Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schott

Berichtdoor Chaya » 11 feb 2015 16:44

Goedertierenheid leidt tot bekering

Of veracht gij de rijkdom Zijner goedertierenheid en verdraagzaamheid en lankmoedigheid, niet
wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? Romeinen 2:4
Wat is de bedoeling in de rijkdom die de Heere schenkt. Waarom is God zo goedertieren? Wat zou
de Heere daarmee bedoelen, dat we iedere dag overladen worden met Zijn gunst?
Dat zegt de Schrift ons ook: opdat de goedertierenheid Gods u tot bekering zou leiden. „Of weet ge
niet”, zegt Paulus, „dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt?”

Daarom schenkt God deze zegeningen. Het is de tijd der genade. De lankmoedigheid van God wijst
erop dat de Heere uitstelt. Ons vonnis ligt klaar vanwege onze schuld en zonde. Maar God heeft
gezegd: Wacht nog even met de volvoering van dat vonnis. Geef de mensen nog gelegenheid in de
tijd van Mijn lankmoedigheid, opdat ze zich zouden bekeren. Opdat het uitgestelde vonnis nog een
afgesteld vonnis zou worden in de weg der bekering.

„Of veracht gij de goedertierenheid Gods, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt?” zegt Paulus. Sommigen menen dat het de angst is en dat het de benauwdheid is die tot bekering leidt. Sommigen dat het de zwaarheid is die tot bekering leidt. Maar o, dan zijn er al zo veel bang geweest, dan zijn er al zo veel geweest die hebben liggen kruipen vanwege de angst voor de straf op de zonde; en dat er nooit wat van terechtgekomen is. Zij zijn die angst toch weer
kwijtgeraakt in de werelddienst of in de godsdienst.

„Neen”, zegt Paulus, „het zijn de goedertierenheden Gods, die u tot bekering leiden.” Zeker, Paulus
zegt ook: „Wij dan, wetende de schrik des Heeren.” O zeker, en de dichter van Psalm 116 moest het beleven en met hem al Gods volk: „Ik lag gekneld in banden van de dood; daar de angst der hel mij alle troost deed missen.”
Zeker, dat is een element dat in de bekering niet gemist kan worden. Het is erg genoeg dat er zo
weinig kennis is aan deze angst der hel. Maar de strafwaardigheid wordt juist erkend in het licht van Gods goedertierenheid. Dan wordt dat een schuld tegenover de liefde Gods. Dan wordt dat een
zonde tegenover een goeddoend God.

Als het niet gezien wordt dat we tegen de goedertierenheden Gods gezondigd hebben, als het alleen
maar angst is voor de dood en de hel, och, dan zal de mens zich nooit bekeren. Een benauwd mens is nog geen bekeerd mens.
In de goedertierenheden Gods, als die hem te sterk worden, ligt de bekering. Als de
goedertierenheden Gods ons eens beginnen te omringen, als we daar eens oog voor mogen
ontvangen, als de liefde Gods ons eens te sterk mag worden, dan kan het niet anders of dan volgt er een onberouwelijke bekering tot zaligheid.
Die goedertierenheid is een leidsman. Die neemt de mens mee in het licht des Geestes naar twee
plaatsen. Die neemt hem mee naar God en naar zichzelf. Want in dat licht gaat hij zien wie God is en wie hij zelf is: een goeddoend God en een slecht mens. Met die twee dingen krijgt ge te doen in de weg der bekering.
Dan is het de liefdestem
Gods die in het hart begint te knagen, als de Heere zegt: „Wat heb Ik u
misdaan? O betuig tegen Mij.” Heb Ik u ooit kwaad gedaan, dat ge zo de rug tot Mij keert? En daar
wordt het gezien dat God nooit dan goed heeft gedaan en dat wij nooit dan kwaad hebben gedaan.
Daar wordt de mens schaamrood tegenover God. Daar wordt hij een gebrokene van hart. Daar wordt hij vernederd. Daar wordt hij vertederd onder de goedertierenheden Gods. Daar wordt het: nooit heeft iemand zo veel kwaads tegen zo veel goeds bedreven.

Paulus zegt: „Opdat het mag leiden tot bekering”, namelijk om te zien wie God is en wie we zelf
zijn. Dan wordt hij schuldig, dan wordt hij strafwaardig. De straf kan de mens niet bekeren, maar de strafwaardigheid brengt de mens tot bekering. Dan wordt het: wie ben ik, wie ben ik? Jakob zegt bij al zijn zegeningen: ik ben geringer dan al deze weldaden. Met andere woorden: ik ben er te gering voor, ik ben er te slecht voor. Dan komt de mens op de plaats, in de weg van de ootmoed. Dan moet hij het verliezen van de goedertierenheden des Heeren. Kijk, dat is de bedoeling Gods, dat de goedertierenheden des Heeren ons tot bekering mogen leiden.
Want de Heere geeft geen stukje brood in onze mond of Hij zoekt daarin onze bekering. Is dat niet
een wonder? U zou denken dat God de mens moet navolgen met de ene ramp na de andere. In plaats daarvan gaat de Heere ons nawandelen met Zijn goedertierenheid. Kijk, daar staan we voor, voor deze verantwoording, want de Heere wacht tot het eens dankdag in ons leven zou worden. De Heere wacht op een plaats van berouw.

God wacht op onze ootmoed, op onze vernedering, op onze vertedering onder Zijn goedheid. Dat is
ootmoed. Want er is nooit een waarachtig danken zonder ootmoed. Dat is de bekering: als God ons
te sterk wordt in Zijn bemoeienissen, waarmee Hij ons overlaadt; als we niet meer tegen de liefde
Gods op kunnen. Dan houdt de klacht op. Dan wordt er nog wel geklaagd, maar dan wordt het: „Wat klaagt dan een levend mens? Een ieder klage vanwege zijn zonden.” Dan klagen we niet meer over de omstandigheden, niet meer over God, maar dan leren we klagen over onszelf.

Dan is een dankdag niet gebonden aan voorspoed, dan kan het zelfs dankdag zijn op het ziekbed,
dankdag in de tegenspoed. Want om eens echt dankdag te houden is er maar één ding nodig en dat
is: te zien wie we zelf zijn tegenover God. Dan wordt het: „Heere, ik ben niet waardig dat Gij onder
mijn dank inkomt. Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens.” Dan worden we rechteloze
mensen.

Als de goedertierenheden Gods ons niet bekeren kunnen, dan moeten we er niet op rekenen dat er
nog iets anders is dat ons bekeren moet. Dan moet ge niet menen dat het nog langs een andere weg moet. Als Gods liefde ons niet breken kan, is er niets anders dat ons tot bekering kan brengen. Dan kunt ge het overal in zoeken en dan kunt ge het overal van verwachten.
De bekering ligt in de gewone dagelijkse dingen, waarin God ons te sterk moet worden. Onze grote
fout is dat we de bekering te veel zoeken in de theorie en in een diepgang die van onszelf is. Maar
om eens echt schuldenaar onder God te worden, dat ligt zo eenvoudig. Wanneer men als het ware
geconfronteerd wordt met de meest gewone dingen, met de kleinigheden die men van God mag
ontvangen, dat God de mens te sterk wordt in Zijn liefde.

Wie kan het tellen, al het kwaad dat we bedreven hebben? En daartegenover al het goede van de
Heere ontvangen. O, dat we dan niet in de gaven eindigen mogen, maar in de Gever. Dan staat u niet als een farizeeër te danken in de tempel. Want wanneer het eens echt dankdag mag zijn, uit de ootmoed geboren, neen, dan staat u niet rechtop, maar dan wordt u een verbrokene van hart. En een verbrokene van hart wil God niet verachten.

ds. F. Bakker
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 28 feb 2015 14:01

Verraderskus

„En terstond komende tot Jezus, zeide hij: Wees gegroet, Rabbi! en hij kuste Hem".
Matthéüs 26:49

Zonder twijfel wilde Judas, als ware hij ontroerd over het gevaar dat de Meester dreigde, bij deze woorden een gevoel van medelijden veinzen. Daarom wordt deze uitroep bij Markus, als van iemand die hevig bewogen is, herhaald: Rabbi, Rabbi. Want al bracht de Majesteit van Christus hem in de engte, toch had de satan zijn gemoed zodanig betoverd, dat hij meende dat zijn verraad door een kus en vleiende woorden genoegzaam bedekt zou blijven.

Deze begroeting of uitroep moest derhalve dienen om medelijden voor te wenden. Ditzelfde denk ik ook van de kus; want al was het bij de joden gewoonte dat vrienden elkaar met een kus ontvingen, toch geeft het nu de schijn, dat Judas, omdat hij pas even tevoren zich van Christus verwijderd had ais ware hij plotseling door het gevaar waarin deze verkeerde verschrikt, de Meester nog een laatste kus wil geven.

Johannes Calvijn 1509-1564
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 07 mar 2015 12:24

Plechtige daad

„En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het, en gaf het de discipelen en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam".
Mattheüs 26:26

Hij nam het brood dat daar gereed voor de hand lag, geschikt tot het doel. Waarschijnlijk was het ongezuurd brood; daar dit echter niet bijzonder vermeld wordt als iets van groot belang, zijn wij hier niet gebonden, zoals sommigen van de Griekse Kerk er zich door gebonden achten.
Dat nemen van het brood was een plechtige daad, en geschiedde waarschijnlijk op zulk een wijze, dat het de opmerkzaamheid trok van hen, die mede aanzaten, zodat zij verwachtten, dat er iets meer dan gewoons mee gedaan moest worden.
Aldus was de Heere Jezus in de raad der goddelijke liefde afgezonderd, om onze verlossing te werken.

Matthew Henry
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 11 mar 2015 11:32

Onderzoekt uzelf of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf.” 2 Korinthe 13:5

„Kent gij uzelf niet, dat Jezus Christus in u is? Tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt.” Door een ernstig onderzoek van de eigen staat kan een mens weten of hij geloof heeft of niet, of hij de bruid van Christus is of het eigendom van satan, of er een werk van genade in zijn hart is of niet.

Het komt zeker niet overeen met de heerlijke wijsheid, de onbevlekte rechtvaardigheid en de overtreffende heiligheid van God om mensen aan te sporen tot het gebruik van middelen om een doel te bereiken als dat doel door de bevolen middelen niet bereikt kan worden (Exodus 15:11).

Iemand die slechts een vonk heeft van die wijsheid, rechtvaardigheid en heiligheid die in God is, zal niets verwachten van het gebruik van middelen tot verkrijging van gezondheid, rijkdom of dergelijke, tenzij er een redelijke verwachting is door het gebruik van die middelen zijn doel te bereiken.

Zou God, Die wijsheid, rechtvaardigheid en heiligheid in Zichzelf is, die dan wel voorschrijven? Zeker niet. God is één oneindige volmaaktheid in Zichzelf. Hij is een Voorbeeld van alle volmaaktheid waarnaar mensen moeten leven. Daarom is het onmogelijk dat God zou handelen beneden het niveau van het schepsel. Dat zou Hij doen als Hij een mens zou aanzetten tot het gebruik van middelen die het doel –waartoe de middelen waren voorgeschreven– niet konden bereiken.

Thomas Brooks, predikant te Londen
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 14 mar 2015 13:59

De Heere Jezus Christus verduurde door Zijn dood de straf die ons toekwam. Hij „werd een vloek voor ons gemaakt". De toorn des Almachtigen, die ons toekwam, viel in al zijn verpletterende zwaarte op Zijn gezegend hoofd neder, toen Hij onze zonden in Zijn eigen lichaam droeg op het hout, want „de Heere heeft onzer aller ongerechtigheden op Hem doen aanlopen".

Maar er is nog een andere reden, waarom de gezegende Heere genoodzaakt was om te sterven. Niet alleen is het nieuwe verbond een verbond in de strikste zin van het woord, dat is, een verdrag of overeenkomst, maar het is ook, gelijk het Griekse woord betekent, een laatste wil of testament.
Nu weten wij dat een laatste wil, gelijk de apostel redeneert, ,,zonder kracht is zolang de testamentmaker leeft". Waar dan een testament is moet noodwendig de dood van de testamentmaker tussenbeide komen.

Dit is niet alleen een beginsel der wet, maar van het gewoon verstand. Het boek dat wij in handen hebben wordt het „Nieuwe Testament" geheten, zijnde de laatste wil van Jezus aan de Gemeente. Maar om dien wil van kracht te doen zijn moet de Testamentmaker sterven.

J. C. Philpot (1802-1869)
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 24 mar 2015 14:22

Daar stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een spons met edik, en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan Zijn mond".
Johannes 19:29

Met edik wilden zij de Heere laven, met onreine edik, toen Hij luid klaagde: Mij dorst! Ach! sinds de vorige avond had Hij niet één dronk water genoten in al Zijn bittere benauwdheden. Niet waar? elk waarachtig kind van God weet het maar al te goed, dat het in de verschrikkingen Gods haast geen seconde uit te houden is, en in de nood, in de bange strijd die de Heere te strijden had, had Hij geen enkele druppel water tot lafenis.
En nochtans! Hij wil Zich niet wreken aan hen die Hem al dat lijden, al dat leed berokkend hebben! „Wat Ik redden wil, zal nochtans gered zijn, al mishandelt het mij en slaat mij in ''t aangezicht, en aan het licht zal komen wat sterker is, des mensen verkeerdheid, of de vrijwillige, souvereine liefde Gods". Maar de mensen bespotten Hem.
Ha! roepen zij, wacht, laat ons zien of Elias komen zal, om Hem te helpen! en nochtans neemt Hij die dronk onreine edik van diezelfde spotters aan. Mijne lezers! Hebt gij wel eens gelezen van de rijke man, die in de vlammen der hel luid riep om één droppeltje water, maar het niet kon krijgen? Geef de Heere toch hart en hand, gij mensenkind! opdat ook gij niet eens moogt schreien en roepen om één droppeltje water, maar dat niet zult kunnen bekomen.

Dr. H. F. Kohlbrugge (1803-1875)
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 31 mar 2015 14:31

Waarschuwing
,,En in zwaren strijd zijnde, bad Hij te ernstiger. En Zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, die op de aarde afliepen".
Lukas 22:44

Tot uw schande, en tot schaamte over uw naaktheid, zult gij, die de Zaligmaker hebt veracht, voor eeuwig een schouwspel worden van de gerechtigheid van God. Het is rechtvaardig dat het zo zal zijn, de gerechtigheid eist dit recht.
De zonde maakte dat de Zaligmaker een zware strijd moest ondergaan, zal zij u dan niet doen lijden?
Bovendien hebt ge aan uw zonde toegevoegd dat ge de Zaligmaker hebt verworpen. Ge hebt gezegd: ,,Hij zal niet mijn hoop en vertrouwen zijn". Vrijwillig, vermetel, en tegen uw eigen geweten in, hebt ge het eeuwige leven afgewezen.

En als ge sterft in de verwerping van de genade, wat kan daarvan anders komen dan dat eerst uw zonde, en ten tweede uw ongeloof u zullen veroordelen, tot een grenzeloze of eindeloze ellende.
Laat Gethsemané een waarschuwing voor u zijn, en Zijn zuchten en tranen, en bloedig zweet u vermanen! Heb berouw over de zonde, en geloof in Jezus!
Moge de Geest van God u daartoe bekwamen om Jezus'' wil.
Amen.

Ds. C. H. Spurgeon
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 25 apr 2015 15:49

En de zon hij door Pniël rees hem op, als gegaan was; en hij was hinkende aan zijn heup". Genesis 32:3

Het is bekend hoe Jakob in de nacht totdat de dageraad aanbrak, aan de beek Jabbok geworsteld, hevig geworsteld heeft met een Man Die hij gekend heeft als de Uitdeler van alle zegen en van alle genade; met een Man Wiens Naam te groot Is dan dat een sterveling die met de oren zou kunnen vernemen, Wiens genade en macht een hulpbehoeftige evenwel in zulk een mate ondervindt dat hij in elke uitredding de heerlijkheid van deze Naam aanschouwt.

Het is u bekend dat die Man tot hem gezegd heeft: „Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israël, want gij hebt u vorstelijk gedragen met God en met de mensen, en hebt overmocht" (Genesis 32:28). Het is u bekend dat Jehovah, want dat was de Man Die met Jakob worstelde, hem gezegend heeft, en dat de aartsvader daarop de plaats waar Jehovah met hem geworsteld had Pniël heeft geheten: „want, zeide hij, ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel is gered geweest" (vers 30).
Zo betekent dan Pniël: Aangezicht Gods. Als nu Jakob, zo staat geschreven, door Pniël gegaan was, rees hem de zon op; en hij was hinkende aan zijn heup.

Dr. H. F. Kohlbrugge (1803-1875)
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 06 jun 2015 10:31

En palmtakken waren in hun handen Openbaring 7:9c

Het strijdperk van de christen is hier op aarde; de zegevierende intocht boven in de hemel. Hier is het land van zwaard en speer, en ginds het land van lauwer en kroon. Hier is het land van de met bloed en stof bedekte kleren, ginds het land van vrolijk trompetgeschal, van de witte klederen en het gejuich van de overwinning.

O, wat een vreugde zullen de gezaligden beleven wanneer hun overwinning volkomen zal zijn in de hemel, wanneer zelfs de dood, de laatste vijand, verslagen zal zijn en satan als een gevangene aan de zegekar van Christus gebonden zal zijn, wanneer het gejuich van een algemene overwinning uit de harten van alle verlosten zal opstijgen. Wat een vreugde zal dat zijn!

Reeds hier kennen wij iets van de vreugde van de overwinning. Hebt u ooit geworsteld tegen het boze hart en uiteindelijk overwonnen? Hebt u ooit te kampen gehad met sterke verzoeking en geweten wat het zeggen wil met dankbaarheid te zingen: Mijn voeten waren bijna uitgeweken, maar Uw genade, o Heere! heeft mij gered?"

Hebt u ooit, als de christen bij Bunyan, Apollion te bestrijden gehad, en hem na een krachtig verzet op de vlucht gejaagd? Dan hebt u een voorproefje gehad van de hemelse triomf, een denkbeeld van wat de laatste overwinning zal zijn. God geeft u deze gedeeltelijke overwinningen, opdat zij u herinneren aan de toekomstige. Ga voort en verover en laat elke zege, hoewel steeds moeilijker te behalen, u een onderpand zijn van de zege van de hemel!

Ds. C. H. Spurgeon Londen (19 juni 1834-31 januari 1892)
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 27 jun 2015 08:47

Volhardt in het gebed
Romeinen 12: 12c

Geef nooit de gebeden op die Gods Geest in uw hart heeft gelegd —want bedenk dat datgene waarom u gevraagd hebt waard is om op te wachten. Bovendien, wanneer u bidt, bent u een bedelaar en mag u dus nooit de tijd uitkiezen waarop God u verhoren zal. Bekijkt uzelf vanuit het juiste oogpunt, dan zult u zeggen: „Het is al een wonder dat Hij naar mij hoort, onwaardige die ik ben! Luistert de Oneindige werkelijk naar mij? Mag ik hopen dat Hij mij uiteindelijk verhoren zal? Dan mag ik wel blijven bidden".

Bedenkt dat het uw enige hoop is. Er is geen andere Zaligmaker, Deze of niemand, het bloed van Christus of anders de eeuwige vervloeking! En tot wie wilt u gaan als u zich van Hem afkeert? Is er ooit iemand verloren gegaan die om genade smeekte? Daarom blijf bidden!

Bovendien, anderen hebben ook moeten wachten; koningen, aartsvaders en profeten hebben gewacht, daarom hoeft u niet te klagen wanneer u hetzelfde overkomt. Het is een eer als Mordechaï aan de poort des konings te zitten. Blijf maar bidden, en wacht!

C. H. Spurgeon (19 juni 1834-31 januari 1892)
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 17 jul 2015 12:12

2 Kronieken 13 vers 1-18

Abía was niet de slechtste van de koningen van Juda; hij was zeker ook niet de beste. Het boek der Koningen maakt duidelijk dat hij geen godzalig man was, en toch vindt u hier dat de Heere hem eer bewijst en zijn gebed hoort en verhoort.
Als dit zo was met een mens die de Heere slechts vormelijk eerde, hoeveel te meer is er bemoediging voor het volk des Heeren die Hem in waarheid kennen, Hem liefhebben en op Hem vertrouwen!

Nu, koning Abía stond voor een onmogelijke zaak. Jeróbeam kwam met een groot leger tegen hem op en het was tweemaal zo groot, en ons wordt gezegd dat het kloeke helden waren. Dus de zaak was werkelijk onmogelijk, maar Abía wist dat zij het recht aan hun zijde hadden, en hij geloofde dat zij God aan hun zijde hadden, en hij riep tot de Heere omdat alles verkeerd leek te gaan. Het leek dat zij zeker verslagen zouden worden. Hij riep tot de Heere en onverwachts verkregen zij deze heerlijke overwinning.

Juist aan het einde vinden we deze opmerkelijke uitspraak dat zij machtig werden, dewijl zij op den HEERE, hunner vaderen God, gesteund hadden.
Dus slechts dit kleine punt, maar het is een voornaam punt; het is een wezenlijk punt: steunen op de Heere. Dat is het wat ware godsdienst altijd doet. Valse godsdienst steunt op iets anders, en vaak op zichzelf. De natuur van het ware door God gegeven geloof is te steunen op de Heere, te steunen op Zijn belofte, te steunen op Zijn genadig vermogen om te verschijnen, te steunen op Zijn getrouwheid.

En vanzelf, er zijn zoveel verschillende kanten aan. Een ervan is, als we vanavond voor het gebed samenkomen, op wie zien wij? Waarop steunen wij? In onze gebeden, hardop of stil, steunen wij dan op de Heere om deze gebeden te horen en te verhoren? Vervolgens de grote zorg over onze zonden, onze zielen en de eeuwigheid, en waar steunen wij op? Een van de gezangen voor kinderen in het gezangboek voor de zondagsschool eindigt met: “Steunend op het bloed van Christus.” Maar de trotse natuur zal op iets anders steunen, doch het is het werk van de Heilige Geest om ons als zondaren, gevoelende onze nooddruft, daar te brengen dat wij geheel rusten op Christus, leunen op de verzoening, steunen op Zijn dierbaar bloed en daarop alleen.

En vervolgens deze zaak van de verlossing. Er was hier een grote verlossing. Abía had verlossing nodig, Juda had verlossing nodig en God alleen kon hen verlossen. En zij riepen tot de Heere om hen te verlossen en Hij deed het.
Welnu, het is die hulp die we nodig hebben in zovele dingen in ons leven, in uw en mijn leven, als we denken aan morgen en de komende dagen: staande gehouden te worden, geleid te worden, bestuurd te worden, doorgeholpen te worden en de verlossing te verkrijgen.

Deze man, Abía, zal geen vreemdeling geweest zijn[2] van de woorden van zijn overgrootvader David: En roep Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren. Maar er zijn zaken die velen onder u tegenwoordig hebben in uw leven: in uw huis en uw gezin, uw zorgen met
andere mensen, uw gezondheid en de gezondheid van hen die u liefhebt, moeilijkheden, het zoeken om de wil van de Heere te mogen weten, plannen voor de toekomst – al deze verschillende dingen.

Welnu, ik stel u slechts de ene vraag: waar steunt u op? Ik weet dat wij vaak denken dat we op de Heere steunen, maar er is zo vaak veel van onszelf bij. Mochten wij allen vanavond bemoedigd worden door dit opmerkelijk verslag. Het scheen, zoals ik u in het begin erop wees, dat hij geen godzalig man was, en toch steunde hij hierin op de Heere. Hoeveel te meer dan degenen die de Heere en Zijn Naam liefhebben en
vrezen!

Welnu, wanneer we onze weg vervolgen, moge het zijn in deze gestalte. Onze gezangdichter drukt zich zo uit: “Leunende op algenoegzame genade”. Dat is: steunend op de Heere en op Hem alleen. Wat lazen we? Zij werden machtig, dewijl zij op den HEERE, hunner vaderen God, gesteund hadden.

Steunen op de Heere ds. B. A. Ramsbottom te Luton
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 04 aug 2015 14:55

„Waarom het noodzakelijk was dat ook Deze wat had dat Hij zou offeren.”
Hebreeën 8:3b

Wat de slachtoffers betreft: zij die op het geelkoperen altaar werden opgeofferd, kunnen wij in zes soorten verdelen: brandoffers, spijsoffers, zondoffers, schuldoffers, vuloffers en dankoffers.
Deze waren door twee bijzonderheden van de andere offers onderscheiden: zij waren brandoffers die geheel of ten dele werden verbrand en zij waren het meest heilig. Zij werden dus onderscheiden van de hefoffers en beweegoffers, die niet met vuur verbrand werden en niet „het heiligst” waren, maar die, zoals de naam aangeeft, „heilige lofzangen” genoemd werden, daar zij voor het merendeel vrijwillige dankoffers waren.

Deze offeranden bestonden uit dieren en vogels. Van de dieren werden drie soorten in de slachtoffers opgeofferd: één uit het vee, namelijk de jonge stier, en twee uit de kudde, namelijk het schaap en de bok. Van de vogels werden twee soorten gebezigd: tortelduiven, jonge duiven, en in
geval van de reiniging der melaatsen mussen.

Van al deze offerdieren was het nodig dat zij van het mannelijk geslacht waren, behalve het zonden schuldoffer, en dat zij zonder gebrek
waren. Daardoor werden de bekwaamheid en de onbevlektheid van de Heere Jezus als Priester en Offer afgeschaduwd.

J. C. Philpot, predikant te Stamford
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 28 dec 2015 15:23

Nooit te oud

De christen sterft nooit te laat. Die oude vrouw is 80 jaar oud. Zij zit in een ellendige kamer, bevend bij een handvol vuur. Zij wordt door de liefdadigheid onderhouden. Zij is arm en ellendig. Iedereen zegt: waartoe is zij nut? Vroeger is zij mogelijk van enig nut geweest; maar zie haar nu eens aan! Zij kan ternauwernood eten en haar voedsel moet haar in de mond gestoken worden. Zij kan niet lopen. Wat voor nut heeft haar leven nog?

Keur het werk van uw Meester niet af. Hij is een te goede Landman om Zijn tarwe te lang op het veld te laten staan. Ga haar eens bezoeken en u zult beschaamd worden. Laat haar spreken, en zij zal u dingen vertellen, die u gedurende uw hele leven vreemd bleven. Of, als zij niet meer spreken kan, dan zal haar stille, opgeruimde onderwerping u leren, hoe ook gij u onder het lijden te gedragen hebt; zodat er toch iets is, dat u nog van haar leren kunt.

Zeg niet: het oude blad hangt te lang aan de boom. Een insect kan zich nog daarin ontwikkelen en er zijn woning maken. Nee, zeg niet: het dorre blad moest reeds lang zijn afgevallen. De tijd zal komen, dat het zachtjes op de grond zal vallen, maar ook dan nog blijft het liggen, om de onnadenkenden te waarschuwen tegen de broosheid van het leven.

C.H. Spurgeon
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 27 feb 2016 11:20

Zal ook een Moorman zijn huid veranderen, of een luipaard zijn vlekken? Zo zult ook gijlieden goed doen, die geleerd zijt kwaad te doen.
Jeremia 13 vers 23

De mens, wie hij ook is, kan wat zijn zaligheid en de kennis van God betreft, niet zien. Zijn ogen zijn door blindheid gesloten. Hij zit in de duisternis, dat is in de meest volslagen onwetendheid omtrent het licht, omtrent de kennis der zaligheid. Hij is van die kennis verwijderd als door een wijde kloof. Hij kan en zal zich ook tot het licht niet wenden, omdat hij er geen begrip van heeft.
Hij heeft dus bij alle verstand, wijsheid en begrip aangaande het natuurlijke, volstrekt geen verstand, wijsheid of begrip omtrent zijn wezenlijk geluk, en kan dus met zijn verstand niets vatten, dan wat aards of duivels is.

Verder: de mens, wie hij ook is, kan wat zijn zaligheid, wat God, zijn hoogste goed, aangaat, met al zijn wilskracht niets willen. Hij heeft geen wil, die iets uitrichten kan. Hij is in de macht van satan, dus in het geheel niet vrij om te kiezen. Hij is een slaaf, lijfeigene en gebondene van satan, die hem vasthoudt in zijn wil. En hij heeft evenmin een wil, als satan hem opzet in vijandschap tegen God, zodat hij zich tot God niet wenden kan en ook niet wenden wil.
Hij heeft dus bij alle wil en wilskracht in het natuurlijke, volstrekt geen wil tot wat God wil, en kan dat niet willen. Elk mens, wie en wat hij ook is, moet eerst geopende ogen ontvangen om te zien, dat hij niet ziet; om te zien, dat hij zich in duisternis en in de meest onzalige onwetendheid bevindt aangaande de kennis van God en de zaligheid van zijn ziel.

Elk mens, wie en wat hij ook is, die niet van de duisternis tot het licht, van de macht van satan tot God bekeerd is, heeft geen vergeving van zonden. Zijn zonde en schuld liggen voor zijn eigen rekening; hij ziet maar hoe hij genoegdoening en betaling aanbrengt. Hij heeft geen erfdeel met hen die zalig worden. Hij hoeft er niet aan te denken, dat hij in de hemel zal komen, waar God woont. Hij kan veeleer ervan verzekerd zijn, dat zijn deel eeuwige rampzaligheid met de satan in de eeuwige duisternis zal zijn.

Vergeving der zonden, het eeuwige erfdeel onder alle geheiligden van de Heere Jezus, verkrijgen wij niet doordat wij geopende ogen ontvangen, tot het licht komen, of tot God bekeerd worden. Vergeving der zonden en het erfdeel komt van God. De bekering is het gebracht worden tot God. En als men tot God gebracht is, dan is de vergeving van zonden en het erfdeel een geschenk van vrije goedheid.

H.F. Kohlbrugge
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Johan100 » 28 feb 2016 23:00

Andere schapen en één kudde

C.H. Spurgeon

Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde, en een Herder. Johannes 10 : 16.

Dit vers is van voren en van achteren bewaakt door twee merkwaardige verklaringen. In het voorgaande vers horen wij de Meester zeggen: "Ik stel mijn leven voor de schapen"; en onmiddellijk daarna vinden wij een andere betekenisvolle zinsnede: "Daarom heeft mij de Vader lief, overmits ik mijn leven afleg, opdat ik hetzelve wederom neme." De eerste stelling: "Ik stel mijn leven voor de schapen", is het plechtanker van ons betrouwen, als het schip der kerk door storm wordt belopen. De Heere Jezus heeft door zijn dood zijn liefde voor zijn volk bewezen; en zijn besluit om hen zalig te maken wordt duidelijk, doordat Hij zijn leven voor hen geeft. Daarom moeten twijfel en vrees uit het hart worden verbannen, en tot zelfs het woord "wanhoop" moest onder het Israël Gods onbekend zijn. Thans zijn wij zeker van de liefde van Gods Zoon voor zijn uitverkoren kudde; want wij hebben er een onfeilbaar bewijs voor in het afleggen van zijn leven voor hen. Nu zijn wij er ook volstrekt zeker van, dat Christus' voornemen eeuwig is. Het kan niet veranderen; de Heere Jezus heeft zich onherroepelijk verbonden om dat voornemen tot stand te brengen, want de prijs is betaald, en de daad is geschied, waardoor dit voornemen ten uitvoer moet worden gebracht. Hierdoor is er geen schaduw van twijfel overgebleven, dat het goddelijk raadsbesluit uitgevoerd zal worden, want het is onmogelijk, dat Christus te vergeefs zou zijn gestorven. Wij achten de veronderstelling, dat zijn bloed nutteloos gestort werd, een Godslastering te zijn. Wij zijn er volkomen van overtuigd, dat alles wat tot stand gebracht moest worden doordat de Zone Gods zijn leven heeft afgelegd, in weerwil van alle tegenstanders ook ten volle tot stand gebracht zal worden; want wij spreken thans niet van de plannen van de mensen, maar van Gods raadsbesluit, waaraan Hij het hartebloed van zijn eniggeboren Zoon gewijd heeft. Geduldig hopen wij, en rustig wachten wij om de zaligheid Gods te zien en de uitvoering te zien van al zijn voornemens der liefde; want die dood aan het kruis is een oorzaak, die buiten alle twijfel haar uitwerking teweeg zal brengen. Christus is niet door een toeval gestorven. De veronderstelling, dat de Zaligmaker teleurgesteld kan worden in de gevolgen van zijn bloedstorting, kan geen ogenblik worden geduld. In de donkerste tijden straalt dat glorierijke kruis van licht. Generlei kwaad kan er de kracht en uitwerking van beletten. Indien Jezus zijn leven gesteld heeft voor de schapen, dan is alles wel. Houdt u verzekerd van de liefde van de Vader voor deze schapen; houdt u verzekerd van de onveranderlijkheid van Gods raadsbesluit over hen; houdt u verzekerd, dat dit raadsbesluit ten uitvoer zal worden gebracht. Het moet niet, het zal niet geschieden, dat Gods eigen Zoon tevergeefs zijn leven heeft afgelegd. Al zouden hemel en aarde voorbijgaan, het dierbaar bloed van de Zoon van God zal datgene tot stand brengen, waartoe het zo gewillig gestort werd. Jezus zegt: "Ik stel mijn leven voor de schapen", daarom moeten de schapen leven, die tot zulk een prijs zijn gekocht; en in hen zal de Herder om de arbeid van zijn ziel het zien en verzadigd worden. Dat is de bemoediging, die wij ontlenen aan het vers, dat aan onze tekst voorafgaat; en er als het ware er de voorhoede van vormt.

Maar, alsof het arme, beangstigde volk van God toch soms in de waan zou kunnen verkeren, dat Christus' voornemen niet tot stand zou worden gebracht, zien wij in de achterhoede van de tekst nog een andere uitspraak: "Daarom heeft mij de Vader lief, overmits ik mijn leven afleg, opdat ik hetzelve wederom neme. Hij, die stierf, en aldus zijn volk tot een dure prijs gekocht heeft, leeft, opdat Hij persoonlijk zou kunnen zien, dat zij ook verlost zijn door kracht. Als iemand sterft, om een voornemen, een plan tot stand te kunnen brengen; dan gevoelt gij er u van verzekerd, dat zijn gehele ziel in dat voornemen geweest moet zijn. Maar als die mens zou opstaan uit de doden, en met zijn plan nog zou voortgaan, dan weet gij voorzeker hoe vastbesloten hij is om zijn voornemen ten uitvoer te brengen. Indien hij opstond met groter macht, bekleed met een hogere rang, verheven tot een hogere positie en indien hij dan nog zijn groot doel nastreeft, dan zoudt gij nog meer zeker zijn van zijn vast besluit om zijn voornemen te volvoeren. In het verrezen leven van Jezus wordt de zekerheid dubbel zeker: nu zijn wij er van overtuigd, dat zijn plan uitgevoerd zal worden, en dat niemand of niets het kan verhinderen. Wij durven de gedachte niet koesteren, dat de Zone Gods teleurgesteld kan worden in het doel, waarvoor Hij is gestorven, en waarvoor Hij wederom leeft. Indien Jezus voor een doel is gestorven dan zal dat doel tot stand komen; indien Jezus eeuwig leeft voor een doel, dan zal Hij het teweeg brengen. Voor mij is die gevolgtrekking onbetwistbaar; en indien dit zo is, dan is het lot der schapen ook niet van een toeval afhankelijk. Heeft Paulus niet enigszins dezelfde redenering gevolgd, toen hij zei: "Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door de dood van zijn Zoon, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door zijn leven?"

Indien iemand van u terneergeslagen werd door moeilijkheden, waarmede gij heden te worstelen hebt, zo laat deze twee grote, verheven teksten hun zilveren bazuinen in uw oren doen weerklinken. Indien gij ten venster hebt uitgezien, en het uitzicht bovenmate somber hebt bevonden, zo vat moed, bid ik u, uit hetgeen uw Heere heeft gedaan; zijn dood en zijn opstanding zijn profetieën van goede dingen, die staan te komen. Gij durft niet denken, dat Christus het doel, waarvoor Hij gestorven is, zal missen. Gij durft niet denken, dat Hij het doel van zijn glorierijk leven niet zal bereiken; waarom zijt gij dan terneergeslagen? Zijn wil zal geschieden op aarde gelijk als in de hemel, zo gewis als Hij van de hemel op aarde is gekomen, en van de aarde naar de hemel is weergekeerd. Even zeker als Hij gestorven is en wederom leeft, even zeker zal zijn voornemen tot stand komen. Is dit niet de verborgen reden, waarom Hij, toen Hij aan zijn treurende dienstknecht Johannes is verschenen, tot hem gezegd heeft. "Ik ben de eerste en de laatste; en die leef, en ik ben dood geweest; en zie, ik ben levend in alle eeuwigheid. En ik heb de sleutels van de hel en van de dood?" Is niet de stervende en daarna wederom levende Herder de veiligheid en de heerlijkheid van zijn kudde? Daarom vertroost elkander met deze woorden van uw Heere: "Ik stel mijn leven voor de schapen": "Overmits Ik mijn leven afleg, opdat ik hetzelve wederom neme."

I.

Er zijn in de tekst zelf vier dingen, die uw aandacht verdienen, omdat zij vol van vertroosting zijn voor hen, wier hart ontroerd is door het kwaad van de gevaarlijke tijden, waarin wij leven. Het eerste is: -ONZE HEERE JEZUS CHRISTUS HEEFT ONDER DE ONGUNSTIGSTE OMSTANDIGHEDEN EEN VOLK GEHAD. Als Hij spreekt van "andere schapen", dan ligt hierin opgesloten, dat Hij toen zekere schapen had; en als Hij zegt: "Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn"; dan is het duidelijk, dat de Goede Herder ook toen een stal had. De tijden waren zeer boos en donker, maar enkele trouwe harten verenigden zich rondom de Zaligmaker; en door zijn goddelijke almacht werden zij beschermd als in een "stal." Men heeft verondersteld, dat onze Heere met de woorden "deze stal" of kudde zinspeelde op de Joden; maar de Joden, als zodanig, zijn nooit Christus' stal geweest. Hij kon de Joden, door wie Hij omringd was, niet bedoeld hebben, want een weinig verderop roept Hij: "Gijlieden gelooft niet, want gij zijt niet van mijn schapen, gelijk Ik u gezegd heb." Zijn stal, of kudde, was het kleine handjevol van Zijn discipelen, die Hij door zijn persoonlijke arbeid bijeen had vergaderd, en die als een kudde rondom de goede Herder stonden. Men kon op hen smalen als op een zeer klein gezelschap; maar tot zijn vijanden, die schuimende van woede buiten staan, zegt Hij: "Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; gij kunt ze niet zien; maar niettemin heb Ik ze; deze moet Ik ter bestemder tijd leiden, en dan zal het worden één kudde en één Herder."



Eindelijk: ONZE HEERE waarborgt de eenheid van zijn gemeente. "Deze moet ik óók toebrengen; en zij zullen mijne stem horen; en het zal worden één kudde en één herder." Wij horen zeer veel over de eenheid van de kerk, en de denkbeelden hieromtrent zijn wel enigszins buitensporig. Wij moeten de Roomse en de Griekse en de Anglicaanse kerk allen in één verband hebben. Indien dit geschiedde, het resultaat ten goede zou geen penning waard zijn; maar wèl zou er veel kwaad uit voortkomen. Ik twijfel niet, of God heeft onder deze drie grote kerkelijke lichamen zijn verkoren volk; maar de vereniging van deze organisaties zou een onheilspellend teken van kwaad zijn voor de wereld: de duistere eeuwen met een erger pausdom dan ooit te voren zouden spoedig over ons komen. Hoe meer deze drie met elkander twisten, hoe beter het is voor waarheid en gerechtigheid. Ik zou gaarne zien, dat de Anglicaanse Kerk in heftige vijandschap stond tegenover de Roomse Kerk, en al sterker en sterker in openlijk verzet kwam tegen haar bijgeloof. Gave God, dat de landskerk in alle dingen verlost mocht worden van de Paus van Rome en zijn antichristelijke gruwelen.

Voorwaar, dit is ten uitvoer gebracht als een feit. Er is nooit anders dan één Herder van de schapen geweest, namelijk Jezus Christus; en er is nooit anders dan één kudde Gods geweest; en er zal ook nooit een andere zijn. Er is één geestelijke kerke Gods, en er zijn er nooit twee geweest. Al de zichtbare kerken in de wereld bevatten delen in zich van die éne kerk van Jezus Christus; maar nooit zijn er twee lichamen van Christus geweest, en die kunnen er ook niet zijn. Er is één gemeente. Het wachtwoord van het Christendom is: één kudde en één Herder.

In de gelovigen wordt dit ten uitvoer gebracht als een zaak van ervaring. Ik weet niet, wie de mens is: indien hij in waarheid een geestelijk gezinde mens is, dan is hij één met alle geestelijk gezinde mensen. De personen, die in een zichtbare kerk geen genade hebben zijn gewoonlijk de grootste voorvechters voor ieder puntje van verschil, en ieder onderdeeltje van kerkplechtigheid en vorm van eredienst. Naambelijders zijn spoedig ten oorlog gereed; levende gelovigen volgen de vrede na. Als iemand ook niets anders heeft dan het uitwendige, dan zal hij er ook natuurlijk met hand en tand voor strijden. Maar de mens, die de Heere liefheeft, en nabij Hem leeft, bemerkt het innerlijk leven in anderen, en heeft er gemeenschap mee. Dat innerlijk leven is één in het ganse levendgemaakte huisgezin van God, en noopt hen één van hart te zijn. Laten twee broederen te samen bidden, de een is Calvinist, de ander Arminiaan, toch zal hun gebed één zijn. Laat ergens eens een wezenlijk werk van de Geest geschieden, en zie hoe Baptisten 1) en Paedobaptisten 2) tezamen arbeiden. Spreek van uw innerlijke ervaring, en spreek van het werk van de Geest in de ziel, en hoe wij hierdoor allen worden bewogen. Hier is een broeder, een lid van het Genootschap der Vrienden 3); hij bemint de stille Godsverering. Hier is een ander, die zich verlustigt in het loflied, dat uit volle borst wordt gezongen. Als zij tot God naderen, zullen zij hierover niet gaan twisten; neen, zij komen overeen om in gevoelen van elkander te mogen verschillen. De een zegt: "De Heere zij met u in uw heilig stilzwijgen," en de ander bidt, dat de Psalm van zijn broeders den Heere welgevallig moge wezen. Allen, die één zijn met Christus hebben een soort van familiebetrekking op elkaar, een hogere vorm van stamverwantschap, dat zij niet van zich af kunnen schudden. Ik heb een godvruchtig boek gelezen, dat mij tot God heeft doen naderen; en ofschoon ik wist, dat het geschreven was door iemand, met wiens denkbeelden ik het weinig eens ben, heb ik daarom toch niet geweigerd mij door hem te laten stichten in punten, die duidelijk geopenbaard zijn. Neen, maar ik heb de Heere gedankt, dat hij, in weerwil van al zijn vergissingen, toch zo veel wist van de levende waarheid, en zo nabij zijn Heere leefde. Welke protestant kan weigeren eerbied en liefde te koesteren voor St. Bernard? Was er ooit een meer toegewijd dienstknecht van God, of die Christus meer liefhad dan hij? Toch was hij allerdroevigst in dienstbaarheid van het bijgeloof van zijn eeuw en van de Roomse kerk. De uitwendige kerk is nodig; maar het is niet de éne en ondeelbare kerk van Christus. Als het Leven bindt Jezus zijn gemeente te samen; en dat Leven vloeit door alle wedergeborenen, evenals het bloed door al de aderen van het lichaam vloeit. Laat het uitwendige liggen, en zie door het geloof in het geestelijk rijk, en gij zult die éne kudde en de éne Herder zien.

Wat hier nu praktisch voor ons uit te leren valt is! laat ons behoren tot die éne kudde. Hoe worden zij gekend? Ik antwoord: Zij zijn een horende kudde - zij horen de Heere en volgen zijn leiding. Wees gij één dergenen, die luisteren naar de stem van Christus, en naar niemand anders. Blijft bij die éne Herder! Hoe kent gij Hem? Het is Jezus: in zijn handen en voeten zijn de tekenen van de nagelen, en in zijn zijde is het litteken van de lanssteek. Hij is het, die de éne en enige kudde leidt. Volg Jezus, en gij zijt op de rechte weg. Volg Hem overal en gij zijt gelukkig. De beste manier om de éénheid van de kerk te bevorderen is, dat alle de schapen de Herder volgen. Indien zij allen de Herder volgen, dan zullen zij ook allen bij elkaar blijven. Laat ons heengaan en dit trachten te doen; laat ons verlangen naar de zalige dag, als alle punten van geschil opgelost zullen zijn in het gehoorzamen aan de Heere. Schikkingen, verdragen, betekenen slechts, dat men te samen overeenkomt om de Heere ongehoorzaam te zijn. Niemand geve een beginsel prijs onder voorwendsel van de liefde te bevorderen; het is geen liefde om leugen waarheid te noemen. Wij moeten Jezus volkomen volgen, en dan zullen wij tot elkander komen. Ten eerste zuiver, daarna vreedzaam - dat is de regel. O, wanneer zal de drievoudige banier wederom wapperen over allen, - "Een Heere, een Geloof, een Doop!" "O Heilige Geest, vergeef ons onze dwalingen, en breng ons tot uwe waarheid! O Zoon van God, vergeef ons ons gebrek aan heiligheid, en vernieuw ons naar uw beeld! O God! vergeef ons ons gebrek aan liefde, en verenig ons tot één huisgezin. De enige God zij heerlijkheid in de éne gemeente, van nu aan tot in eeuwigheid, Amen.



1) Voorstanders van den doop der gelovigen
2) Voorstanders van den kinderdoop.
3) De kwakers.

Uit de "Gelijkenissen van de Heiland"

door C.H.Spurgeon. http://www.iclnet.org/pub/resources/tex ... h1016.html
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 17 gasten