet één toe. Dát schrijft de apostel Paulus, die zelf een Jood was, aan heidenen. Over die heidenen schreef de apostel niet veel goeds. Paulus heeft gezegd dat zij God niet kennen. Ze weten Zijn Wet niet. Maar desondanks voelt Paulus zich niet boven hen verheven. Integendeel! Hoor maar wat hij zegt: Zijn wij uitnemender? Zijn wij beter? Ganselijk niet! Want zowel Joden als heidenen liggen samen onder de macht der zonde. En dan gaat hij vervolgens het geestelijke portret uitschilderen, dat alle mensen gemeen hebben: Niemand is er rechtvaardig, niemand is er verstandig, niemand is er die God zoekt. Kortom, er is geen onderscheid, zegt Paulus, want zij hebben allen gezondigd.

Als het ontdekkende licht van Gods Geest in ons leven komt, dan worden die woorden de belijdenis van uw hart. Dan roept u het uit: ‘O God, dat ik zo verdorven ben, dat is míjn schuld. Ik heb gedaan wat kwaad is in Uw oog. Ik heb gezondigd. Ik beantwoord niet meer aan het door U gestelde doel.’
Ook het vervolg van wat Paulus schrijft, wordt dan bij inleving de smartvolle ervaring van ons hart: En derven de heerlijkheid Gods. Van die heerlijkheid had de Heere in de schepping iets op de mens gelegd. Maar door de zonde zijn we die heerlijkheid kwijt geraakt. Die derven, dat wil zeggen, die missen wij. Deze woorden wijzen er tevens op, dat wij de roem missen bij God. We kunnen ons bij de Heere nergens op beroemen. Niet op onze woorden, niet op onze daden. En ook niet op onze goede bedoelingen of voornemens. We missen ten enenmale de roem bij God! Hoe een mens zich er ook voor inspant, we hálen het niet. Wat u ook probeert, het lukt niet om Gode te behagen. Daar is Paulus achter gebracht. Wat had hij geprobeerd om de Heere in eigen kracht te dienen. Maar alles waarmee hij dacht voor de Heere aangenaam te zijn, was door Gods ontdekkende genade schade en drek voor hem geworden.

Wie moet er niet denken aan Maarten Luther. Hij mistte de ware vrede met God in zijn hart. De Naam van Christus, die hem alleen die vrede kon schenken, was lange tijd een grote verborgenheid voor hem. Hoe hij ook worstelde en streed om vrede te vinden door bidden en vasten, biechten en werken, het lukte hem niet. Zijn geweten bleef hem aanklagen. Luther zegt zelf: ´Van kindsheid af kon ik niet anders dan verbleken en schrikken als ik de Naam van Christus ook maar hoorde noemen; want men had mij niet anders geleerd, dan dat ik Hem voor een strenge en toornige Rechter houden moest.’ Gods gerechtigheid was voor hem een eisende gerechtigheid, een dodende gerechtigheid. Maar o wonder, het behaagde God zijn ogen te openen voor dat heerlijke woord, dat de rechtvaardigheid Gods in het Evangelie wordt geopenbaard, uit geloof, tot geloof.

Hoe heerlijk schitteren in Romeinen 3 dezelfde Evangeliewoorden: En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is.
Gerechtvaardigd, dat wil zeggen: Rechtvaardig te worden verklaard. De zondaar die eerst voor het gericht Gods werd gedaagd en naar recht veroordeeld zou moeten worden, wordt vrijgesproken. Hoe dat kan? Iemand met zoveel zonden, met een hemelhoge schuld, iemand, die nooit anders dan alleen maar kwaad heeft gedaan. Hoe kan de hoogste Rechter tegen zoeen zeggen: Ik zie geen zonde en geen overtreding in hem? Wordt hier het recht van God geen geweld aangedaan? Is het dan niet waar wat Gods Woord zegt: De ziel die zondigt, zal sterven?

Luister! Het wonder wordt verklaard in de tekst. Om niet, zo staat er. Die woorden geven aan dat er in de mens zelf geen reden is om zalig te worden. Om niet, dat is: gratis! Het kon ook niet anders. De beklaagde had immers niets, dan alleen schuld. En kon dus ook niets betalen. Hebt u zo voor God gestaan? En werd het wonder van de rechtvaardiging voor u ontsloten toen Gods Geest u betrok in het gericht van God als een arme en hulpeloze in uzelf? Daar zegt er één: Toen het van mijn kant nooit meer kon, toen kwam het van Gods kant! En ik kan het maar niet op, dat niet een goede, niet een beste, niet een gelovige, maar een goddeloze helwaardige zondaar wordt gerechtvaardigd.

Lezer(es), hier hebt u de reden dat u voor Gods genade nooit te slecht kunt zijn. Wel te goed! Wat zijn die woorden ‘om niet’ moeilijk te aanvaarden voor een mens die nog iets meent te zijn of te hebben. Want het breekt alles van ons af. Maar het is een rijk evangeliewoord voor bedelarme zondaren. De prijs die voor dit ‘om niet’ betaald is, is echter wel hoog. Het heeft alles gekost. Hoor maar: uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. Hier wordt de enige Naam genoemd, door Welke een zondaarsvolk zalig wordt. Er is voor hun schuld betaald. Nee, niet met geld. Maar met bloed. Wetende dat gij niet door zilver of goud verlost zijt, maar door het dierbare bloed van het Lam Gods. Christus is tot zonde geworden, heeft de schuld betaald en de vloek gedragen. Zo heeft Hij voor Zijn volk een volkomen verlossing aangebracht.

Weet u daar van? Kunt u het niet ontkennen dat de Heilige Geest de noodzakelijke overtuiging en overbuiging werkte in uw hart? Zodat u het leerde: Niet door de werken. Daardoor wordt geen vlees gerechtvaardigd voor God. Leerde u het: Het is uit genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. Dan zult u ook belijden: Wat ik niet had, werd mij geschonken. De rechtvaardigheid, die Christus verworven heeft, werd mij toegerekend. Uit genade, om niet. Toen Luther door alle worstelingen en strijd heen, op dat punt als een uitgewerkte zondaar werd gebracht, riep hij het uit: ‘Heere Jezus, Gij zijt mijn gerechtigheid, ik daarentegen ben Uw zonde.’

Op de plaats waar wij het zo verliezen van de Heere, daar roept u het uit in diepe verwondering: Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft? Ja, Hij behoudt de toorn niet in eeuwigheid, want Hij heeft lust aan goedertierenheid. Christus heeft de verlossing verworven. Zijn Naam klinkt. Hij is de inhoud van het Kruisevangelie. Dat Evangelie is herontdekt door de Reformatie. Het is het heerlijke Evangelie van een rijke Christus voor een arm verloren zondaar. Lezer(es), wanhoop daarom wel aan uzelf. Maar niet aan Hem, om Wiens wil zondaren worden gerechtvaardigd om niet.

Ds. D. Zoet
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 07 mar 2019 14:29

"Dan komt Hij bij Simon Petrus; die zegt tot Hem: heer, wast Ú mij de voeten?
Jezus antwoordt en zegt tot hem: wat Ik doe, daar heb jij nu geen weet van, maar na deze dingen zul je het herkennen.
Petrus zegt tot Hem: Ú zult mij de voeten niet wassen tot in de eeuwigheid niet"

(Johannes 13:6-8a NB).


HIJ TOONT ZIJN LIEFDE (4).


Opvallend, dat het zolang duurt voordat iemand iets zegt.
De leerlingen moeten zich toch beschaamd gevoeld hebben?
Dat hun heer en meester nu bezig is hen de voeten te wassen, dat is toch de omgekeerde wereld?
Petrus uit zijn ongemakkelijkheid met de situatie. Heer, gaat Ú mij nu werkelijk de voeten wassen?
En ik zeg dan: De voeten van die anderen wel en jij niet?
Die van hen zijn vuil, die van jou niet?

Jezus zegt: Petrus, jij begrijpt nú absoluut niet waarmee Ik bezig ben.
Later zul je er meer inzicht in krijgen.

Voor Petrus kán dit niet doorgaan.
Hij is vastberaden!
Heer, Ú zult nu niet en nooit niet mijn voeten wassen!!

Ik denk aan het moment dat Jezus bij Johannes de Doper kwam en dat Johannes tot Jezus zei: Dit kan niet doorgaan.
Moet ik Ú dopen, wilt U mij dopen?
Het verbaast me dat Petrus niet reageert als Johannes de Doper: Dit kan niet, als U nu op mijn plaats gaat zitten, dan was ik Uw voeten.
En dan maak ik dit werk bij de andere leerlingen wel af.

Het zou typisch een Petrus' daad kunnen zijn, maar het gebeurt niet.
Omdat ook hij niet de minste wil zijn.

(wordt vervolgd)


P Gerrets (emeritus predikant)
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 08 mar 2019 08:19

"Jezus antwoordt hem (Petrus): als ik je niet mag schoonwassen heb jij geen deel aan Mij! Simon Petrus zegt tot hem: heer, niet alleen mijn voeten nee, ook de handen en het hoofd"

(Johannes 13:8b-9 NB)


HIJ TOONT ZIJN LIEFDE (5).


Nu niet en nooit niet!
Zó, dat is het antwoord van Petrus.
Jezus zál hem de voeten niet wassen.
Het klinkt keihard: "ik ben van U niet gediend".

Hier worden ook wij geráákt.
Hét drama van alle chronisch zieken, hoogbejaarden, alle op hulp aangewezenen: wij willen niet afhankelijk van anderen zijn!!
Geholpen worden? Liever anderen helpen.
Onze 3-jarigen zeggen ons heel graag: 'zelf doen'.

Jezus stelt: Als je Mij niet toelaat jouw voeten te wassen, dan is er niets meer tussen jou en Mij.
Géén verbinding, dan delen we niets meer samen, dan breekt onze band.

Petrus sprak vastbesloten.
Jezus eveneens.

Wáárom zó'n antwoord?

Voor Petrus is het: niets óf alles!
Als de vlag er zó bij hangt, was Mij dan helemaal. Dan een bad!

Want Petrus wil absoluut niet dat de band tussen Jezus en hem verbroken wordt, hij kan en wil niet zonder Jezus.

Als jullie, als jij niet door Jezus bediend wilt worden, als jij niet door Jezus gediend wilt worden, dan breekt de band.

Ik heb heel veel toespraken en preken gehoord over: 'het dienen van Jezus', 'het dienen van God'.
En dan werd en wordt bedoeld: een leerling dient de Meester, een christen dient Jezus, een gelovige dient God.

Maar nú is de les: 'Hoe wil jij God dienen, als jij niet leert je éérst door Hem te laten dienen?'

Hoe vaak ben ik of ben jij aan het woord ten opzichte van de Heer?
Weleens gewacht op antwoord?
Hoe vaak gaan wij niet aan de slag voor de Heer of de kerk?
En dat zonder Zijn aanwijzingen?

Maar jij en ik zouden nergens zijn zonder Gods dienst, Gods hulp, dat Hij Jezus gaf, dat Jezus zijn leven als offer gaf, de losprijs betaalde.
Dat Jezus de dood overwon.
Dat Hij Gods Geest aan gelovigen geeft op hetzelfde moment dat zij tot bekering komen.

Alsjeblieft, laat Jezus toe.
Laat Jezus onze voeten wassen Avondmaalgangers!

Hij reikt ons in brood en in de vrucht van de wijnstok Zijn leven aan.
Afwijzen?
Aannemen, tóch....

(wordt vervolgd)



P Gerrets (emeritus predikant)
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Speedy
Majoor
Majoor
Berichten: 2279
Lid geworden op: 30 jan 2003 16:20

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Speedy » 08 mar 2019 11:06

‘Als onbekend en nochtans bekend.’ 2 Korinthe 6:9a

Hoe staan we bekend? Om deze vraag en het antwoord kunnen we ons erg druk maken en we spannen er ons voor in om daarin wat te sturen. Dit gaat de gemeenten en ook de pastorieën niet voorbij. Zijn er eigenlijk wel mensen die hier geen last van hebben…? Het lijkt van niet. Toch zijn ze
er. De vraag hoe ze bekend staan is bij hen ondergeschikt aan de vraag wie ze zelf zijn en wat ze te zeggen hebben in de kerk en in de wereld.

De apostel Paulus is zo iemand. In het gedeelte waarin de tekst staat somt hij een aantal tegenstellingen op als kenmerken van zijn apostolische bediening. Hierbij noemt hij ook ‘als onbekend en nochtans bekend’. Misschien dat u denkt: ‘Toch wel een fijne eigenschap, zo los te zijn van wat
mensen denken en zeggen over je.’ Vergis u niet, Paulus heeft dat niet van zichzelf. Het is immers een kenmerk van zijn bediening en die heeft hij niet zelf aangenomen. Het is een vrucht van genade!

De Heere is hem tegengekomen op zijn vrome levensweg van zelfhandhaving en eigengerechtigheid. Paulus moest met alles wat hij meende te bezitten (Filip. 3:4-6) buigen voor en naar recht vergaan onder Gods heiligheid (Hand. 9:3). Zijn blakende vijandschap tegenover de Heere Jezus
kwam openbaar. Deze ‘vijand’ had nu niets meer in te brengen. Door de overmacht van Gods genade was er van Paulus een hulpeloze bidder overgebleven die zichzelf niet meer kon rechtvaardigen. In deze weg heeft hij kennis aan Christus gekregen en hij heeft vervolgd Hem te kennen.
Zijn prediking was daarom Christus alleen. Alle andere gronden zijn immers onder zijn leven weggevallen (Filip. 3:7-9). Christus alleen… dan preek je niet vanuit de behoeften van de mens maar dan preek je vanuit God. Christus alleen… dan breek je alles af wat buiten Christus is want dat kan niet bestaan voor Gods rechtvaardigheid en heiligheid. Christus alleen… dan gun je een zondaar alleen maar rust in Christus: ‘Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.’

Deze prediking roept spanningen op. Tweeërlei meningen over Paulus en zijn boodschap gaan rond. Voor sommigen is Paulus goed, voor anderen slecht. Voor de één is hij ‘onbekend’ en die haalt daarom z’n schouders over hem op, voor de ander is hij ‘nochtans bekend’.

Het woordje ‘onbekend’ betekent niet dat men niet weet wie Paulus is. Over dit kennen gaat het niet. Met een groet op straat -misschien wel dagelijks- kunnen we nog onbekend blijven aan elkaar. Het gaat in het woord onbekend over wel of niet erkennen. Namelijk dat Paulus door God
geroepen is en het Woord van de Heere verkondigt. Het gaat daarin ook om herkenning. Be-amen, dat waar Paulus over spreekt de waarheid is. Een onbekende van Paulus zal dat nooit erkennen. Dat betekent immers geestelijk gezien zijn of haar ondergang, net als bij Paulus. Daar willen ze
nu juist niet aan. Vandaar ook die ergernis! Ook bij u?

Opmerkelijk is dat Paulus juist in zijn verdediging nog een appèl richt tot de gemeente: ‘En wij als medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade Gods niet tevergeefs moogt ontvangen hebben.’ Hij onderbouwt dit appèl vanuit de Schrift (Jesaja 49:8). Hieruit blijkt dat Paulus niet voor
zichzelf strijdt maar wegen zoekt om blijvend de bijbelse boodschap in de gemeente te brengen. Hij gaat ‘gewoon’ door met preken. Dat is ten diepste genade van God om temidden van een gemeente, vol ongeloof en tegenstellingen, Zijn dienstknecht te laten arbeiden, die zelf mag
leven door genade en blijvend het werk van de drie-enige God in het zaligmaken van zondaars verkondigt! Is dat al tot een wonder voor ons geworden?

Toch is er ook vrucht op de prediking. Dat maakt het woordje ‘nochtans’ duidelijk. Er zijn er ook die Paulus wel kennen. Het gaat dan om erkennen en herkenning. Door genade zijn er in de gemeente die de roeping van Paulus erkennen en die zijn boodschap aanvaard hebben. Zij zijn getroffen en neergeveld door de boodschap dat zij voor God niet kunnen bestaan met hun gerechtigheden. Zij hebben gebogen onder de prediking, waarin de noodzaak werd verkondigd van een Middelaar, Die geen zonde gekend heeft en Die God voor ons zonde heeft gemaakt. Hun ogen gingen open voor Gods rechtvaardigheid en dat vóór alles Zijn geschonden deugden verheerlijkt moeten worden. Daar voor ingewonnen te zijn is aan de ene kant de doodsteek aan al het onze. Dan leven we in, tijdelijke en eeuwige straffen verdiend te hebben. Maar aan de andere kant opent het de
zielsogen voor Christus. Zijn gerechtigheid wordt dan dierbaar en gepast: Hij mijn zonden, ik Zijn gerechtigheid. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem! Zo worden wij rechtvaardigheid Gods in Hem: gerechtvaardigd voor God. Zijn gerechtigheid wordt ons dan toegerekend. Zo ontvangen we de genade van God… in Hem! Zo is er ook een band aan elkaar. Zijn wij al een bekende van Paulus?

‘Onbekend, nochtans bekend’, twee meningen over een kind van God die in de wereld rondgaan en tot in de kerk hun sporen trekken. Het is een kenmerk van het geestelijke leven. Niet alleen voor een apostel, of voor een ambtsdrager, maar voor alle kinderen Gods. Naast alle pijn en verdriet die het geeft, vertolkt het vooral de innerlijke gesteldheid. Het is een geestelijke vreugde te mogen weten bekend te zijn bij de drie-enige God. Dan maak je je niet meer druk om wat mensen denken en zeggen. Dan heb je wat te zeggen als onbekend en nochtans bekend!

A. Hoekman
Mijn lijst van booswichten wordt elke dag, dat ik ouder word, kleiner en mijn register van dwazen steeds langer.

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 09 mar 2019 16:35

"Jezus zegt tot hem (Petrus): wie een bad heeft genomen hoeft zich, behalve de voeten, niet meer te laten wassen, nee, die is geheel rein; en jullie zijn rein, echter niet allen! Want Hij heeft geweten wie Hem zou prijsgeven; daarom zegt Hij 'jullie zijn niet allen rein'"

(Johannes 13:10-11 NB).


HIJ TOONT ZIJN LIEFDE (6).


Het is mogelijk aan de hand van deze tekst wonderlijke uitleggingen te bedenken.
Ik wil deze tekst niet proberen in te passen in een bepaald theologisch denkkader.

Jezus antwoordt Petrus heel eenvoudig.
Hij maakt het onderscheid tussen een bad nemen en het wassen van de voeten.

Gewoon alledaags praktisch.
Wat is de gewoonte anno 2019?
Na het opstaan wassen we ons helemaal.
Gewoon aan de kraan of onder de douche.
Een bad nemen gebeurt vaak op bijzondere momenten.
Jezus bedoelt: als wij ons aan het begin van de dag helemaal gewassen hebben, zijn we schoon, rein.
Tijdens de dag krijgen we vuile handen en zeker in die tijd vuile voeten.
Na het naar de toilet gaan, na klusjes, door ons werk.
In die tijd in sandalen lopen op zandwegen.
Dan hoef je niet telkens je hele lichaam te wassen, dan is handen en voeten wassen voldoende.
Hier in Johannes 13: het is nodig vóórdat je aan de tafel gaat liggen éérst jouw voeten te laten wassen. De rest van jouw lichaam is rein.
In onze tijd in onze cultuur is de regel: handen wassen vóór het eten!

Dus Petrus: het gaat Mij om jouw voeten alleen.
Want je hebt jouw hele lichaam al gewassen.
Het gaat mij om de reiniging van jouw dagelijkse handel en wandel.

Ik ken jullie.
Jullie hebben allemaal jullie lichamen gewassen, jullie zijn rein, maar niet allemaal.
En dat zei Jezus, omdat Hij wist dat bij één leerling de uiteenwerper in zijn hart het plan had ontwikkeld Hem uit te leveren (kijk nog eens naar Johannes 13:2).

Die éne was onrein: Judas Simonszoon Iskariot.

Ik heb over deze tekst de merkwaardigste uitleggingen gehoord.
Een bad nemen is geloven in het Woord of gedoopt zijn, een wedergeboren christen zijn.
En een christen hoeft in zijn dagelijks leven slechts zijn dagelijkse tekortkomingen te belijden.

Want door het vergoten bloed van Jezus zijn wij ééns en voor altijd geheiligd.

Mijns inziens kan daar hier nog geen sprake van zijn.
De heilige Geest woont nog niet in elke gelovige of in elke discipel of leerling van Jezus.
Dat gebeurt pas in Handelingen 2 en daarna.
De leerlingen zijn volgelingen van Jezus.
Rein heeft hier te maken met hartsgesteldheid, Jezus volledig leren vertrouwen.
Judas Iskariot, zo blijkt uit de Bijbel, is niet volledig toegewijd.
Hij beheerde de gezamenlijke kas en stal daar regelmatig uit.
En uit teleurstelling is hij al langer bezig om Jezus tegen geld te verraden aan de geestelijke leiders.
Daarom wordt hij onrein genoemd (kijk in Johannes 12:4-6).

(wordt vervolgd)


P Gerrets (emeritus predikant)
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 10 mar 2019 08:01

"Wanneer Hij hun dan de voeten heeft gewassen neemt Hij zijn kleren terug en gaat Hij weer aanliggen; Hij zegt tot hen: herkent ge wat Ik aan u heb gedaan?- gij die Mij 'leermeester' en 'heer' noemt, gij zegt dat, want ik bén dat; als dan ik, de heer en leermeester, ú de voeten was, zijt ook gij verschuldigd elkaar de voeten te wassen; want Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat, zoals Ik aan u gedaan heb ook gij zult doen!"

(Johannes 13:12-14 NB).


HIJ TOONT ZIJN LIEFDE (7).


Wát is er nu eigenlijk gebeurd?
Jezus vraagt het Zijn leerlingen ná de voetwassing. Beseffen jullie wat Ik aan jullie gedaan heb?
Jullie die mij terecht 'heer' en 'leermeester' noemen. En dat bén Ik!

De IK BEN (Jahwe) die mens geworden is in Jezus, die Heer en Meester is, die deed Zijn bovenkleding uit, omgordde Zijn heupen met een linnen doek, werd de slaaf die het meest vernederende werk deed: jullie voeten wassen.
Hij werd de slaaf die ontbrak in de zaal waar het Pésachmaal gegeten zou worden.
En waste de voeten van de altijd beter wetende Petrus, de altijd twijfelende Thomas en van Judas Simonszoon Iskariot in wiens hart de uiteenwerper al bezig was.

God Zélf knielde neer en waste de voeten van deze twaalf mannen die het volledig hadden laten afweten. Die onderweg en zelfs aan déze tafel bezig waren met hun positie in de ogen van Jezus.
Elk van die twaalf wilde niet de voetwasser zijn en niemand vóórkwam dat Jezus het deed.

Dit is de hartsgesteldheid van deze Avondmaalsgangers.
Komende zondag wordt in vele kerken weer Avondmaal gevierd.
Deze week is de Voorbereidingsweek.
We zeggen zo makkelijk, dat we allemaal zondaren zijn tot onze dood.
Het is een holle kreet geworden: ik ben zondaar!
Een zondaar, wij dus, zijn mannen en vrouwen die dingen doen die in Gods ogen verkeerd zijn.
We vergeten dat zondaren en zondaressen ook mannen en vrouwen zijn die dat wat God wil nalaten.
Die we verzuimen.

Hoé is het mogelijk dat er nog Avondmaal bediend wordt?
De Eucharistie gevierd wordt?
Door predikanten en pastors en gemeenteleden dié door-en-door verdorven zijn.
Niemand deugt.
Allen zijn nalatig.
Zelfs wij, die in God geloven, die Jezus 'heer' en 'meester' noemen.
Stel je voor dat God jouw leven vanaf het begin tot op heden op een filmdoek in de kerk zou afspelen?
Ook jouw gedachten en fantasieën?
Ik zou niemand meer onder ogen durven komen.

Jezus vraagt elke Avondmaalsganger, heb je begrepen wat Ik zojuist gedaan heb?
Als Ik, jullie HEER en MEESTER, jullie voeten gewassen heb,
Als Ik er geen moeite mee had mijn positie los te laten,
Als Ik jullie slaaf wilde zijn en jullie voeten heb gewassen,
wáárom kunnen en willen jullie dan elkaars voeten niet wassen?

Jezus stelt zelfs scherp:
"Jullie zijn jullie broeders-en-zusters verschuldigd elkaar de voeten te wassen"
(:14).

Want wat Ik zojuist heb gedaan aan jullie is een voorbeeld, opdat jullie Mij hierin navolgen.

Duidelijk?

In de kerkgeschiedenis is dit voorbeeld niet nagevolgd.
Het verbaast mij, dat we deze praktische voorbeelden dolgraag vergeestelijken.
Terwijl bijvoorbeeld het letterlijk elkaar de voeten wassen of elkaar de handen wassen zó diep ons bewust maakt van de onderlinge gemeenschap, het samen onwaardig zijn, het samen afhankelijk zijn van Gods genade, het nodig hebben van elkaars hulp.

Als God niet door de knieën was gegaan in Jezus en in Zijn lichaam en Zijn bloed dat Hij gaf voor het betalen van onze schuld en onze nalatigheid, onze verzoening met God, wáár zouden wij blijven?

Als wij niet van God in Jezus gediend zijn, gaan wij verloren.

(wordt vervolgd)

P Gerrets (emeritus predikant)
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 3 gasten